Voor geld naar München, het hart blijft 'im Osten'
Ruim twee miljoen Oost-Duitsers zijn naar het westen getrokken op zoek naar werk. In de Ossiwinkel in München kopen ze hun Oost-Duitse mosterd en zoeken ze elkaar op....
Mario tilt twee kratten Vita-Cola de winkel uit en zet ze in de achterbak van zijn BMW. De DDR-cola is veel lekkerder dan de westerse soorten, vindt hij. 'Ik ben met deze smaak opgegroeid.' Hij en zijn vrouw Diana hebben hun Oost-Duitse thuisstad Jena na de Duitse hereniging verlaten, op zoek naar werk. Ze zijn nu postbode in Fürstenfeldbruck, een stadje bij München.
Vroeger kwamen ze na een bezoek aan de Heimat terug met een auto vol Ost-producten, vertelt Diana. 'De mosterd van Born is gewoon lekkerder. En de Oost-Duitse ketchup smaakt tenminste niet zo zoet.' In supermarkten in het oosten van Duitsland liggen die spullen gewoon in de schappen. In het westen zijn ze nergens te vinden. Oost-Duitsers die naar het westen zijn verhuisd krijgen wel eens een 'Ostpaket' opgestuurd, door familie of een verzendhuis.
In München hoeft dit niet meer, dankzij Rico's Ossiladen. Hallorenkugel uit Halle, koffie van Röstfein, Viking-koekjes, Soljanka, Thüringer braadworstjes of Gierke Feuerstein-schnapps uit de Harz, het staat bij Rico allemaal op de plank. Ze hebben moderne verpakkingen, maar met het oude logo erop. Er is zelfs een collectie Elasan-babyzalf. 'Daar zit veel minder chemie in dan in de westerse producten', weet Enrico Reinsch, de 32-jarige Oost-Duitse eigenaar van de winkel. Ook heeft hij DDR-modeltreinen en een fijne collectie oude DDR-films.
De zaken lopen steeds beter, ook al ligt de Ossiladen in de rustige Münchener buitenwijk Pasing. In de winkel klinkt het typische Saksische dialect. Bijna altijd hangen hier een paar Oost-Duitsers rond om Enrico een handje te helpen en een praatje te maken met andere Ossi's. Het is een stuk Heimat in den vreemde, zegt Reinsch. 'Ze voelen zich hier thuis tussen de vertrouwde producten.' De bumpersticker met oost-dialect in de etalage vertolkt het collectieve gevoel: 'Kommste ooch von daheeme?'
Sinds 1991 zijn 2,3 miljoen Duitsers uit de nieuwe deelstaten naar het westen verhuisd, meldt het Statistisches Bundesamt. 'Het is de zoektocht naar werk die de mensen naar het westen dwingt', zegt een onderzoeker.
Na een daling midden jaren negentig trekken de laatste jaren weer tegen de 200 duizend Oost-Duitsers per jaar weg. De economie wil in het oosten maar niet aantrekken en de werkloosheid is er twee keer zo hoog als in West-Duitsland. Regelmatig wordt bericht over de leegstand en misère die deze volksverhuizing in de achtergelaten dorpen en steden veroorzaakt.
Maar hoe vergaat het de Ossi's die hun geluk zoeken in West-Duitsland? Bij de metro in München is meer dan de helft van de machinisten en technici afkomstig uit Oost-Duitsland. 'Als wij ermee op zouden houden, rijdt er geen trein meer', zegt een jonge machinist trots.
Waarom werken zoveel Ossi's in het openbaar vervoer van München? 'De Wessi's werken niet voor zo weinig geld.' Maar met de mensen op zijn werk heeft hij geen problemen. Inderdaad heeft de Münchener metro met speciale campagnes in Oost-Duitsland machinisten aangetrokken, omdat in München geen personeel te vinden was.
Virginia, een meisje van twintig dat naar eigen zeggen altijd in Rico's Ossiladen rondhangt, was nooit weggegaan uit haar stad in Saksen-Anhalt als daar werk was geweest. Nu heeft ze een goede baan bij het high-tech bedrijf GKN Aerospace bij München. Op het werk wordt ze wel eens uitgelachen wegens haar afkomst. 'Ze verstaan ons niet en maken grapjes dat we te dom zijn om te werken of dat we terug moeten gaan.' Erg vindt ze dat niet.
Haar baas is zeer goed te spreken over het werk van de Oost-Duitsers. 'Ze hebben uitstekende kwalificaties en zijn uitermate gemotiveerd', zegt hij per telefoon. Dit oordeel valt in West-Duitsland wel vaker te beluisteren over de ossi-werknemers. Toch willen Virginia en haar vriend uiteindelijk terug naar Saksen-Anhalt. 'Daar zijn de mensen toch opener en eerlijker.'
Voorlopig zal ze het moeten doen met instellingen als het Volkscafé, een Oost-Duitse '(N)ostalgieclub en Tanztreff' in Fürstenfeldbruck bij München. Op de openingsavond verzorgt Enrico de oost-worstjes. Er zijn veel nieuwsgierige Oost-Duitsers gekomen, maar ze zijn enigszins teleurgesteld. De eigenaar, een gladde West-Duitse horeca-ondernemer, lijkt zich uit modieuze overwegingen te hebben aangesloten bij de Ostalgie-golf op televisie.
