Voor 2100 moet de uitstoot naar nul
Er kan geen twijfel meer over bestaan dat het klimaat wereldwijd opwarmt, vrijwel geheel door toedoen van de mens, en dat dit grote risico's met zich meebrengt voor de mensheid en de natuur. Om de ernstigste gevolgen te beperken moet de netto-uitstoot van broeikasgassen voor het eind van deze eeuw zijn teruggebracht naar nul. Dit stellen experts van het internationale klimaatpanel IPCC in hun vijfde rapport.
Zonder ingrijpen zijn 'ernstige en onomkeerbare gevolgen', zoals het smelten van de Groenlandse ijskap, voor het eind van deze eeuw zeer waarschijnlijk. Het IPCC signaleert nu al meer hittegolven, extreme neerslag, verzuring van de oceanen en zeespiegelstijging.
'De kosten van geen actie zullen gruwelijk veel hoger zijn dan die van actie', zei IPCC-voorzitter Rajendra Pachauri zondag in Kopenhagen, waar de afronding van het vijfde 'assessment report' (AR5) van het VN-panel werd gepresenteerd. Aan het door 120 landen geaccordeerde rapport hebben zo'n achthonderd wetenschappers meegewerkt.
'Deze boodschap bevat geen dubbelzinnigheden. De leiders moeten handelen. Zij kunnen geen tijd verliezen', zei secretaris-generaal Ban Ki-moon van de Verenigde Naties gisteren.
Aanvechten
Degenen die nu nog de wetenschappelijke feiten over klimaatverandering in twijfel trekken, zei de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry in Washington, 'brengen ons allen in gevaar, en ook onze kinderen en kleinkinderen'. Hoe langer het ideologische debat over de opwarming voortduurt, aldus Kerry, hoe hoger de kosten van een gebrek aan actie worden.
Het IPCC-rapport is het vijfde in een reeks die begon in 1990. Het document zal dienen als wetenschappelijk uitgangspunt voor de onderhandelingen op de grote klimaattop die december volgend jaar wordt gehouden in Parijs. Het rapport volgt in grote lijnen de bevindingen van eerder IPCC-onderzoek.
Het werk van het IPCC wordt aangevochten door een kleine minderheid van wetenschappers die geloven dat de opwarming het gevolg is van natuurlijke fluctuaties. Deze klimaatsceptici krijgen steviger dan ooit ingewreven dat zij fout zitten. De zekerheid dat de opwarming sinds 1950 door de mens is veroorzaakt, is volgens het IPCC gestegen naar meer dan 95 procent.
Schuld van de rijken
Volgens het rapport is het mogelijk tegen beheersbare kosten (volgens schattingen het equivalent van 0,06 procent economische groei per jaar) de opwarming van de aarde te beperken tot 2 graden Celsius (vergeleken met de temperaturen rond 1880, vóór de moderne industrialisatie), het doel dat in 2009 werd vastgesteld op de klimaattop in Kopenhagen. De stijging staat nu al op 0,8 graden Celsius.
Die doelstelling kan nog worden bereikt als nu snel actie wordt ondernomen om de uitstoot van broeikasgassen als CO2 tegen te gaan. Die emissies moeten voor het jaar 2100 naar 0 of zelfs beneden 0 (door herbebossing en andere vormen van koolstofopslag). Het gebruik van fossiele brandstoffen moet plaatsmaken voor nieuwe, schonere vormen van energie (wind, zon, kernenergie) en energiebesparing.
Het woord is nu aan de politici. Overheden moeten het rapport vertalen in nationaal en internationaal beleid. Volgens een insider in Kopenhagen is het zeer onzeker of de klimaattop in Parijs, eind 2015, tot een groot akkoord gaat leiden. 'Maar je moet je niet blindstaren op landen en akkoorden. Andere actoren, zoals bedrijven en steden, zullen steeds meer een rol gaan spelen.'
Doorslaggevend wordt de verhouding tussen rijke en arme landen. De arme landen vinden de opwarming de schuld van de rijke landen. Zij willen zich ontwikkelen en hun emissies niet laten beperken vanwege een probleem dat zij niet hebben veroorzaakt. De kunst wordt zo te handelen dat deze landen kunnen groeien en de wereld toch de klimaatdoelen kan halen.
De bestaande klimaatafspraken zijn zeker onvoldoende om het doel van maximaal 2 graden opwarming te realiseren. Zo besloot de EU vorige maand maand de emissies in 2030 te zullen terugdringen tot 40 procent van de niveaus van 1990. Die niveaus waren al veel te hoog. We kunnen die 2 graden nog altijd halen, zegt Matthijs Kouw van het Planbureau voor de Leefomgeving, aanwezig in Kopenhagen. 'Maar dan moeten we echt haast maken.'