Voortgejaagd door emotie en ambitie
In een land waar schaatsen niets voorstelt, bleek de ijsbaan de afgelopen twee weken zowaar the place to be. Met driemaal goud was Amerika heer en meester in eigen huis....
Tijdens de toespraak van president Bush sloeg de vonk over. Schouten: `Op de dag van de openingsceremonie heeft hij de hele Amerikaanse ploeg toegesproken. Ik weet wel: in Europa doen ze een beetje schamper over Bush, maar dít was indrukwekkend. Drie à vier minuten was hij aan het woord, hij had zo'n leren jack aan dat alle Amerikaanse sporters dragen. Toen hij uitgesproken was, bleef het even stil. Daarna balde hij een vuist en zei: Let's roll.
`Iedereen in dit land weet wat die woorden betekenen. De man die op 11 september vanuit één van de gekaapte vliegtuigen naar zijn vrouw belde, had tegen haar gezegd dat hij waarschijnlijk nooit meer thuis zou komen en dat hij wilde proberen nog iets voor zijn land te doen. De laatste woorden die die man aan de telefoon sprak, waren: let's roll. Toen Bush die woorden herhaalde, stonden veel sporters te huilen.
`We kregen allemaal een petje met die tekst erop. Het lijkt wel alsof sommigen er kracht uit putten. Ik zet 'm niet op. Daar ben ik toch te nuchter, te Nederlands voor. Maar ik zie wel welke impact het heeft. Gigantisch.'
Een etmaal later was het al raak. Op de vijf kilometer, het openingsnummer van het olympisch schaatstoernooi, zag Bart Schouten hoe zijn protégé Derek Parra onvermoede krachten wist aan te boren om uiteindelijk met een zilveren medaille de gevestigde orde perplex achter te laten. Het bleek slechts de voorbode van een collectieve Amerikaanse coup. Met goud voor FitzRandolph, Witty en Parra, plus één zilveren en vier bronzen medailles, regeert Team USA het ijs in Salt Lake City.
Nergens brandt het olympisch vuur zo intens als in de Verenigde Staten, weet Schouten inmiddels. `Ze hebben echt het gevoel dat ze de eer van het land moeten verdedigen. Parra was één van de mannen die bij de openingsceremonie de vlag die in de puinresten van het WTC-gebouw is gevonden het stadion binnen droeg. Dat heeft die jongen zo'n kick gegeven. En Boutiette gaf een voorbeeld door op de vijf kilometer als outsider drie kilometer lang onder het wereldrecord te rijden. Daar trok de rest van het team zich aan op.'
Al mogen we volgens Schouten niet vergeten dat achter het succes een structuur schuil gaat waaraan vier jaar uiterst zorgvuldig is gewerkt. Onder leiding van de Noorse technisch directeur van de Amerikaanse schaatsbond Finn Halvorsen waken drie hoofdcoaches - Schouten (allround), Crowe (sprint) en Cushman (allround en sprint) - over het algemeen belang. Elke zes weken voert de technische staf overleg.
Die teamgeest werpt in Salt Lake City vruchten af, stelt Schouten vast. `Iedere coach heeft zijn eigen aanpak, dat wordt gerespecteerd. Maar we proberen elkaar wel scherp te houden. Met z'n vieren, plus een hele groep wetenschappelijke medewerkers, discussiëren we veel over trainingsmethoden en over de keuzes die je moet maken.
`Ik weet niet precies hoe het in andere landen werkt, maar als ik om me heen kijk zie ik wel dat sommige coaches liever op hun eigen eilandje blijven zitten. Als in Nederland wat meer onderling gesproken zou worden, lag het niveau nog veel hoger. Dat vereist in de eerste plaats een mentaliteitsverandering. Gerard Kemkers en Ingrid Paul zijn best bereid met anderen te praten, maar ik denk dat zij uitzonderingen zijn. Zelfs de beste coach van de wereld kan niet zonder hulp van anderen.'
Hij hoeft maar naar zichzelf te kijken. Na zijn eerste jaar als bondscoach in Amerika dreigde de bond hem te degraderen tot regionaal coach in de Midwest omdat de toenmalige vedette KC Boutiette niet onder de indruk was van zijn aanpak. Boutiette had eerder Gerard Kemkers als coach gehad. Omdat echter Derek Parra een brief schreef aan de Amerikaanse bond met het dringende verzoek Schouten te handhaven kwamen de officials op hun voornemen terug.
Als blijk van wederzijds respect nodigde Parra zijn coach na de overwinning op de 1500 meter uit samen een ereronde te rijden. Trots is niet het goede woord, zegt Schouten. `Ik zie het meer als een groot compliment. Parra heeft altijd vertrouwen in mij gehad en ik in hem. Na die 1500 meter zei hij: ik wil dat jij met mij een ereronde rijdt. Nee, zei ik, dit is jouw dag, jouw ereronde. No way, zei hij, we hebben dit samen gewonnen. Als ik geweigerd had, zou ik hem beledigd hebben.
`Parra en ik hebben een beetje dezelfde ontwikkeling doorgemaakt. Van niks naar de top in een paar jaar. In mijn eerste jaar als bondscoach was ik onervaren en dus ook onzeker. De ster van de ploeg, Boutiette, was tegen mij. Hoe goed mijn schema's ook waren, volgens hem deugde het nooit. Er ontstonden kliekjes, er groeiden spanningen. Ik was te onervaren om daarmee om te gaan. Parra heeft zijn nek uitgestoken voor mij. Samen hebben wij ervoor gezorgd dat de teamgeest is gegroeid.
