ReportageAchterstandswijken
Voor Tilburg-Noord maakte corona echt niet zoveel uit: ‘Je kunt geen baan verliezen die je niet hebt’
De coronacrisis treft bewoners van achterstandswijken het zwaarst, waarschuwden burgemeesters van grote steden. In Tilburg-Noord hebben ze dat niet zo ervaren. ‘Je kunt geen baan verliezen die je niet hebt.’
‘Waarom zou je dingen gaan slopen in je eigen buurt?’ Vraag jongeren uit Tilburg-Noord of zomerrellen als in de Haagse Schilderswijk en het Utrechtse Kanaleneiland ook bij hen zouden kunnen plaatsvinden en er klinkt vooral onbegrip. Zulk gedrag is meer iets voor het westen van het land, menen ze. De 20-jarige Abi zegt: ‘In de grote stad hebben ze meer sensatie nodig. In Brabant zijn we daar te nuchter voor.’
In de heetste week van augustus sloeg in een paar achterstandswijken de vlam in de pan. Als oorzaken werd, naast de hitte, meermaals gewezen op de verveling en frustratie van de coronazomer. Mede daardoor waren jongeren er blijkbaar makkelijk voor te porren om stenen en vuurwerk te gooien naar de politie.
De ongeregeldheden sloten aan bij het verhaal van vijftien burgemeesters van de grote steden. Begin juni betoogden zij dat de achterstandswijken extra te lijden hadden onder de coronacrisis. In deze wijken zouden de problemen van schulden en onderwijsachterstanden ‘exponentieel’ toenemen. Kwetsbare jongeren zouden als eerste hun flexbanen kwijtraken en vatbaar worden voor de verleidingen van de onderwereld.
Dat schreven de burgemeesters aan het Rijk, met het verzoek om flink in deze wijken te investeren: 1,25 miljard euro. En zie nu hoe de ervaren onvrede in die wijken tot uitbarsting komt.
Maar zo zwart-wit ligt het niet. Dat blijkt bijvoorbeeld in Stokhasselt, waar de Volkskrant deze zomer regelmatig te vinden was om te kijken hoe de bewoners zich door de coronacrisis heen slaan. Een gebied met vergelijkbare cijfers als het gaat om armoede en achterstelling als de ‘relwijken’.
Aan de buitenkant zie je dat er niet echt aan af. Stokhasselt is een paar jaar geleden grondig opgeknapt. De flats, rijtjeshuizen en plantsoenen liggen er keurig bij. Als Stokhasselt een achterstandsbuurt is, dan toch de mooiste van Nederland. Er staat juist hier veel op het spel nu het in de wijk iets beter gaat dan tien jaar geleden. Zou de wijk door corona terug bij af zijn? Krijgen de bewoners de hardste klappen door de pandemie?
Niet per se. Met de besmettingen valt het er mee. In de wijk wonen ruim 120 nationaliteiten: de helft van de bewoners heeft een migratieachtergrond. Relatief veel mensen leven in Stokhasselt van een uitkering. Voor hen verandert er financieel nauwelijks wat. ‘Je kunt geen baan verliezen die je niet hebt’, zegt een winkelier.
Ook in de flats van Tilburg-Noord zagen veel bewoners hun vakantieplannen in rook opgaan door corona. Op de smalle galerijen of in de lift kunnen ze geen anderhalve meter afstand houden, maar dat deert ze weinig. En ook jongeren in Stokhasselt kunnen zich kansarm voelen en een weinig positief toekomstbeeld hebben. Maar hier bleef het rustig.
‘Het is vervelend als je niet naar je familie in Marokko kan, maar met rellen houden wij ons niet bezig’, zegt een 14-jarige jongen in een lichtblauw trainingspak met de opdruk ‘Banlieue’. Hij staat deze regenachtige middag in de rij voor een ritje op de elektrische rodeostier. Het is een van de publiekstrekkers van de buurtbarbecue in het Ypelaerpark, de traditionele afsluiting van de zomer, georganiseerd door jongerenwerkers. Zij hebben de jongeren deze zomer zo veel mogelijk bezig proberen te houden.
In een moordend tempo legt jongerenwerker Erdem Altin halal hamburgers en kipstukken op de grill. De toegestroomde bewoners kijken naar de straatvoetbalkunsten van lokale held Nasser el Jackson, tweevoudig wereldkampioen ‘groundmoves’. Ondertussen komen twee wijkagenten langs voor een praatje met bewoners.
Jongeren vertellen, soms glunderend, over het kat-en-muisspel met de politie tijdens de lockdown, als ze toch gingen voetballen. Ook in Stokhasselt waren er zorgen over toegenomen onderwijsachterstanden. En over leerlingen die uit zicht raakten toen de scholen moesten sluiten. Maar extra zwaar getroffen door corona? Zo voelen de meesten zich niet.
