postuumKlazien Alberda (1931-2022)
Voorvechter van een tijdige dood werd zelf hoogbejaard. ‘Als er voor haar werd gebeld, riep ik: ma, euthanasie!’
Een halve eeuw geleden begon Klazien Alberda als pionier aan haar strijd om een menswaardige dood mogelijk te maken. Al gauw kreeg ze smeekbedes uit het hele land.
Wie op zoek gaat naar de oorsprong van de Nederlandse euthanasiepraktijk, komt al gauw terecht in Vinkega, een gehucht op de grens van Friesland en Drenthe. ‘Moeilijk te vinden, hoor’, waarschuwt Hans van Dam. ‘Voor mij bleef het ook altijd zoeken.’
Daar stond de woning van Klazien Alberda, hartstochtelijk voorvechtster van een tijdige dood. Zelf overleed ze op 3 november, 91 jaar oud. ‘In haar eigen bed, in haar eigen huis’, zegt dochter Marijke Sybrandy er nadrukkelijk bij. Dat was een van de motto’s waaronder Alberda haar strijd streed. Daaraan voegde ze zelf ‘een kat in de vensterbank’ toe, als geruststellend detail, maar de kat ontbrak in haar geval.
De Volkskrant profileert regelmatig onbekende, kleurrijke Nederlanders die onlangs zijn overleden. Wilt u iemand aanmelden? postuum@volkskrant.nl
Alberda’s strijd voor een menswaardige dood begon in Noordwolde, iets verderop. Huisarts Truus Postma beëindigde in 1972 het leven van haar doodzieke moeder en moest zich daarvoor verantwoorden voor de rechtbank. Daartegen kwamen haar patiënten in het geweer. Samen met haar toenmalige echtgenoot Jaap Sybrandy organiseerde Klazien Alberda een handtekeningenactie.
De rechter veroordeelde Postma tot een symbolische gevangenisstraf van een week voorwaardelijk en formuleerde meteen een paar criteria voor de zelfgekozen levensbeëindiging. Daarmee kwam de discussie over euthanasie in Nederland op gang, met Klazien Alberda in de voorhoede. Een jaar later werd in Vinkega de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie opgericht, inmiddels een landelijke organisatie met 173 duizend leden.
Het echtpaar Sybrandy besefte niet wat het over zichzelf afriep. ‘We wilden iets openbreken en stonden binnen de kortste keren tot de knieën in de ellende. Zo ernstig was het’, zei Klazien Alberda in de documentaire De strijd om het leven (2016). Uit heel het land kwamen smeekbedes om hulp. En uit het hele land kwamen mensen naar Vinkega om geholpen te worden. ‘Soms moesten ze zo lang zoeken dat Klazien ze ’s morgens slapend in de voortuin vond’, zegt Hans van Dam, een medestrijder en auteur van boeken over euthanasie.
Engel uit Friesland
Klazien Alberda bood daadwerkelijk hulp. Annie M.G. Schmidt sprak in een documentaire over haar als een ‘engel uit Friesland’. Eerst hielp Alberda Schmidts man aan pillen waarmee hij zijn ondraaglijk lijden kon beëindigen. Later deed de schrijfster zelf een beroep op haar Friese engel.
De engel moest wel anoniem blijven. Iedereen was zich destijds bewust van de risico’s die Klazien Alberda liep. Euthanasie was nog zo’n heet hangijzer dat justitie haar nauwlettend in de gaten hield. Eén keer moest ze zich op het politiebureau verantwoorden, maar die zaak werd geseponeerd.
Haar inzet trok ook een enorme wissel op haar gezin. Marijke Sybrandy is de jongste van vier kinderen en wist niet beter. ‘Als er voor haar werd gebeld, riep ik: ma, euthanasie!’ Voor haar oudere broers was dat anders. De een kon er grapjes over maken en vroeg waarom er nog geen doodlopend straatje naar zijn moeder was vernoemd. De ander had het er moeilijk mee en vroeg op zijn verlanglijstje aan Sint of de euthanasie de deur uit kon.
Klazien Alberda was er zich terdege bewust van, maar kon de zaak niet laten rusten. Tot op hoge leeftijd heeft ze zich ingezet voor een vrije keuze in het sterven. Zelf leefde ze het leven tot op het laatst. Hans van Dam: ‘Lichamelijk takelde ze af, maar haar geest bleef scherp.’