Vrij van toets
Eigenlijk zou hij met Kerst in pak in een concertzaal moeten zitten, maar in plaats daarvan haalt pianist Ivo Janssen gevaarlijke toeren uit met een cirkelzaag. Met pianospelen heeft hij toch al een haat-liefdeverhouding.
In zijn vloer, op de plek waar we nu aan de koffie met een stroopwafel zitten, komt een groot, vierkant gat. Om dat gat heen kunnen straks mensen op een stoeltje plaatsnemen en naar beneden kijken, naar de vleugel, waarachter Ivo Janssen dan heel mooi piano zit te spelen. In totaal moet hij op de boot honderd mensen kwijt kunnen. Een concertzaal in een woonboot: zoiets is er nog niet. Janssen: 'Ik denk dat het voor toeristen ook wel een leuke belevenis is.'
Ivo Janssen (1963, alleenwonend, vader van twee zoons en een stiefzoon) is misschien wel de beste pianist van Nederland. Eigenlijk zou hij in deze donkere kerstweken elke middag en avond strak in het pak in een concertzaal moeten zitten, bijvoorbeeld om Bach te spelen - Bach is een van zijn specialiteiten. In plaats daarvan staat hij in een rommelig shirtje aan zijn boot te klussen en doet hij enge dingen met een cirkelzaag. 'Het is crisis, ook in de muziekwereld. Ik vind het niet zo'n ramp, nu heb ik tenminste tijd voor de verbouwing en die concertzaal is ook een investering voor de lange termijn. Als het nog erger wordt, heb ik straks altijd mijn eigen zaaltje nog.'
En musiceren doet hij toch wel, zij het de afgelopen weken wat vaker op de viool dan op de vleugel. Hij heeft een strijkkwartet met Christa Widlund, bekend als de schrijfster Anna Enquist. Sinds 2000 treedt hij geregeld met haar op; het afgelopen seizoen onder meer met het programma Contrapunt. Enquist droeg teksten voor uit haar gelijknamige roman, Janssen speelde de Goldbergvariaties van Bach.
In hun strijkkwartet ('het heeft geen naam en het mag ook geen naam hebben') speelt Janssen altviool. De viool is een oude liefde van hem. 'Ik kreeg vanaf mijn 10de naast pianoles ook vioolles. Maar ik heb een lange periode geen viool gespeeld, tussen mijn 25ste en 35ste ongeveer, dat waren de jaren waarin ik echt monomaan met de piano bezig was. Dat ik weer ben gaan vioolspelen, heeft eigenlijk ook alles met die piano te maken. Met de haat-liefdeverhouding die ik daarmee heb.'
Waar zit de haat?
'Die heeft toch vooral te maken met het eeuwige gestudeer. Sommige mensen denken dat ik de moeilijkste stukken zo uit mijn mouw schud. Ik ben technisch wel goed, maar ik moet er ook verdomd hard voor werken. Met het instuderen van iets nieuws ben je zo honderdvijftig uur bezig - en je wordt steevast gevraagd voor een pianoconcert dat je nog niet op je repertoire had staan.
'Een paar jaar geleden merkte ik dat ik het moeilijk meer kon opbrengen. Wat een beetje uit het zicht verdween, was waarom ik eigenlijk muziek maak. Namelijk omdat het iets is wat ik met hart en ziel wil doen. Als je elke week vooral bezig bent met 'wat moet ik volgende week weer spelen' en alleen nog maar noten zit te vreten, dreigt de lol eraf te gaan. Toen heb ik de viool weer opgepakt.
'Altviool klinkt prachtig en mijn exemplaar helemaal. Het is gebouwd door de man van Christa, die dat pas sinds kort doet - hij werd 50 en had besloten dat hij violen wilde bouwen. Toen kreeg hij voor zijn verjaardag van Christa een stapel hout. Speciaal hout hoor, uit Tsjechië. En ik heb zijn eerste altviool gekocht.
'Het is een totaal andere klankwereld, een andere manier van toon maken dan op de piano. Leuk om te doen. Maar ik heb het idee dat die piano er weer zit aan te komen. Het fanatieke gevoel voor de piano, bedoel ik.'
