Vrouwen uit alle windstreken, allen uitgebuit
AMSTERDAM - In het opvanghuis voor slachtoffers van mensenhandel in Amsterdam staan twee kinderwagens in het kantoortje van de maatschappelijk werkers. Gekregen van vrienden die uit de kleine kinderen zijn. Vrouwen komen hier aan met kinderen, er worden kinderen geboren in de opvang. Meestal is de vader onbekend.
De moeders krijgen alle hulp om van hun kind te leren houden. Het is het enige houvast van de ontheemde moeders. Als hun kind wordt afgepakt, spelen zich dramatische taferelen af. 'De enkele keer dat het gebeurt, als de moeder onmachtig is, zijn we allemaal van slag', zegt teamleider Heleen Driessen.
Elf vrouwen uit alle windstreken zitten deze ochtend om kwart voor negen aan de koffie in het opvanghuis, een vooroorlogs schoolgebouw in het Westelijk Havengebied. Een Chinese zet haar dochtertje van zeven maanden op tafel en houdt beide handen van de dreumes vast. Die maakt twee wankele passen en valt in de armen van een Guinese vrouw. De kleine heeft het goed met zo veel moeders.
Ze zijn timide, er wordt niet veel gezegd, de meesten moeten nog wakker worden. 'Als ze somber zijn, steken ze elkaar aan, en als ze vrolijk zijn, steken ze elkaar ook aan', zegt maatschappelijk werker Sarah van Groeningen. Uit de activiteitenruimte klinkt even later de melancholieke muziek van Cesária Évora, de Kaapverdiaanse folkzangeres.
In het opvanghuis van HVO-Querido, de grootste welzijnsinstelling van Amsterdam, heerst een strak regime. Vroeg uit de veren, gezamenlijk koffie drinken en aan de slag. Nederlandse les, creatieve bezigheden, traumaverwerking, huishoudelijke klussen. Het dagritme, de regels en structuur moeten rust geven en houvast bieden.
Afgetuigd
Bij binnenkomst zijn de vrouwen angstig, ontredderd, schuw en wantrouwend - een enkeling is depressief. Het duurt even eer ze beseffen dat ze veilig zijn. Doorgaans komen ze snel op adem. 'Ze tonen veel kracht', zegt maatschappelijk werker Van Groeningen. 'Maar de weg terug naar een normaal leven is lang, daarvoor zijn ze te getraumatiseerd.'
Ze komen uit de hele wereld, laatst kwam het team tot 26 landen. De grootste groepen komen uit China, Nigeria en het West-Afrikaanse Guinee-Conakry. Hun verhalen zijn weerzinwekkend. Er zijn er bij die zestien uur per dag hebben moeten pezen en werden afgetuigd als ze niet genoeg opbrachten.
Een Senegalese vrouw die een maand in de opvang woont, doet huilend haar verhaal. Ze kwam met de man op wie ze verliefd was naar Nederland, waar een baan in een restaurant zou wachten. De man speelde in Nederland nog even de geliefde, maar de aap kwam snel uit de mouw: ze werd opgesloten in een bordeel.
Na een paar maanden kon ze ontsnappen met hulp van een Nederlandse prostituée. Op straat zette ze het op een rennen en probeerde ze een auto aan te houden. Een chauffeur heeft haar afgeleverd bij de politie. Terug naar Senegal is geen optie, daar zullen haar familie en schoonfamilie haar het leven zuur maken. Ze had juist de benen genomen om te ontsnappen aan de oude man aan wie ze was uitgehuwelijkt.
Ooit bracht de politie een hoogzwangere vrouw die door haar pooier uit de auto was gegooid. Ze zou enkele maanden niet kunnen werken, dus bracht ze niets meer op. Voor de pooier was het goedkoper een nieuwe vrouw te ronselen dan haar te onderhouden.
De meesten zijn gedwongen tot prostitutie, maar er zijn ook vrouwen die als slaaf zijn gebruikt in het huishouden. Een vrouw zat onder het eczeem van het chemische schoonmaakmiddel dat ze met blote handen had moeten gebruiken. Als de heer des huizes niet thuis was, werd ze afgeranseld door 'mevrouw'.