Met 1-0 achter
‘Als je kunt rellen, kun je ook de moeite nemen om te solliciteren’, zegt Younes, een 17-jarige die als peuter uit Casablanca naar Nederland kwam. Hij zou begrip kunnen opbrengen voor de ongeregeldheden als jongeren ermee aandacht vroegen voor armoede of discriminatie, maar het waren gewoon rellen voor de kick. Ja, hij herkent wel het gevoel van achterstelling. ‘Mijn moeder zegt tegen me: je staat bij voorbaat met 1-0 achter. Daarom moet je harder werken dan anderen.’
Younes ziet hoe vrienden hun banen bij uitzendbureaus verliezen door corona, losse contracten die zo maar werden beëindigd. ‘Die kunnen diep in de shit raken. Dan kunnen ze afglijden.’ ‘Iedereen in deze wijk kent wel iemand die foute dingen doet’, vult een vriend van hem aan. ‘Zo’n persoon kan zien dat jij geen geld hebt en kwetsbaar bent. Die kan jou dan bijvoorbeeld vragen: ik heb iets voor je, wil je dat van A naar B brengen? Dan heb je weer wat geld in je zak.’
‘Maar ieder persoon maakt zelf die keuze’, zegt Younes beslist. ‘Je kunt altijd nee zeggen.’
Criminaliteit kan een sterk aanzuigende werking hebben, zeker voor jongens die opgroeien met het idee dat de hele wereld tegen hen is, daar twijfelt ook cultuurpsycholoog Jos van der Lans niet aan. Maar met corona heeft dat risico volgens hem niet zo veel te maken.
Al jaren volgt Van der Lans deze kwetsbare buurten, in 2009 zat hij in de visitatiecommissie voor de Vogelaarwijken. Die grootschalige investeringen in veertig ‘krachtwijken’ zijn rond 2015 gestopt. In onderzoeken leest hij sindsdien hoe deze buurten in een spiraal naar beneden zijn beland. In de paar wijken waar nog wel in werd geïnvesteerd zijn de cijfers stabiel gebleven, of zelfs iets verbeterd. Dat noemt hij ‘het postume gelijk van Vogelaar’; in oktober 2019 maakte de oud-minister een einde aan haar leven.
De strenge inkomenseis die sinds 2011 geldt voor sociale woningbouw draagt bij aan de achteruitgang. Een huishouden met een jaarinkomen boven de 39 duizend euro krijgt zo’n goedkope huurwoning niet. Zo komen in de flatwijken steeds meer mensen bij elkaar te wonen die het zonder steun maar moeilijk rooien; mensen met wankele baantjes of geen werk, statushouders, mensen met psychische problemen, verslavingen, schulden.
‘De concentratie van kwetsbare mensen is te hoog geworden’, beaamt René Scherpenisse, directeur van de Tilburgse corporatie Tiwos. ‘Een wijk heeft draagkracht en draaglast, zeg ik altijd, die twee moeten in balans zijn.’
‘Corona-katalysator-reflex’
Het ging dus al de verkeerde kant op in die wijken, daar was geen corona voor nodig. Van der Lans noemt de burgemeestersbrief een van de opvallendste voorbeelden van de ‘corona-katalysator-reflex’. ‘Ze gebruiken corona als argument om meer geld te claimen. Overal zagen professionals de problemen in hun vakgebied toenemen door corona, van psychische problematiek tot eenzaamheid. Vaak niet gebaseerd op feiten of onderzoek, maar op een onderbuikgevoel.’
Meer dan eenderde van de gezinnen in Stokhasselt leeft in armoede, oftewel op bijstandsniveau. Achter zowat elke voordeur zit een verhaal, weten ze bij corporatie WonenBreburg, eigenaar van de meeste woningen in de wijk. De corporaties treffen regelingen met bewoners die door corona hun huur niet kunnen betalen. Vooral bij zzp’ers ziet Scherpenisse van Tiwos de huurachterstanden oplopen. Maar in de sociale huur zijn er nauwelijks verschillen merkbaar.
De woonconsulenten van WonenBreburg zagen wel negatieve effecten van corona. Vooral op bewoners met psychische problemen, die tijdens de lockdown hun uitlaatklep in een sportschool of lotgenotenclub misten en verder geïsoleerd raakten. Sommige bewoners werden door meer alcoholgebruik agressief naar hun buren. Eén bewoonster raakte zo in de stress, dat die eieren ging gooien tegen het raam van haar buren.
Of neem Khadra, een gescheiden moeder van Somalische afkomst, die met haar negen kinderen een flatwoning met vier slaapkamers bewoont. ‘We kregen er stress van om zo dicht op elkaar te zitten tijdens de lockdown’, vertelt ze. In het land dat ze op haar 25ste ontvluchtte is ze nooit naar school geweest. Hoe kon zij haar kinderen – de jongste 4, de oudste 20 jaar – thuis helpen met schoolwerk? Alleen de oudste twee hadden een laptop. Via school en Stichting Leergeld kreeg ze ondersteuning. Haar kinderen doen het goed op school, zegt ze trots. En gelukkig liep haar uitkering door.
