Voor bezinning lijkt in het Grote Circus geen plaats

Luid claxonnerend schoof de Tourkaravaan dinsdagavond van de Pyreneeënflank bij Cauterets naar het dal van Lourdes. Het helse kabaal van de bonte stoet die door het roomse wonderland trok, gold als dankzegging voor een veilige terugkeer uit de verraderlijke bergketen in het diepe zuiden van Frankrijk....

JAAP VISSER

Van onze verslaggever

PAU

Alsof er die dag geen renner dodelijk was verongelukt, zwaaiden de opgeluchte chauffeurs vrolijk naar het volk langs de weg. Het was het genante besluit van één van de meest bizarre dagen uit de Tourhistorie.

Hennie Kuiper, ploegleider van de verongelukte Fabio Casartelli, toonde gisterochtend, bij de start van de zestiende etappe, zowaar begrip voor de uitbundigheid in de karavaan. 'Het is menselijk dat iedereen in de eerste plaats aan zijn eigen hachje denkt. Het hoort bij de Tour, dat claxonneren. Mensen die weinig vliegen, reageren ook merkwaardig als hun vliegtuig veilig is geland. Die beginnen spontaan te applaudisseren.'

Vaker dan de buitenwacht mag weten, waart de dood rond in de Tour. Elk jaar gebeurt er wel een fataal ongeluk tijdens het schaamteloze gejakker over de Franse snel- en binnenwegen. Maar altijd was het een opgejaagde bestuurder van een volgauto of een te argeloze toeschouwer die het leven liet.

Doden hoeven niet op tv, de radio of in de krant, vindt de Tourdirectie. 'Dat er wel eens een slachtoffer valt, hoort bij de natuur van zo'n machtige wedstrijd als de Tour de France', heeft de vroegere koersdirecteur Goddet ooit gezegd.

Theo de Rooy, oud-Tourrenner en vorig jaar nog ploegleider in de Ronde, merkte gisteren aan de meet in Pau treffend op: 'De dood moet worden genegeerd, want de dood past niet in het marketingplaatje van de organisatie achter zo'n groot mediaspektakel.'

Maar als de dood het peloton binnensluipt, zoals in 1967, toen het hart van de Brit Simpson het begaf tijdens de beklimming van de Mont Ventoux, en zoals dinsdag, toen de Italiaan Casartelli in de afdaling van de Col de Portet d'Aspet tegen het wegdek sloeg, dan valt er uiteraard niets te ontkennen.

Toch draaide de lawaaimachine die Tour de France heet dinsdagmiddag nog lange tijd op volle toeren. Tot woede van de Italiaanse pers, die schande riep en schreef van de rumoerige huldigingen die de dragers van de gele, groene en bolletjestrui zelf op die zwarte middag moesten ondergaan.

Ruimte voor bezinning bood Tourbaas Leblanc pas de volgende ochtend toen het dagelijkse ceremonieel bij de start een sobere plechtigheid werd, afgesloten met een minuut stilte die overweldigend was. In het peloton gold vervolgens een staakt het vuren.

Maar gefietst werd er, gisteren, in de zinderendde hitte van de Pyrénées-Atlantiques. De Ronde stopzetten voor een dag van overpeinzing, het idee is bij Leblanc vermoedelijk niet eens opgekomen. De algemene opinie in de sportwereld is dat bij de dood ook niet te lang moet worden stilgestaan. Boksers slaan keihard door wanneer zij iemand definitief knock-out hebben gemept, formule 1-piloten razen onverstoord voort wanneer hun wereldkampioen zich te pletter heeft gereden, skiërs blijven zich vol overgave van de hellingen storten nadat zich op de piste een dodelijk ongeval heeft voorgedaan. En liepen de voetballers van Juventus niet een ereronde met de Europa Cup, terwijl tientallen van hun fans voor de finale in Brussel om het leven waren gekomen?

Maandag, op de rustdag, net nadat hij twee uur met Casartelli had getraind, was Hennie Kuiper wezen buurten bij Jan Raas. Ze hadden het er nog samen over gehad, de Nederlandse ploegleiders, dat het toch werkelijk van de zotte is zo hard als de auto's uit het gigantische wagenpark van de Tour door die Franse dorpjes scheuren.

Wie in de maand juli met een gele (koersdirectie en publiciteitskaravaan) dan wel blauwe (radio en tv) of groene (schrijvende pers) sticker op zijn voorruit Frankrijk rondt, stoort zich aan God noch gebod. De volgers van de Tour proberen elkaar in hanig rijgedrag vaak nog te overtreffen, waardoor elk pad dat de Ronde volgt, verandert in een racebaan. Het legioen agenten der politie, die meereizen met het Circus Leblanc, kijken toe en knijpen beide ogen dicht wanneer het fout gaat. En fout gaat het in elke Tour wel een paar keer.

Een reclamewagen van de bank die zich hoofdsponsor van de Ronde mag noemen, schepte twee weken geleden, op het parkoers van de ploegentijdrit, twee kleine kinderen. Nadat tientallen perswagens vorige week bij het verlaten van de Alpen door haar dorp waren gedenderd, bleef een oude vrouw roerloos op het asfalt liggen. En die recreant, die zaterdag op de beklimming voor Revel van zijn racefiets was gereden en geknakt op het asfalt lag, hoe zou het daar mee gaan?

De dood in de koers, Hennie Kuiper had nooit geweten dat die zo snel en genadeloos kon toeslaan. 'Ik heb vele jaren gekoerst, maar ik heb me nooit gerealiseerd dat je in een wedstrijd zomaar kunt sterven. Dat de stekker er als het ware van het ene op het andere moment kan worden uitgetrokken.'

Toen Kuiper zijn vader verloor, reed hij in Frankrijk de Tour. 'Ik ging naar huis en viel in een verschrikkelijk gat. Binnen de ploeg proberen we elkaar nu te ondersteunen, zodat niemand in dat gat valt. Daarom hebben we ook besloten ons niet terug te trekken.'

Want de koers gaat voort. 'Omdat', zo drukte Leblanc zich dinsdagavond ongelukkig uit, 'dat grote sportieve circus nu eenmaal niet kan worden stopgezet.' Zelfs niet door een bedrijfsongeval met dodelijk afloop, zoals dat van renner nummer 114, Fabio Casartelli.

Jaap Visser

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden