Volledig in de ban van 'gekke Greet'

Hoe Juliana in de invloedssfeer van ‘gekke Greet’ raakte, beschrijft historicus Cees Fasseur in 'Juliana en Bernhard. Het verhaal van een huwelijk'.

Door Jan Hoedeman en Remco Meijer

Het is een bijna terloopse alinea in het dinsdag verschenen boek. De jaren 1936-1956, maar wel een waardoor vanaf nu gedocumenteerd bekend is hoe koningin Beatrix dacht over Greet Hofmans. De toenmalige prinses schreef als 12-jarige Hofmans een (onbekende) brief over haar handelwijze.

Historicus Cees Fasseur drukt het antwoord af dat de ‘helderhorende’ daarop aan ‘Trix’ schreef: ‘Ieder mens heeft recht op een oordeel hierover. Veroordeel is voor eigen risico van geweten, en de tijd zal dit waarmaken of beschamen. Jouw brief stuur ik hierbij terug, juist om als een bewijsstuk voor je beschuldigingen te kunnen dienen of als levensles om oordeel of veroordeel te kunnen loslaten wanneer men daartoe in staat is.’

'Wenken van boven'
Volgens Fasseur, in zijn voorwoord, heeft de koningin zijn boek niet vooraf willen lezen. Maar zij is door hem bijgepraat over de inhoud. Volgt zij het oordeel van de historicus, dan is er ruim vijftig jaar na dato geen enkele reden om positiever te denken over de vrouw die het naoorlogse gezinsleven op Soestdijk ontwrichtte. De wenken van ‘Boven’ die Hofmans ‘doorkreeg’, schrijft Fasseur, hadden ‘een onevenredige betekenis’ in het leven van Juliana. Voor haar was Hofmans een ‘lieve Engel’; voor haar kinderen, Beatrix voorop, was zij, om in de sprookjestermen te blijven waarmee Fasseur zijn boek begint, een boze fee.

Fotospecial (tekst loopt verder onder de slideshow)

]]>

Hoe kon het zover komen? Dat Bernhard en Juliana wanhopig waren toen hun vierde dochter Maria Christina (aanvankelijke roepnaam Marijke) in februari 1947 ter wereld was gekomen met een ernstige oogaandoening, was bekend. Oorzaak was de infectie met rodehond die Juliana tijdens haar zwangerschap opliep.

Dat heil werd verwacht van de aan prins Bernhard aanbevolen Greet Hofmans, is ook een publiek feit. Dat het in januari 1937 gesloten huwelijk van Juliana en Bernhard daaronder ernstig te lijden had, is de voorbije decennia in diverse publicaties geboekstaafd. Maar hoe onthutsend de hele situatie precies was, blijkt nu indringend uit de nieuwe publicatie van Wilhelmina-biograaf Fasseur. Hij vertelt het verhaal via de ogen en in de woorden van de hoofdpersonen, omdat hij als eerste toegang had tot alle persoonlijke correspondentie in het Koninklijk Huisarchief. Koningin Beatrix gaf Fasseur toestemming vrijelijk te putten uit de authentieke bronnen in dit particuliere familiearchief.

Huwelijkspartner
Het antwoord op de vraag hoe het kon dat Juliana in de invloedssfeer raakte van ‘gekke Greet’, laat Fasseur beginnen in 1936. Koningin Wilhelmina is voor haar enige dochter op zoek naar een huwelijkspartner. De zoektocht duurt al ‘zeven volle jaren’ en is niet succesvol. Maar dan verschijnt prins Bernhard zur Lippe-Biesterfeld op het toneel. Op eigen instigatie, zo toont Fasseur aan, maar, na enige aarzeling, tot tevredenheid van alle betrokkenen, niet in de laatste plaats Juliana zelf.