Ivo Janssen groeide op in Sint Oedenrode, in een gezin met een broer en twee zussen. Muziek speelde er geen grote rol. 'Mijn vader heeft helemaal niks met muziek, nooit gehad. Ik kan me niet herinneren dat hij ooit een plaat heeft opgezet of de radio aanzette om naar muziek te luisteren. Mijn moeder had er wat meer mee, die kwam uit een groot gezin met tien kinderen en daar zaten er een paar tussen die iets met muziek hadden. Maar mijn ouders stuurden hun kinderen wel naar de plaatselijke muziekschool. Daar kreeg je algemene muzikale vorming en na twee jaar moest je een instrument kiezen.'
En jij hoorde toevallig een schitterend stuk van Brahms en was meteen helemaal verliefd op de prachtige klank van de piano...
'Welnee. Mijn twee jaar oudere zus Ingrid had voor de piano gekozen, er stond dus een piano in huis. Elke keer als ik Ingrid hoorde spelen, wilde ik maar één ding: beter spelen dan zij. Dat was in de kortste keren gelukt. Ik was 8 jaar toen ik voor het eerst pianoles kreeg. Mijn jongste zoon is nu 8 en zit sinds een paar weken op gitaarles. Soms komen er herinneringen boven aan mijn eerste lesjes en aan de oefeningen die ik moest doen.
'Ik moet zeggen: ik ging er heel anders mee om dan hij. Bij hem moet ik er echt naast gaan zitten en hem aansporen te oefenen. Maar ik wil er ook niet te veel druk achter zetten; hij heeft natuurlijk een vader die goed is in muziek en voor je het weet wordt het gitaarspelen een beladen ding.
'Ik hoefde zelf totaal niet gemotiveerd te worden, pianospelen was al snel datgene wat ik het liefst van alles deed. Het was misschien ook een beetje een vluchtheuvel. Ik had geen leuke lagere schooltijd. Ik zat op een jongensschool en was de slimste van de klas, dan word je gepest. Zo gaat dat in zo'n dorp. Toen ik naar het vwo in Veghel ging, werd alles anders. Daar was ik al snel een van de populairste jongens van de klas. Ik wist niet wat me overkwam. Het heeft ermee te maken dat je opnieuw kunt beginnen. Je kunt net doen alsof je iemand anders bent.'
Was je meteen ambitieus, wilde je met pianospelen iets bereiken?
'Dat kwam wel snel, ja. Mijn ouders zijn van het type 'doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg'. Dat is niet zo'n goede instelling als je een groot deel van je leven op het podium wilt doorbrengen. Maar toen ik 13 was, kwam mijn moeder aanzetten met het Eindhovens Dagblad, waarin een aankondiging stond van een pianoconcours in Eindhoven: het Van Hoorn concours. Ik won en in de zaal zat Jan Wijn, toen al een beroemd pianist en pedagoog. Hij zei tegen mijn moeder: als Ivo ooit naar het conservatorium wil, moet u mij bellen.
'Op mijn 16de heb ik bij hem de vooropleiding voor het conservatorium gedaan. Ik moest tien minuten eerder weg bij Engels om met de trein op tijd in Amsterdam te kunnen zijn. Het was een grote overgang. Op de muziekschool was ik de jongen die zo ontzettend goed piano kon spelen, maar toen ik bij Jan Wijn kwam en een stukje Chopin speelde, zei hij: 'Het lijkt of je een blanco-formulier bij me inlevert, dat ik vervolgens mag invullen. Je speelt wel noten maar ze hebben nog geen inhoud.' Toen begon me te dagen dat je met muziek iets moet uitdrukken, dat het een middel is om inhoud over te brengen, een bepaalde emotie, een gevoel.
'In het begin van mijn carrière was ik enorm monomaan met de piano bezig. Ik heb rond mijn 20ste zo fanatiek gestudeerd dat ik een goede techniek heb ontwikkeld; daar pluk ik nog steeds de vruchten van. Ik zette me af tegen de 'doe-maar-gewoonhouding' van thuis. Ik organiseerde mijn eigen kamermuziekserie in de kleine zaal van het Concertgebouw, deed mee aan allerlei concoursen, niet om ervaring op te doen maar om te winnen. Ik was heel ambitieus.'
Had je een voorbeeld, een held?