Ze zijn ontsnapt, worden gebracht door een collega - 'Zij wordt zo mishandeld, dit is niet meer normaal' -, of zijn door de politie aangetroffen in een club. Veel vrouwen wisten dat ze in de prostitutie zouden gaan werken. Wilden twee jaar bikkelen, een kapitaal verdienen, en terug in hun vaderland iets voor zichzelf beginnen - meestal een kapperszaak.
Een kleinere groep is onder valse voorwendselen gelokt of ontvoerd. 'Het idee is dat ze in de kofferbak worden gesmokkeld uit Albanië', zegt teamleider Driessen. 'Het komt voor, maar het is niet de grootste groep.'
Roma's uit Roemenië en Hongarije worden geronseld door mensenhandelaren. Soms zijn ze door hun ouders aan een mensenhandelaar meegegeven. Soms door een zus. Geregeld zijn ze van jongs af aan misbruikt en zitten vanaf hun twaalfde in de prostitutie. 'Ze weten niet beter dan dat het hun beroep is. Die trekken niet onmiddellijk aan de bel', zegt Driessen.
Het zijn veelal arme vrouwen, tussen de 20 en de 30, zwakbegaafd en analfabeet. Soms zijn ze slachtoffer van goed georganiseerde benden, die de vrouwen langs Europese steden jagen.
Represailles
In Nederland werd hun paspoort afgepakt. Ze spreken de taal niet, weten soms niet eens waar ze zijn en worden in een bordeel opgesloten. Hun vaak ingewikkelde verhalen maken het moeilijk om een sterke zaak voor justitie te krijgen. Details weten ze niet, of noemen ze niet uit angst voor represailles, ook tegen hun familie en soms van hun familie.
'Denk je eens in dat jij in China in een bordeel wordt opgesloten. Dan heb je ook geen idee waar je zit. Ze zitten in een wildvreemd land en zijn totaal gedesoriënteerd. Ze weten soms niet eens dat ze in Nederland zijn', zegt Driessen.
In de crisisopvang wonen de vrouwen met z'n tweeën op een kamer van 30 vierkante meter. Afrikaan, Aziaat, moslim, christen - met afkomst en geloof wordt geen rekening gehouden bij de indeling. 'Nederland is multiculti, dat leren we ze meteen', zegt woonbegeleidster Chantal Vermeulen.
Het vergt het nodige inlevingsvermogen als bijvoorbeeld een Chinese en een Bulgaarse, beiden het Engels niet machtig, een kamer delen. Gedoe ligt dan op de loer. Er is weleens ruzie. 'Ze kunnen ook veel lol met elkaar maken', zegt maatschappelijk werker Van Groeningen. 'Op feestjes gaat de muziek hard en wordt er wild gedanst.'
Een vrouw die er drie jaar woont, heeft zojuist gehoord dat er een woning voor haar is. Ze heeft Nederlands geleerd, een inburgeringscursus gevolgd, en loopt nu stage in de zorg. 'Ze hebben me geweldig geholpen, ook de medebewoonsters. Ik ga ze nog missen. Ze zijn een beetje familie geworden.'
'Nou familie, ik zie ze meer als buren, je moet ook weer niet al te veel met ze te maken hebben', zegt een jonge Braziliaanse. Ze is de flapuit van de opvang. Als kind van aan drank en drugs verslaafde ouders moest ze al jong voor zichzelf opkomen. Dat was haar redding toen bleek dat de man op wie ze verliefd was haar in een Amsterdams bordeel aan het werk wilde zetten.
Als een kat vocht ze zich naar buiten. Knokkend belandde ze met haar pooier op straat, omstanders alarmeerden de politie. Ze heeft een sterke zaak, de man die haar onder valse voorwendselen naar Nederland lokte en de bordeelhouder zijn gepakt.
'Hoe het hen vergaat, als ze zijn vertrokken, weten we niet. Maar als ze hier de deur uit stappen, hebben we er alle vertrouwen in', zegt maatschappelijk werker Van Groeningen. Een enkeling krijgt 'mob' achter haar naam, met onbekende stemming vertrokken. Dat gebeurt niet vaak, het afgelopen jaar drie keer. 'Ook die vrouwen hebben we hun trots teruggegeven.'
undefined