Voorlopig blijft Israël in Libanon
Het Israëlische kabinet is unaniem bereid tot een voorwaardelijke terugtrekking van de Israëlische strijdkrachten uit Zuid-Libanon. Volgens Jurgen Maas moet hieraan, ook al gezien de Libanese en Syrische reacties, weinig betekenis worden gehecht....
HET Israëlische kabinet is unaniem akkoord gegaan om het leger uit Zuid-Libanon terug te trekken, zonder een formeel vredesakkoord met Libanon vooraf. Premier Netanyahu maakte begin maart al duidelijk met Libanon te willen onderhandelen over een Israëlische terugtocht. Hij wil als veiligheidsgarantie dat het Libanese leger aanvallen vanaf Libanees grondgebied op Israël gaat voorkomen. Hij is ervan overtuigd dat het daar toe in staat is, maar twijfelt over de bereidheid van het Libanese leger.
Deze twijfel is onterecht. Het Libanese leger is ertoe bereid, maar alleen waneer Israël zich onvoorwaardelijk terugtrekt. Enkele weken geleden uitte de Libanese minister van Buitenlandse Zaken, Faris Bweiz, zich kort en duidelijk: er valt niet te onderhandelen over VN-resolutie 425 uit 1978. Deze resolutie roept Israël op tot een onmiddellijke, volledige en onvoorwaardelijke terugtrekking van Libanees grondgebied en herstel van de internationale vrede en veiligheid.
Waarom dan toch het Israëlische kabinetsbesluit? Misschien wel om tegemoet te komen aan 'de vier moeders', een beweging die is vernoemd naar vier moeders uit Noord-Israël. Ze begon een half jaar geleden de campagne voor de terugtrekking van Israël uit Libanon. Sedert begin dit jaar zijn al vier Israëlische soldaten in Libanon gedood en 30 gewond. In 1997 keerden 39 soldaten in bodybags terug, exclusief de 73 militairen die een helikopterongeluk boven het Libanees-lsraëlische grensgebied niet overleefden.
De door Israël in 1985 ingestelde zogenaamde 'veiligheidszone' beslaat zo'n 11 procent van het Libanese grondgebied. Er zijn rond de tweeduizend Israëlische militairen gestationeerd en zo'n 2500 manschappen van het pro-lsraëlische Zuid-Libanese Leger (SLA), dat door Israël wordt getraind, bewapend en gefinancierd.
De relatie tussen Israël en de SLA is de laatste tijd behoorlijk bekoeld, nu de militie steeds meer haar eigen weg gaat, met als gevolg onnodige slachtoffers aan Israëlische zijde. In het voorstel van Netanyahu is de eis dat het SLA wordt opgenomen in het Libanese leger dan ook verdwenen.
Onderdeel van de veiligheidsgarantie is dat Libanon toezegt dat het Hezbollah zal ontwapenen. Beiroet is hier echter al lang toe bereid, maar pas wanneer Israël zich heeft teruggetrokken. Ligt het zo eenvoudig? Ja. De gewapende tak van Hezbollah bestaat slechts uit zo'n vijfhonderd man, en haar secretaris-generaal, Hassan Nasrallah, verklaarde onlangs nog dat Hezbollah zich, 'na de bevrijding van Zuid-Libanon zal terugtrekken en de zorg voor de veiligheid van het gebied zal overdragen aan het nationale leger'. Behoudt Hezbollah dan nog enig bestaansrecht? Ook daarop is het antwoord, enigszins voorzichtig, ja.
De Partij van God is al jaren een officiële politieke partij, met momenteel negen parlementszetels, en is dankzij een uitgebreid sociaal netwerk behoorlijk verankerd in een deel van de Libanese maatschappij. Een Israëlische terugtocht zal door Hezbollah worden gevierd als een glansrijke overwinning, waarna de beweging haar aandacht volledig kan concentreren op haar parlemetaire oppositierol en de uitbreiding van het sociale netwerk.
Als grootste obstakel voor de ontwapening van Hezbollah wordt vaak gezien dat Syrië dan in een lastig pakket terecht komt. Het zou het einde betekenen van het enige actieve Arabisch Israëlische front: de Syrische troefkaart in de onderhandelingen met Israël over de Golan. Niemand betwist dat Syrië de echte baas is in Libanon, waar zich zo'n dertigduizend van haar militairen bevinden.
Strikt genomen had Syrië zich volgens het in 1989 gesloten Taif-akkoord in 1992 uit Libanon moeten terugtrekken. Maar het in mei 1991 met Libanon gesloten 'Verdrag van Broederschap, Samenwerking en Coördinatie' heeft ertoe geleid dat de Syrische troepenmacht zich nog steeds op Libanees grondgebied bevindt, waar inmiddels ook zo'n half miljoen Syriërs werkzaam is. Daarbij moet worden aangetekend dat het Syrische leger in en rond Beiroet grotendeels 'onzichtbaar' is geworden en ook het aantal Syrische controleposten in de rest van het land drastisch is verminderd.
Erg sterk is de Syrische troefkaart in de afgelopen twintig jaar niet gebleken. Ondanks de acties van Hezbollah houdt Israël nog steeds de Golan bezet. En Netanyahu is niet bereid te onderhandelen over de Golan. Wel eist Netanyahu niet langer dat Syrië haar troepen uit Libanon terugtrekt. Maar dat deze eis is verdwenen, is niet erg verwonderlijk. Syrië is namelijk bereid haar troepen uit Libanon terug te trekken, maar, jawel, in het kader van een allesomvattende vredesregeling, waarbij Israël uit Libanon vertrekt en de in 1967 bezette Golan teruggeeft.
Blijft over de positie van de ruim 400 duizend Palestijnse vluchtelingen in Libanon. Veel Libanezen vrezen dat Libanon bij een oplossing van het Arabisch-lsraëlische conflict voor de kosten opdraait, in de vorm van de permanente aanwezigheid van de Palestijnen. Ook daarom is Libanon, in samenspraak met Syrië, alleen bereid tot een allesomvattende vredesregeling, dus met inbegrip van een overeenkomst over de toekomst van de Palestijnse vluchtelingen van 1948. Die zijn echter met de Oslo-akkoorden op een zijspoor gerangeerd. Geen enkele Israëlische regering is bereid tot een rechtvaardige (lees: terugkeer) regeling te komen voor deze groep Palestijnen.
Intussen genieten 'de vier moeders' steeds meer steun. Yossi Beilin van de oppositionele Arbeidspartij leidt een actiegroep die een eenzijdige terugtrekking, zonder garanties vooraf, bepleit. Het kabinetsbesluit lijkt daarom meer een poging de publieke opinie te sussen, juist in een periode waarin de onderhandelingen met de Palestijnen hopeloos verlopen. Bovendien deed Netanyahu in september, toen twaalf Israëlische soldaten in Zuid-Libanon in een hinderlaag waren gelopen, exact hetzelfde voorstel, als begin maart, dat nu door het kabinet is bekrachtigd. Inmiddels is het twintig jaar geleden dat Israël op grote schaal Libanon binnenviel en, als reactie hierop, de VN-resolutie 425 aannamen. Tijd om onvoorwaardelijk te vertrekken.
Jurgen Maas is hoofdredacteur van het Midden-Oostentijdschrift Soera.