'Niet echt. Ik heb wel altijd veel naar pianisten geluisterd. Goed afkijken, goed luisteren: zo werkte het bij mij. Misschien was Svjatoslav Richter een beetje mijn held, doordat hij een enigszins stuurse eenling was. Iemand die met geen enkele wind meedraaide en precies deed wat hij moest doen. Ik houd van mensen die zich nergens iets van aantrekken en soeverein hun gang gaan.'
Je hebt veel muziek gespeeld en opgenomen van de pas overleden Nederlandse componist Simeon ten Holt, die had dat ook.
'Die had dat heel erg en dat vond ik leuk aan hem. Ik kende hem sinds een jaar of tien en kwam er regelmatig. Ik zat op de zondag van zijn overlijden in de auto, ik was net bij mijn ouders op bezoek geweest en het was tien uur 's avonds. Even het nieuws aanzetten, dacht ik. Ik draaide de knop om en hoorde dat Simeon overleden was. Ik speel zijn Canto Ostinato bij voorkeur alleen, dat vind ik mooier dan op meer vleugels, zoals eigenlijk de bedoeling is. Simeon vond het ook prima, maar we hadden het eigenlijk nooit over muziek. We hadden het vooral over de liefde.'
Is je muzikale smaak veranderd in de loop der jaren?
'Een beetje wel. Je moet als pianist uitkijken dat je van sommige muziek geen afkeer krijgt. Chopin vond ik prachtig toen ik 20 was; nu ben ik er minder dol op. Op je 20ste sta je sowieso anders in het leven dan wanneer je bijna 50 bent. Je moet nog ontdekken wie je bent en hoe je in elkaar zit, dat gevoel zoekt een uitweg, je moet iets met emoties; bij mij uitte zich dat in veel romantische stukken spelen. Móéilijke romantische stukken het liefst, om te bewijzen dat ik het kon.
'Bach daarentegen gaat helemaal nooit vervelen. Bach is bij uitstek een componist bij wie gevoel en verstand erg in evenwicht zijn. Waar Chopin vooral sentiment is, om het oneerbiedig te zeggen, is Bach extreem uitgebalanceerde muziek. De Goldbergvariaties heb ik alleen al bij concerten een keer of tweehonderd uitgevoerd, maar ze gaan nooit vervelen. '
Heb je ooit iemand een goede verklaring horen formuleren voor wat Bach zo bijzonder maakt?
'Nee, ik ben er ook niet op uit om dat geheim te achterhalen. Laat het maar zo blijven. Stel je voor dat iemand er precies de vinger op kan leggen, betekent dat dan dat we opeens allemaal nog veel meer mooie Bachstukken kunnen maken? Het is net als met religie. Mensen stellen allemaal maar levensvragen. Dat verbaast me. Ik ben daar niet mee bezig, ik voel daar geen enkele behoefte toe, sommige dingen kun je niet weten en hoef je niet te weten.
'Bach is geweldig om naar te luisteren en lekker om te spelen. Ik heb meerdere keren gemerkt dat als ik me niet helemaal lekker voelde en Bach ging spelen, ik meteen opknapte. Ik ben helemaal niet van het zweverige of spirituele, maar dat merkte ik.
'Sinds 1997 ben ik beziggeweest met het opnemen van alle pianowerken van Bach, voor een box die ik vorig jaar heb uitgebracht. 191 BWV-nummers, twintig cd's, 23 uur en 12 minuten. Over die box ben ik waanzinnig tevreden. Het mooie van klassieke muziek is dat het klassiek is in de betekenis van 'van blijvende waarde'. De cd die ik zelf het mooist vind, is die met de zeven toccata's. Dat zijn echt aanstekelijke, swingende, tot de verbeelding sprekende stukken. Gek genoeg verkoopt die cd het minst.'
Verkopen cd's überhaupt nog?
'Fysieke cd's houden niet over, nee. Ik heb jaren geleden mijn eigen label opgericht, Void, en daarvoor heb ik een kleine dertig cd's gemaakt waarvan een aantal het goed deed; maar daar zullen geen echte schijfjes meer bij komen, denk ik. Het is niet meer van deze tijd en je komt niet uit de kosten. Maar via iTunes en dat soort sites gaat het prima. En als je me draait via Spotify krijg ik er een maand later 0,00001 cent bijgeschreven.'
Het is crisis en sowieso is het culturele klimaat wel eens beter geweest. Vind je dat een kunstenaar zichzelf moet kunnen bedruipen?
