VS hebben Europa in 19de-eeuwse variant gedrukt
De oorlog is begonnen, maar nog altijd speelt op de achtergrond de vraag naar de vooruitzichten voor het herstel van de breuk tussen de westerse bondgenoten - in en buiten Europa....
Frankrijk en Rusland lieten meteen weten dat de VN niet gebruikt mogen worden om na de oorlog de militaire interventie of een tijdelijk Amerikaans bestuur te legitimeren. Het bestuur moet geheel in handen komen van de VN. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell bediende zich van de tegenovergestelde logica: 'We hebben met onze coalitiepartners niet deze enorme last op onze schouders genomen om niet voldoende zeggenschap te hebben over hoe het zich verder ontwikkelt.' Amerikanen lijken - op basis van recente ervaringen - het bestuur niet geheel toe te vertrouwen aan de VN. De tegenstanders van oorlog koesteren hetzelfde wantrouwen tegen een dominante Amerikaanse rol. De Britse premier Tony Blair blijft bijna als enige westerse leider voortdurend pleiten voor een herstel van de breuk, die moet uitmonden in een vergelijk over de rol van de VN. Of hij daarin slaagt is allerminst zeker. Hij moet een land overtuigen waarin geen French fries meer te koop zijn. Op het vlak van humanitaire hulpverlening lijkt de strijdbijl voorlopig te zijn begraven. De herstart van het 'olie-voor-voedsel'-programma heeft gisteren het groene licht gekregen van de Veiligheidsraad. Bij de discussie over de wederopbouw van Irak liggen de wonden nog open. 'Het kan niet zo zijn dat de Amerikanen en de Britten bombarderen en dat het oude Europa betaalt', liet de Duitse minister voor Ontwikkelingszaken al optekenen. Hier ligt de kiem voor een nieuwe tegenstelling: Amerikanen die het land besturen maar de kosten willen delen, tegenover Europeanen die vinden dat de Amerikanen moeten betalen voor de wederopbouw maar elke zeggenschap daarover aan de VN moeten afstaan. Tot voor kort kon je erop rekenen dat dergelijke meningsverschillen werden opgelost - dat is tenslotte de taak van diplomaten en staatslieden van bevriende naties. Die zekerheid bestaat niet meer. Zeker niet nu het verloop van de oorlog wijst op een langere en moeilijkere campagne. Die garandeert dat ook de diplomatieke wonden vers blijven. Welke effecten heeft dit op het Europese front? De huidige splijting wordt vaak beschreven als één tussen 'pro-Atlantische' en 'pro-Europese' landen, een misleidend beeld van de Europese splijting. Zoveel valt er immers niet te kiezen. Geen van de landen die tegen de oorlog te hoop liepen wil de band met de VS loslaten en geen van de voorstanders wil zich uit de Europese samenwerking terugtrekken. Kortom, Nous sommes tous des Européens. Iedereen wil in het Europese huis wonen, maar de meningen botsen over de relatie met de VS én de toekomstige inrichting van Europa. De band met Amerika wordt in het tijdperk na de Koude Oorlog onvermijdelijk losser. Maar tot nu toe werden Europese ambities - zoals het in 1998 gelanceerde Frans-Britse defensie-initiatief - verpakt in de ambitie beter met de VS te kunnen samenwerken. Dat is geen vanzelfsprekendheid meer: in de Irak-discussie namen twee NAVO-bondgenoten zich voor een voor de VS cruciaal initiatief te torpederen. De Wall Street Journal Europe citeert een e-mail van de Duitse VN-ambassadeur waarin hij een strategie ontvouwt om de VS te isoleren en 'met hangende pootjes terug te laten keren naar de VN'. Dat eerste lijkt gelukt - met de steun van Rusland en China in de Veiligheidsraad. Die bleken bereid, zich verschuilend achter de ruggen van Amerika's oude bondgenoten, de stoomwals uit de Verenigde Staten een halt toe toe te roepen. Zo lijkt Washington zijn eigen Europese 'tegenmacht' te hebben opgeroepen. Niet de door Berlijn en Parijs gewenste 21ste eeuwse variant - de Europese Unie - maar een 19e eeuwse variant, bestaande uit naties. België, zelf op defensiegebied steevast in de bezemwagen, pleit nu voor een militaire kopgroep die deze tegenmacht ook binnen de EU vorm moet geven. De kans daarop lijkt niet groot, want de feitelijke kopgroep bestaat inzake defensie uit Parijs en Londen. Is Frankrijk uit op een breuk? Diplomaten wijzen er op dat de Fransen deze maand, terwijl de breuk in de VN definitief werd, in Brussel concessies deden om afspraken te maken over de militaire samenwerking tussen de EU en de NAVO. Daaruit spreekt het oude Frans-Britse compromis: de Britten accepteren een militair autonome EU, de Fransen de link met de VS. Ondertussen heeft de ene tegenmacht de andere opgeroepen. Terwijl Parijs en Berlijn te hoop liepen tegen Amerikaans unilateralisme, riepen ze (ongewild) óók vraagtekens op over hun eigen leiderschap, in Europa. Daaraan is niet alleen president Chiracs boutade in de richting van nieuwe leden debet. In Madrid, Rome en Londen herinnert men zich hoe Berlijn en Parijs bij de viering van het Elyée-verdrag in januari besloten - zonder overleg met de rest van 'Europa' - voor de troepen uit te lopen met hun Irak-standpunt. Binnen tien dagen was de breuk definitief, toen 18 Europese partners in twee brieven een ander standpunt innamen. De roep om Europees leiderschap is algemeen, maar het is een precaire kwestie. De EU bestaat uit een handvol grote landen en heel veel kleintjes. De groten moeten er onderling uitkomen én de kleinen laten delen in hun besluiten. De Frans-Duitse Irak-diplomatie, 'gelegitimeerd' door Europese opiniepeilingen, bood uitzicht op geen van beide. Desondanks zijn de Europese partners ook 'na Irak' tot elkaar veroordeeld. Leiders ruzieën over de relatie met de VS, maar doen dat verenigd in het besef dat ze voorlopig niet zonder kunnen en er een krachtige diplomatie tegenover willen zetten. Dat is ook niets nieuws, getuige de Europese voortrekkersrol bij nieuwe verdragen waar de VS buiten blijven. Nu heerst het mediagenieke Europa van de ferme uitspraken. Maar er is ook het Europa van de 'lange adem', dat als een tamelijk onverstoorbare schildpad verder kruipt - zélfs als de politici vechtend over straat rollen.