Hij heeft een voor- en achterkant van een Trabant aan de muur geplakt en hier en daar een Oost-Duits stoplichtmannetje neergezet. Verder is het een gewone provinciediscotheek waar je over de muziek heen moet schreeuwen. 'Ik kan het hem niet kwalijk nemen. Hij moet voor zijn geld toch ook lokaal publiek trekken?' zegt Marco, ambtenaar bij de sociale dienst.
Hij openbaart zichzelf als Ossi door met een vriend wild te dansen als de dj een nummer van de bekende Oost-Duitse rockband de Puhdy's draait. 'Goede muziek hè?' In november treedt de groep met nog twee grote Oost-Duitse bands op in München. Marco en Jan gaan er natuurlijk heen. Net als naar de Ossi-treff in de zomer, als Oost-Duitsers hun tentjes opslaan op een grasveld buiten München en samen de hele nacht barbecueën en drinken bij een kampvuur.
De twee jongens zijn ook lid van een speciale Dynamo Dresden-supportersclub in München. Ze organiseren uitjes en bezoeken de wedstrijden van de voetbalclub, die een obscuur bestaan leidt in de derde divisie. De Ossi's maken het zich gezellig in München. Maar altijd met elkaar. De integratie met de West-Duitsers wil nog niet erg vlotten. Jan, een leuke en vrolijke jongen, heeft weinig succes bij West-Duitse meisjes. 'Als ze merken dat je uit het oosten komt, zeggen ze vaak: dan maar niet.'
De zwaarlijvige voorzitter van de kleine supportersclub barst los als je hem naar zijn nieuwe landgenoten in het welvarende Beieren vraagt. 'Ze hebben hun neus in de lucht. De mensen hier gaat het er alleen om hoe groot je auto is en hoe hoog je bankrekening. Iedereen maakt zijn huis dicht en leeft voor zichzelf.'
In het westen staat de materie voorop, in het oosten de mens, zo hoor je steeds weer van de immigranten. 'Ons Ostler maakt het niet uit of je in een kleine auto rijdt. Het gaat om de betrekking van mens tot mens.' Alles, zegt hij, zijn vrienden, familie en het voetbal zijn 'daarginds'. Maar hij moet nu eenmaal geld verdienen.
Marco werkte onmiddellijk na de Wende een jaar bij een rozenkweker in Nederland, een land waarover hij zeer te spreken is. 'Ze stonden daar veel opener tegenover het DDR-verleden. Ze vroegen me onder het werk de oren van het hoofd. Maar de Wessi's willen er niets over weten. Ze veroordelen het alleen maar.'
'Ach, wat hebben die Wessi's nou helemaal meegemaakt in hun leven?', zegt een oudere man die aan een tafel bier drinkt met twee vrienden. 'Ze zijn de hele dag met hun tuin bezig, meer doen ze niet.' Zijn vriend moppert op de anti-autoritaire opvattingen op school. 'Ze weten helemaal niet hoe ze hun kinderen moeten opvoeden.'
De jonge vrachtwagenchauffeur een tafel verderop is naar München gekomen omdat hij hier voor bijna twee keer zoveel loon slechts 38 uur hoeft te werken. 'Maar toen ik in het begin flink aanpakte, zeiden de collega's: Hee Ossi! Houd eens op, straks moeten wij ook harder gaan werken.'
In Beieren zijn bijna geen creche-plaatsen, zegt zijn vrouw, terwijl in de DDR de staat zich over de kinderen ontfermde. En er was geen werkloosheid. 'In de DDR was het zo slecht niet', concludeert het paar, dat nog kind was toen de communistische staat ter ziele ging.
Enrico Reinsch van de Ossiladen denkt er net zo over. 'Oké, we leefden onder dwang. Maar we hadden wel heel veel plezier samen.' De klanten die hem gratis helpen en spontaan voorraden voor hem meenemen, tonen dat de Ossi's het nog niet zijn verleerd elkaar te helpen. Elke keer als hij op de snelweg langs het grensbord van de deelstaat Saksen rijdt, wordt hij blij.
Volgens Reinsch is de oost-west kloof groter dan men denkt. Op het gastenboek van zijn website www.ossiladen-muenchen krijgt hij regelmatig scheldmails met teksten als 'Ossis raus' of 'Ga terug naar waar je vandaan komt'. De Beierse mensen in de straat komen niet in zijn winkel, klagen over het laden en lossen en proberen hem weg te krijgen.
Hij zoekt een ander pand, ook omdat hij wil uitbreiden, maar wordt afgewezen door veel verhuurders. 'De mensen hier zeggen het niet openlijk, maar ze hebben nog steeds de vooroordelen uit de tijd van de Muur, zegt een Beierse mevrouw uit de buurt die wel met Enrico sympathiseert. 'Achter de rug van de Ossi's klagen ze dat die de banen afpakken.'
Maar het kan bijna niet anders, of de tijd heelt ook deze wond. 'Ik voed mijn zoontje op als een echte Ossi', roept Dynamo Dresden-fan Marco trots. Maar de kans dat hij slaagt is niet erg groot. Een kapster die terug wil naar Oost-Duitsland vertelt dat haar 22-jarige zoon, die zijn leven nog begon als DDR-pionier, nu Beiers spreekt en in geen geval mee terug wil.
Net zo min als Diana en Marco, die met hun Vita-Cola naar huis rijden. Ze hebben nooit enig probleem gehad in Beieren, zijn blij met hun ruime huis en hebben hier vrienden gemaakt. Af en toe bezoeken ze Jena, maar nooit te lang. Diana zegt: 'Als we dan terugrijden, ben ik blij weer thuis te zijn.'