'Nou, als ik voor mezelf spreek: ik denk wel dat ik mijn conclusies zou trekken als ik met muziek geen geld meer zou verdienen. Dan zou ik eerst allerlei crossovers uitproberen en als dat niet lukt, zou ik me omscholen. Of als de wiedeweerga die boot afmaken en verkopen. Dit is mijn derde exemplaar, ik heb in de loop der jaren behoorlijk verdiend aan het vertimmeren van woonboten - dat heb ik dan weer wel van mijn vader geleerd.
'In een land als Duitsland wordt cultuur veel meer gezien als iets vanzelfsprekends, als een onderdeel van het normale leven. Mensen geven er meer aan uit dan hier.
'Wij liepen al nooit voorop en nu wordt het nog meer als een luxegoed gezien. Mensen realiseren zich niet wat erbij komt kijken om kunstenaar te zijn. Er komen nog steeds mensen naar me toe met de vraag: 'En wat doet u nou overdag?' Ze denken dat pianospelen een leuke hobby van me is, in plaats van een vak.
'Voor mijzelf is er nog genoeg te bereiken. In Nederland sta ik aan de top, maar er is ook veel buitenland. Ik heb nog een wereld te winnen. Dat is ook wel het leuke van deze leeftijd: je hebt al veel bereikt en tegelijk ligt er nog van alles in het verschiet.'
Op welke leeftijd is een pianist op zijn hoogtepunt?
'Rond zijn 49ste. Dus dat komt mooi uit.'
1John Talabot - Fin
Weinig albums die zo overrompelden als Fin dit jaar. Een plaat die in je hoofd blijft rondzingen, door de raadselachtige schoonheid: weemoedig, broeierig, en verontrustend.
2Actress - R.I.P.
Actress viel de laatste jaren al op met zijn onvoorspelbare collages van Detroit-techno, funk en dubstep. Op zijn derde album overstijgt hij zichzelf. R.I.P. is nog groezeliger, dromeriger en eigenwijzer.
3Andy Stott - Luxury Problems
Andy Stott vond dit jaar het ontbrekende puzzelstukje dat zijn stemmige dubtechno vervolmaakt: operazangeres Alison Skidmore. Haar lichte fluisterzachte vocalen voegen een nieuwe mystieke dimensie toe.
4Legowel - The Paranormal Soul
Alsof je net van een illegale rave komt waar je uren met je ogen dicht hebt staan dansen, dat gevoel geeft The Paranormal Soul je. Legowelts voorkeur ligt weliswaar bij dance uit de oude doos, toch klinkt The Paranormal Soul verre van stoffig, maar juist futuristisch, rauw en sexy.
5Deadbeat - Eight
Aangename kennismaking met een rauwere en intensere Deadbeat die zich meer op de voeten is gaan richten. Met zwaardere minimale techno-invloeden uit Berlijn gaat hij op verkenning. Een koersverschuiving die heel goed uitpakt.
6Alex Under - La Maquina De Bolas
Groeidiamant van de Spaanse producer die een ingehouden album maakte, waarin hij als een architect in lange tracks aan een adembenemend bouwwerk bouwt dat zich in slowmotion in volle pracht ontvouwt.
7Daphni - Jiaolong
Met Daphni is Dan Snaith (Caribou) dit keer resoluut de richting van de dansvloer ingeslagen. De voeten gaan met gemak van de vloer op deze veelzijdige plaat van pure, wat stroperige dancetracks.
8Christian Löffler - A Forest
Luisteren naar deze plaat is alsof je op het eiland in de Oostzee rondloopt waar Christian Löffler deze deephouse tracks heeft opgenomen: gekrijs van meeuwen, een tak knapt onder je voet, golven die het strand oprollen en wuivend duingras.
9 Flying Lotus - Until the Quiet Comes
Een collage van dromen, slaap, slaapliedjes en mystiek, zo omschrijft de Amerikaanse producer Steve Ellison (Flying Lotus) zelf dit album, dat een softfocusversie in pasteltinten van de intensere voorganger Cosmogramma.
10Mala - Mala in Cuba
Wat krijg je als je een Londense dubstepproducer tussen Cubaanse muzikanten zet? Het resultaat is Mala in Cuba, het debuut van de Britse dubsteppionier Mala. Prachtig.
Vervolg van pagina V13
Lees verder op pagina V14
undefined