`Vergis je niet, dit is ook een hard wereldje. Je moet je plek verdienen. Dat is vaak lastig, maar het vormt je karakter wel. Coaches onderling kunnen elkaar ook flink dwars zitten. Je moet je plekkie op de kruising, waar alle coaches met het rondebord staan, echt verdienen. Vooral Nederlanders hebben daar een handje van. Ik heb met Ab Krook hele gevechten moeten leveren. Krook is een mannetje hoor.'
Amper vijftien jaar oud wist Bart Schouten al dat schaatscoach zijn roeping was. Terwijl clubgenootjes zich in de jaren tachtig spiegelden aan Hein Vergeer, Leo Visser en Gerard Kemkers raakte hij gebiologeerd door de wijze waarop toenmalig kernploegcoach Henk Gemser het schaatsen een nieuw gezicht gaf. Schouten deed de sportacademie in Amsterdam, volgde de cursus schaatstrainer en stak zijn vinger op toen docent Schipper vroeg wie bondscoach wilde worden. `Ik wilde ooit Henk Gemser worden.'
Na een aanloop via de ijsclub Haarlem en het gewest Noord-Holland/Utrecht nam zijn loopbaan in 1996 de beslissende wending toen Schouten van de toenmalige Amerikaanse bondscoach Gerard Kemkers het aanbod kreeg regio-coach te worden in Minneapolis. Twee jaar later stopte Kemkers en werd Schouten gevraagd de nationale selectie onder zijn hoede te nemen. `Ik zei eerst nee omdat ik wist dat Boutiette tegen mij was. Maar je kunt niet drie keer nee zeggen. Ik ben natuurlijk wel ambitieus.'
T
wee seizoenen stond Schouten derhalve nog op het ijs met de man die ooit zijn voorbeeld was. `Ik keek niet tegen Gemser op, maar het is weleens voorgekomen dat zijn team en mijn team op dezelfde baan aan het trainen waren en dat ik dan even wegdroomde. Ooit keek ik naar die man op tv en ineens stond ik naast hem.
`De WK afstanden in 2000 in Nagano was Gemsers laatste toernooi. Op de laatste avond stond hij in een café in een stil hoekje, alsof hij zijn carrière aan het overdenken was. Toen ben ik naar hem toegegaan en heb ik hem gezegd dat hij mijn grote voorbeeld is geweest. Hij kreeg tranen in zijn ogen. Ik vond dat ik hem dat een keer moest zeggen.
`Misschien was dat voor mijzelf ook een keerpunt. De eerste jaren was ik heel erg bezig me te bewijzen, maar op een bepaald moment sloeg dat om in een soort rust en zelfvertrouwen. Ik wist waar ik mee bezig was. Dat ik toen naar Gemser stapte, was onbewust misschien wel de bevestiging dat ik er bij hoorde. Al die grote trainers, ik heb nog niet de staat van dienst die zij hebben, maar ik word niet meer afgetroefd als het om kennis of inzichten gaat.
`Ik was zelf geen groot schaatser, maar ik ben wel gek van deze sport en ik heb een duidelijke visie hoe een schaatser getraind moet worden. In mijn hoofd zit een ideaalbeeld en dat probeer ik over te brengen op mijn ploeg. Zo heb ik Parra per jaar zien groeien. Elke trainer droomt ervan zo'n talent in handen te krijgen. Zijn talent en mijn ideeën, het klikte gewoon.'
Nu is hij dé man. Tijdens het interview lopen veel mensen langs die hem even de hand willen schudden, of die simpelweg Hi Bart, good job roepen. `Zo werkt de sportwereld', zegt Schouten, `ineens tel je mee.' Weliswaar heeft hij officieel nog geen aanbiedingen ontvangen, maar dat zijn naam rondzingt bij de Canadese bond en enkele Nederlandse teams verbaast hem niet. `Vanuit Calgary ben ik vaker gepolst en DSB heeft ook wel eens een visje uitgegooid.
`In september heb ik tegen de Amerikaanse bond gezegd: willen jullie dat ik bijteken, dan moet het nu! Als jullie willen wachten tot na het seizoen houd ik andere opties ook open. Ze wilden afwachten hoe de Olympische Spelen zouden verlopen, zeiden ze. Prima, dat is hun goed recht. Maar eerlijk is eerlijk, nu heb ik de troeven in handen.
`Als ik hier blijf kan ik ook een mooi huis kopen en goed leven. Natuurlijk weet ik wel dat in Nederland nog veel grotere bedragen omgaan, maar ik vraag me af of ik daar gelukkiger van word. In Nederland moet je veel meer rekening houden met allerlei randverschijnselen. De media, de hoge verwachtingen, sponsors die zich ermee bemoeien, trainers die elkaar in de haren zitten.
`Ik weet dat ze aan Parra trekken. In december in Den Haag heeft DSB met hem gesproken, ik zat erbij. Hier verdient hij honderdduizend dollar per jaar, straks kan hij misschien tonnen meer verdienen. Ik zal hem niet tegenhouden. Het enige dat ik tegen hem heb gezegd is om niet te snel over te stappen naar het marathonschaatsen. Parra kan nog zoveel meer.'