VS verdeeld over bestuur Irak
Ook al is de oorlog in Irak nog in volle gang, het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken en het Pentagon zijn al verwikkeld in een fel bureaucratisch gevecht over het bestuur over het naoorlogse Irak....
Het Pentagon en het State Department zijn de laatste tijd druk bezig kandidaten te recruteren voor de staf van Jay Garner, een gepensioneerde generaal, die na de val van het Iraakse regime het civiele bestuur over Irak in handen krijgt. Zijn naaste medewerkers moeten een soort kabinet gaan vormen dat de macht tijdelijk overneemt. Het ministerie van Buitenlandse Zaken wil dat het overgangsbewind zo snel mogelijk de macht overdraagt aan de Verenigde Naties om te voorkomen dat de VS worden beschuldigd van het bezetten van Irak. Op die manier hoopt het State Department ook een nieuwe diplomatieke confrontatie met de Europese bondgenoten te vermijden. Minister van Defensie Rumsfeld en zijn rechterhand Paul Wolfowitz zijn er echter op gebrand dat de VS de wederopbouw van Iraks politieke instellingen strak in eigen hand houden. Het ministerie van Buitenlandse Zaken is ervoor een groot deel van het ambtenarenapparaat van de Ba'ath-partij aan te houden, terwijl Rumsfeld en zijn medewerkers juist aandringen op een grondige politieke zuivering, zoals na de Tweede Wereldoorlog in Duitsland gebeurde. Volgens de Washington Post heeft het Pentagon zijn veto uitgesproken over acht diplomaten die door het State Department naar voren waren geschoven voor posten in het 'kabinet' van Garner. De gepensioneerde generaal, die in 1991 het bevel voerde over een hulpoperatie voor Koerdische vluchtelingen in het noorden van Irak, komt onder bevel te staan van generaal Tommy Franks, de commandant van de militaire operatie in Irak. Tegelijkertijd probeert het Pentagon Garners staf vol te zetten met figuren die nauwe banden hebben met de neoconservatieve ideologen achter de militaire operatie. Zo wilde het Pentagon ex-CIA-chef James Woolsey als interim-minister van Informatie benoemen, maar dat stuitte op bezwaren van het Witte Huis. Bush' medewerkers vonden dat Woolsey te nauwe banden heeft met het Iraakse Nationale Congres (INC), een ballingenorganisatie onder leiding van Ahmed Chalabi. Woolsey, een fervent pleitbezorger van het omverwerpen van Saddam Hussein, zal waarschijnlijk toch een andere positie in de overgangsregering krijgen. Walter Slocombe, die onder president Clinton onderminister van Defensie was, krijgt vermoedelijk de leiding over het Iraakse ministerie van Defensie. Een andere kandidaat voor de staf van Garner is Michael Mobbs, die tamelijk omstreden is wegens zijn rol als opsteller van een juridisch betoog waarin het Pentagon stelde dat gevangen Al Qa'ida-leden en Taliban-strijders geen recht op bescherming onder de Amerikaanse wet hebben. Verwacht wordt dat Mobbs met de coördinatie van het civiele bestuur zal worden belast. Mobbs heeft nauwe banden met Douglas Feith, een uitgesproken havik die de op twee na hoogste post in het Pentagon bekleedt. Feith is belast met het opstellen van de plannen voor het bestuur van het naoorlogse Irak. Het State Department en het Pentagon hebben ook al ruzie over de verdeling van hulpgoederen in Irak. Het Pentagon wil dat Garner de leiding krijgt over alle humanitaire operaties, maar minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell staat erop dat zijn ministerie de coördinatie houdt. Powell is bang dat buitenlandse hulporganisaties niet zullen willen meewerken, als de indruk ontstaat dat zij het verlengstuk worden van het Pentagon.