Voorzichtige bouwmeester Powell is herrezen

Op Buitenlandse Zaken begon Colin Powell als een van de populairste ministers van George Bush jr. Maar al snel werd hij overvleugeld door de haviken....

Bert Lanting

'VAN ALLE vormen van machtsvertoon is er geen die zoveel indruk maakt als zelfbeheersing.' Die wijsheid van de Griekse geschiedschrijver Thucydides hing ooit aan de muur in het kantoor van Colin Powell, toen hij nog stafchef van de Amerikaanse strijdkrachten was onder president Bush sr.

Zou Powell, een held van de Golfoorlog en nu minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet van George Bush jr., dat ook als richtsnoer houden na de verwoestende aanslagen op het WTC en het Pentagon, waar hij zelf jaren doorbracht als stafchef van de Amerikaanse strijdkrachten?

Voorlopig doet Powell zijn reputatie als voorzichtig man eer aan door zijn rol als bouwmeester van een diplomatieke coalitie die de VS moet helpen bij de oorlog tegen het terrorisme die president Bush na de terreuraanslagen heeft afgekondigd. Het lijkt erop dat Powell zich helemaal in zijn element voelt: uiteindelijk is het diplomatieke offensief een kopie van de aanpak waarvoor de oude president Bush koos na de inval van Irak in Koeweit.

Of Powell zich ook zo zeker voelt over de rest van het scenario, valt nog te bezien. In 1990 had Powell juist zijn bedenkingen over de plannen van Bush de Iraakse troepen uit Koeweit te verdrijven. Hij betwijfelde of de operatie zou voldoen aan de voorwaarden die als de Powell-doctrine de geschiedenis zouden ingaan. Voordat de VS besloten militair in te grijpen, moest vaststaan dat de VS een overweldigende militaire macht hadden, dat het doel van de operatie duidelijk was en dat er voldoende publieke steun was.

Dat laatste had Powell geleerd in Vietnam, waar hij twee keer diende. Aan het fiasco van Vietnam hield hij het gevoel over dat de VS zich nooit meer moesten wagen aan een oorlog waar het thuisfront niet achter stond.

Powells getwijfel over de Golfoorlog ergerde de toenmalige minister van Defensie, Dick Cheney, nu de tweede man in het Witte Huis. Ten slotte ging Powell akkoord en uiteindelijk kwam hij als een held te voorschijn uit de oorlog, terwijl de havik Cheney op de achtergrond bleef.

Powell was ook een van de mensen die Bush er, tot ergernis van de conservatieven in Washington, van overtuigde dat het tijd was een punt achter het offensief te zetten, nadat Koeweit was bevrijd. Powells voorspelling was dat Saddam zodanig was verzwakt, dat zijn regime het niet zou overleven, maar de tijd wees anders uit.

Powells populariteit - hij is nog steeds een van de meest bewonderde politici in de VS - wordt deels verklaard doordat hij alles is wat de Amerikanen bewonderen. Hij is het kind van armoedige immigranten uit Jamaica, een product van een van de armste en moeilijkste wijken van Amerika, de South Bronx. En toch heeft hij door hard werken en dankzij zijn intelligentie tot de top van de strijdkrachten weten op te klimmen. Kortom: de belichaming van de Amerikaanse droom.

Na de Golfoorlog had Powell zo'n aanzien bij het publiek dat zowel de Republikeinen als de Democraten aan hem trokken. Bill Clinton vroeg hem naar verluidt als running mate voor de verkiezingen van 1992, maar Powell weigerde. Powell gaf Clinton opnieuw nul op het rekest toen deze hem benaderde voor de opvolging van Warren Christopher als minister van Buitenlandse Zaken. Uiteindelijk ging die post naar Madeleine Albright.

Als stafchef kwam Powell een aantal malen in botsing met het nieuwe kabinet. Clinton was woedend toen hij zich verzette tegen diens poging het verbod voor homo's in de strijdkrachten op te heffen. Uiteindelijk moest Clinton genoegen nemen met het don't ask, don't tell-compromis dat Powell voorstelde.

De charismatische stafchef lag ook dwars toen minister van Buitenlandse Zaken Albright ervoor pleitte troepen in te zetten voor een vredesmissie in Bosnië. Dat ontlokte aan Albright de geërgerde reactie: wat heeft het voor zin zulke geweldige strijdkrachten te hebben, als je er niets mee kunt doen?

Na zijn vertrek als stafchef speelde Powell nog even met de gedachte zich kandidaat te stellen voor het Witte Huis, maar uiteindelijk besloot hij zich toch niet in de verkiezingsstrijd te werpen.

Powell keerde in 2000 terug op het nationale toneel, toen de Republikeinse gouverneur Bush erin slaagde de gelauwerde held van de Golfoorlog te rekruteren voor zijn campagne om het Witte Huis te heroveren op de Democraten.

Bush was zo ingenomen met Powells steun, ook al omdat hij daarmee meer stemmen hoopte te werven onder de zwarte kiezers, dat hij hem beloofde dat hij zelf mocht kiezen welke post hij in de regering wilde. Powell koos voor de prestigieuze post als hoofd van het State Department.

Maar ook al is Powell veruit de bekendste en populairste figuur in het kabinet, het bleek al snel dat zijn invloed beperkter was dan die van de haviken in het kabinet: vice-president Dick Cheney, minister van Defensie Donald Rumsfeld en nationale veiligheidsadviseur Condoleezza Rice. Powell werd op zijn vingers getikt toen hij pleitte voor voortzetting van de besprekingen met Noord-Korea (al kreeg hij uiteindelijk toch zijn zin). Hij werd bovendien overvallen door het besluit het Kyoto-verdrag over beperking van de uitstoot van broeikasgassen zomaar in de prullenmand te gooien. Ook moest hij het afleggen tegen de haviken in de discussie over de omstreden plannen voor de bouw van een raketschild. Terwijl Powell aandrong op de noodzaak een diplomatiek vergelijk te vinden met Rusland, kreeg de opvatting dat de VS het ABM-verdrag (dat de bouw van een raketschild verbiedt) desnoods eenzijdig moeten opzeggen, geleidelijk de overhand in het kabinet.

Powells gezag werd verder aangetast doordat zijn plan om het sanctieregime tegen Irak nieuw leven in te blazen door nieuwe, 'slimme' sancties, in de Veiligheidsraad schipbreuk liep door het verzet van Rusland en China.

Na de aanslagen op het World Trade Center en het Pentagon is Powell opeens herrezen uit de as van zijn ambtelijke nederlagen. Hij was de eerste die de aanslagen 'oorlogsdaden' noemde waarop de Verenigde Staten met een 'oorlog' zouden reageren.

Het ironische is dat hij nu als minister van Buitenlandse Zaken de weg moet effenen voor een oorlog die niet voldoet aan alle criteria van zijn befaamde doctrine. Er is voldoende publieke steun voor deze oorlog, dat staat wel vast, maar wie precies de vijand is, valt moeilijk te omschrijven.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden