PostuumElly Engel (1948-2023)
Voor de ‘moeder’ van Cinekid stonden de makers van kinderfilms altijd op één
Op de voorgrond treden vond Elly Engel onnodig. Onder leiding van haar projectbureau groeide Cinekid uit tot het grootste filmfestival voor kinderen ter wereld. Interviews gaf ze zelden; het draaide om de makers, die kregen de ruimte om groot te worden.
Een ‘Cannes voor de kinderfilm’ moest het worden. Een internationaal filmfestival in Amsterdam waar meer dan 100 films te zien zouden zijn en inkopers, verkopers en producenten samen konden komen.
Elly Engel stond aan de wieg van Cinekid en was samen met haar zus Joke 25 jaar verantwoordelijk voor het organisatorische en zakelijke management van het festival. ‘De organisatie is nog wel op zoek naar sponsors en subsidie, want ze hebben nog niet genoeg geld om het festival te houden’, meldde Het Parool eind 1986.
‘Het rondkrijgen van de begroting was een terugkerende bron van zorg’, herinnert goede vriendin Melissa de Vreede zich, die jaren met de zussen samenwerkte. ‘We moesten telkens weer onderhandelen met de overheid, de gemeente Amsterdam en allerlei mogelijke en onmogelijke fondsen en stichtingen die een bijdrage konden leveren.’
Het kwam altijd goed. Het hielp dat Cinekid al snel ook buiten Amsterdam een begrip werd. De programmering uit binnen- en buitenland sloeg aan, waardoor filmtheaters uit andere steden maar al te graag mee wilden doen. ‘Tijdens de festivalweek sleepten studenten van die enorme filmrollen op karretjes met de trein van de ene stad naar de andere. Dat kun je je nu niet meer voorstellen’, zegt De Vreede. ‘We waren zo trots. Het was echt ons kindje.’
Statig pand
Er werd gewerkt vanuit het souterrain van een statig pand waar Engel ook woonde. Kindertelevisie speelde in die tijd nog geen grote rol van betekenis, maar daar zou Cinekid verandering in brengen. ‘De zussen waren aangesloten bij allerlei creatieve VPRO-minded mensen die dat konden stimuleren’, herinnert Suzanne Kunzeler zich, die er in de beginjaren stage liep en er twee jaar werkte.
Ze ziet de zussen als haar leermeesters. ‘We leven nu in een tijd waarin er veel misgaat op de werkvloer, dat gebeurde daar niet. Nieuwkomers werden goed begeleid, er werd naar je geluisterd.’ Mensen kregen de ruimte en vrijheid om te doen waar ze goed in waren. ‘Elly werkte met een koel hoofd en liefde in het hart.
Meester draaiboekmaakster, werd ze ook wel genoemd. Iedere medewerker of vrijwilliger wist de avond ervoor precies wat de dag erna verwacht werd. Bijna altijd bleef ze vriendelijk, maar wanneer iets niet naar wens was, werd dat gezegd. ‘Ik zie haar nóg op de horecaman afstappen om over te brengen dat de broodjes veel te soppig waren door de berg natte sla die ertussen gepropt zat’, lacht de Vreede.
Engel, geboren Amsterdamse, verliet haar stad slechts éénmaal, om met haar toenmalige geliefde de wereld rond te zeilen. Ze moest op les, want zeilen, dat had ze nooit eerder gedaan. De Vreede werd meegesleept. ‘Laat ik zeggen: wij waren geen talenten op dit gebied.’
Moed in te spreken
Vier jaar bleef ze weg. De Vreede noemt het achteraf gezien een wonder dat Engel & Engel het hoofd in die periode boven water kon houden. Want van Cinekid alleen kon het niet rondkomen, jaarlijkse nieuwjaarsrecepties moesten nieuwe klanten opleveren. ‘Maar Joke en ik stonden meestal in een hoekje met ons drankje elkaar moed in te spreken en alleen Elly durfde onverschrokken op potentiële opdrachtgevers af te stappen.’
Na haar pensioen bleef Engel actief, ze was vaak in haar volkstuin te vinden, gastvrouw bij het Stedelijk Museum en verantwoordelijk voor de kaartverkoop bij bioscoop Lab111. De contacten die ze er opdeed noemde ze ‘haar nieuwe vrienden en vriendinnen’, waarmee ze regelmatig iets ondernam.
De laatste jaren kampte ze meermaals met kanker. Op 29 januari werd een longontsteking haar fataal. In de grote zaal van Lab111 namen vrienden en familie afscheid. ‘True love lasts a lifetime’, schreven haar collega’s van de bioscoop in de overlijdensadvertentie. Ze gaan hun ‘rots in de branding’ missen.