En ook de Voedselbank bleef open, waar ze sinds twee jaar van afhankelijk is. Dus ach, corona. Dat ze uit de armoede komt, heeft haar prioriteit. Ze doet schoonmaakwerk, de inkomsten worden van haar uitkering ingehouden. En ze loopt nu een onbetaalde stage als kok, in de hoop in de horeca te gaan werken.
‘Veel gezinnen in de wijk denken: ik heb wel andere dingen aan m’n hoofd dan zo’n virus’, zegt jongerenwerker Kareem Wahby. Het is een privilege, zo leren de gesprekken met professionals en bewoners, om je druk te maken over een mogelijke bedreiging van je gezondheid, directe problemen krijgen voorrang.
‘Als een jongen zijn baan kwijtraakt door corona, betekent dat ook zeker niet automatisch dat hij zal afglijden, zoals de burgemeesters suggereren’, zegt Wahby’s collega Erdem Altin. Wahby: ‘Dat zijn jongeren die al werken, die vinden wel een andere baan. Bovendien werken veel jongeren hier in de maaltijdbezorging. Die hebben alleen maar meer werk gehad.’
Zoals Mohammed (17), mbo-student logistiek, die je kunt treffen met zijn vrienden op een bankje in het Ypelaerpark. Hij werkte deze periode extra hard, als bezorger van Thuisbezorgd. De tengere Mohammed, witte sokken in zijn Nike-badslippers, heeft zijn toekomst al uitgestippeld. Een vaste baan, een beetje sparen en rond zijn 25ste een rijtjeshuis kopen in Stokhasselt. ‘Ik hoop dat de economische crisis dan weer voorbij is.’
Dunne lijn
Terug naar de buurtbarbecue, waar Younes met zijn maten onder een luifel schuilt voor de regen. Daar vertelt een 20-jarige vriend van hem – geen naam alsjeblieft – over de dunne lijn tussen goed en kwaad. ‘Voor een jongen in zo’n wijk is het bijna een standaardverhaaltje’, zegt hij enigszins gegeneerd. ‘Je ziet de grote jongens met geld en laat je beïnvloeden.’ Na een veroordeling zat hij thuis met een enkelband.
Het geloof, zegt hij, liet hem de knop omzetten, net voor zijn 18de. ‘Op een dag werd ik wakker, ik keek naar buiten en dacht: wat een schitterende dag. Ik besloot naar de moskee te gaan. Ik voelde: ik ben niet goed bezig.’
Nu loopt hij stage en probeert hij aan een carrière als rapper te werken. Dan slaat een vriend hem op de schouder, de tijd van serieus praten is voorbij. Ze dollen en stoeien op de luchtkussens rond de rodeostier. Corona? Hij haalt zijn schouders op. ‘Het was even saai. Nu spreek ik weer gewoon met mijn vrienden af.’
Burgemeesters: ‘Corona niet ingezet als lobbymiddel’
Hebben de burgemeesters van de vijftien grote steden de invloed van corona op de achterstandswijken overdreven om hun lobby voor meer geld te versterken? De Tilburgse burgemeester Theo Weterings erkent desgevraagd dat de burgemeesters de urgentie van corona later in het manifest geschreven hebben. ‘We waren al bezig met een oproep aan het Rijk om meer in deze wijken te investeren, in navolging van de aanpak in Rotterdam-Zuid, toen corona kwam. Ook als er geen corona was geweest hadden wij met de burgemeesters besloten om die boodschap te verkondigen, dat we de kansen moeten verbeteren van alle mensen in deze wijken. Dit was allemaal gericht op de verkiezingen en het nieuwe kabinet. Toen corona toesloeg, hebben we de gevolgen daarvan wat meer in het manifest geschreven.’
Jan Hamming, burgemeester van Zaanstad en initiatiefnemer van het manifest, erkent dat de burgemeesters al vanaf eind vorig jaar in gesprek waren met elkaar en met de Rijksoverheid. ‘We hadden al een aanpak, die wilden we nogmaals agenderen. Maar het is niet zo dat we corona inzetten als lobbymiddel. Dat we corona er zo maar bijhalen. Het is op basis van signalen. Deze vijftien burgemeesters zien dat in de kwetsbare wijken de tweedeling verscherpt door corona. In die wijken schoot het thuisonderwijs tekort. Onze jongerenwerkers zagen dat de verleiding van ondermijning echt groter werd door de crisis. Corona is nu een contrastvloeistof. Het onderstreept de noodzaak voor forse investeringen.’
Eerdere afleveringen van Zomer in Tilburg-Noord
Hoewel de Tilburgse Pucciniflat berucht is, zouden veel van de bewoners nergens anders willen wonen
Alles liever dan een kunstproject, zeggen de jongeren op het Verdiplein in Tilburg
Op pad met Henk en Ireen van de buurtpreventie in Stokhasselt
Wat verkoop je als Syriër in Tilburg-Noord? Kapsalon en shoarma
Geen grove taal en gangstergedrag op de Cruyff Court in Tilburg-Noord
Niet op vakantie, maar naar zomerschool: ‘Dit vind ik ook leuk’