Analyse
Voortbestaan Bosnië-Herzegovina in gevaar gebracht door dreigende afscheiding Bosnische Serviërs
Bosnië-Herzegovina dreigt uit elkaar te vallen. Het land staat voor ‘de grootste existentiële dreiging sinds de burgeroorlog’, aldus de Hoge Vertegenwoordiger van de internationale gemeenschap. De VN-Veiligheidsraad praat woensdag over de situatie in Bosnië.
Tussen 1992 en 1995 kwamen honderdduizend mensen om het leven tijdens de burgeroorlog in Bosnië. Sindsdien leven Bosnische moslims (ongeveer 50 procent van de bevolking), Serviërs (30 procent) en Kroaten (15 procent) samen in een fragiele staat. De werkloosheid bedraagt 32,4 procent. Veel Bosniërs vertrekken naar het buitenland, daarmee bijdragend aan een sfeer van malaise.
Bosnië-Herzegovina bestaat uit twee delen, de Servische Republika Srpska en de federatie van moslims en Kroaten. De samenwerking tussen de twee landsdelen en drie etnische groeperingen verliep al uiterst moeizaam, maar in juli liepen de spanningen hoger op dan ooit sinds de burgeroorlog. De opstelling van de Bosnische Serviërs is een bedreiging voor de ‘vrede en stabiliteit in het land en de regio’, schreef Christiaan Schmidt, de Hoge Vertegenwoordiger van de internationale gemeenschap aan secretaris-generaal Antonio Guterres van de Verenigde Naties (VN).
Verbod op ontkennen genocide
Schmidts voorganger als Hoge Vertegenwoordiger, de Oostenrijker Valentin Inzko, vaardigde op een van zijn laatste werkdagen een decreet uit dat het ontkennen van genocide en het verheerlijken van oorlogsmisdadigers verbood. ‘Mijn geweten dicteerde me deze wet op te leggen’, zei hij tegen de Financial Times. Inzko zag hoe de autoriteiten van de Republika Srpska de massamoord in Srebrenica bagatelliseerden en de Bosnisch-Servische legerleider Ratko Mladic als een held vereerden.
De reacties daarop waren gemengd. ‘De rechtvaardiging voor zo’n wet in Bosnië is duidelijk. Wat ter discussie gesteld kan worden is de wijsheid van zo’n stap’, schreef de invloedrijke site Balkan Insight. Sommige experts vonden dat de kwestie van genocide-ontkenning op de Balkan moest worden aangepakt door lokale instituties, niet door een van buitenaf aangestelde autoriteit als Inzko.
De ingreep van Inzko gaf Milorad Dodik, de leider van de Bosnische Serviërs, een voorwendsel om de samenwerking met de moslims en de Kroaten op te blazen. Volgens Dodik is Bosnië-Herzegovina een ‘miskraam’, een tot mislukken gedoemd ‘westers experiment’ om samenwerking tussen etnische groepen af te dwingen. Het verbod op genocide-ontkenning was voor Dodik ‘de laatste nagel aan de doodskist’ van het land.
De Bosnische Serviërs trokken zich terug uit het federale parlement en andere federale instellingen. Nog ernstiger is dat Dodik alle Bosnisch-Servische soldaten uit het federale leger dreigt terug te trekken, om een eigen Bosnisch-Servisch leger te vormen. ‘Dit staat gelijk aan afscheiding zonder haar uit te roepen’, schrijft de Hoge Vertegenwoordiger Schmidt aan de VN. Zijn voorganger Inzko zegt geen spijt te hebben van zijn genocide-verbod: ‘Wat is riskanter voor de toekomst van het land? De verheerlijking van oorlogsmisdadigers als de stichters van de Republika Srpska of grote, maar tijdelijke ophef.’
Bosnische Serviërs willen autonomie, geen oorlog
Onzeker is volgens waarnemers hoe ver Dodik durft te gaan. Hij zegt dat de Bosnische Serviërs zich niet willen afscheiden, maar wel volledige autonomie eisen binnen Bosnië. Ook beweert hij niet uit te zijn op oorlog. ‘Er is geen oorlog, er zal geen oorlog zijn en er is geen mogelijkheid voor een oorlog’, aldus Dodik. Niettemin waarschuwde hij het Westen. Als het wil ingrijpen, zal de Republika Srpska kunnen rekenen op niet nader genoemde ‘vrienden’ - Servië en Rusland.
In Bosnië zijn nog zevenhonderd militairen gelegerd van de Europese Unie (EU). Hun mandaat moet vóór 5 november verlengd worden door de Veiligheidsraad. Het is vooral de vraag wat Rusland zal doen. Rusland was tegen de benoeming van de Duitser Schmidt en vindt dat er een einde moet worden gemaakt aan het instituut van de Hoge Vertegenwoordiger. Volgens de Russen is dat een voor Bosniërs ‘vernederende’ externe autoriteit. ‘Rusland wil Bosnië laten zoals het is, een onbestuurbaar land waar etnische groepen elkaar blokkeren', analyseert Maxim Samorukov van de denktank Carnegie Moscow Center in de Financial Times. ‘Zolang het onbestuurbaar is, kan het geen lid worden van de NAVO.’
Zal Bosnië zijn demonen onder controle weten te houden?, vraagt columnist Gojko Beric in de krant Oslobodenje uit Sarajevo zich af. Hij spreekt de hoop uit dat de EU en de VS tijdig tussenbeide komen. ‘Alle analyses laten zien dat de oorlog in het voormalige Joegoslavië gestopt had kunnen worden. Maar de volgende dag was het te laat.’
Tijdlijn:
Juni 1991 Slovenië en Kroatië verklaren zich onafhankelijk. Begin burgeroorlog Joegoslavië.
April 1992 Begin burgeroorlog in Bosnië.
Juli 1995 Massamoord op Bosnische moslims door Bosnische Serviërs in Srebrenica.
December 1995 Akkoorden van Dayton maken een einde aan de burgeroorlog in Bosnië-Herzegovina.
Het land wordt opgedeeld in een Servische Republika Srpska en een federatie van Kroaten en Bosnische moslims, die ieder ongeveer de helft van het land in beslag nemen. Daarboven staat de federale overheid. Het presidentschap van Bosnië-Herzegovina rouleert tussen de leiders van de drie etnische groepen. Ze worden voor vier jaar gekozen en zijn steeds afwisselend president voor acht maanden.
Boven de president van Bosnië-Herzegovina staat de Hoge Vertegenwoordiger van de internationale gemeenschap. Hij moet toezien op het naleven van de Akkoorden van Dayton. De Hoge Vertegenwoordiger mag bindende besluiten nemen.
Juli 2021 De Hoge Vertegenwoordiger vaardigt een decreet uit waarin het ontkennen van genocide, zoals in Srebrenica, strafbaar wordt gesteld. Sindsdien boycotten de Bosnische Serviërs het parlement en andere federale instellingen. Ook dreigen ze hun strijdkrachten terug te trekken uit het gezamenlijke Bosnische leger en een eigen Servisch leger te vormen.