Gelukkige jaren breken aan, totdat de oorlog het gezin – met inmiddels de dochters Beatrix (1938) en Irene (1939) – splijt. Juliana verblijft met de kinderen in Canada en leeft het gewone leven dat zij zo dolgraag leven wil. Bernhard vertoeft in Londen, in de nabijheid van zijn schoonmoeder met wie hij het dan nog heel goed vinden kan, en leeft het avontuurlijke leven dat hem op het lijf geschreven is. Inclusief tenminste één minnares, Ann Or Lewis, over wie hij niet al te geheimzinnig doet. In de eerste naoorlogse jaren zal hij haar zelfs meenemen op de wintersportvakanties van het gezin.

De ziekte van Christina en het koningschap, in 1948, van Juliana, veranderen alles. Terwijl oorlogsheld Bernhard niet veel om handen meer heeft, ziet Juliana zich gesteld voor een taak waarop zij zich nooit verheugde. Tot in haar toespraak bij de inhuldiging (‘Wie ben ik, dat ik dit doen mag’) laat zij blijken haar lot vooral te ervaren als een ‘onafwendbaar noodlot’.

Gehypnotiseerd
In de analyse van Fasseur vindt zij bij Hofmans, met wie het meteen klikt, warmte en ‘gelijkheid van geestelijke instelling’. Maar het effect is dat zij haar in de oorlog verworven zelfstandigheid inruilt voor afhankelijkheid van een ‘innerlijke behoefte’ waarin Hofmans voorziet. Gevoegd bij een minderwaardigheidscomplex jegens haar moeder en schuldgevoel over falend moederschap bij de geboorte van haar jongste dochter, raakt zij ‘gehypnotiseerd’ door Hofmans. Prominente leden van de hofhouding, ook gevoelig voor de methode-Hofmans, verzuimen de koningin te corrigeren.

Bernhard had snel door dat van ‘het orakel uit Baarn’ geen geneeskrachtige werking uitging en wees haar op Nieuwjaarsdag 1950 de deur. Maar Juliana bleef onder invloed van Hofmans en ‘geestelijk van de kook’. Daarin kwam de jaren nadien geen verandering. Door zijn ‘onzedelijke’ gedrag verspeelde Bernhard bovendien de aanvankelijke sympathie van zijn echtgenote en haar getrouwen, inclusief Wilhelmina die zonder voorbehoud de zijde van haar dochter koos. Op verschillende momenten dreigde Juliana met echtscheiding. Dat zou, in die jaren, tot een constitutionele crisis hebben geleid.

Pappen en nathouden
Premier Drees, die geleidelijk aan geïnformeerd raakte over de ‘verziekte’ verhoudingen op paleis Soestdijk, koos voor een strategie van ‘pappen en nathouden’. Drees hoopte dat de verwijdering tussen de echtelieden tijdelijk was en gokte op ‘uitzieken’.

Dat bleek een misrekening, toen steeds duidelijker werd dat Juliana’s door Hofmans beïnvloedde handelen ook staatszaken raakte. Zo begon zij onder sterke druk van ‘de Baarnse Kring’ (vooral haar particulier secretaris Van Heeckeren speelde een kwalijke rol) in het voorjaar van 1955 plots alle bewindslieden ter verantwoording te roepen over behaalde resultaten. In de ministerraad werd daartegen fel geprotesteerd.

De impasse werd doorbroken doordat Bernhard de publiciteit zocht. Enkele jaren eerder had hij dat ook gepoogd, maar werd zijn initiatief gesmoord toen het voortijdig in ministeriële kring bekend werd. Ook nu leek dat scenario zich te voltrekken, doordat de bevriende Britse journalist Sefton Delmer, door Bernhard volledig ingelicht, zijn artikel niet in zijn krant, de Daily Express, kreeg. Maar door connecties bij Der Spiegel kwam dit blad op 13 juni 1956 met Bernhards verhaal ‘Tussen koningin en Raspoetin’ – overigens zonder dat hij als bron zichtbaar was.

Drees’ hoop op ‘uitzieken’ was daarmee vervlogen. Fasseur schrijft: ‘Achteraf kunnen wij vaststellen dat Der Spiegel Nederland en het koningshuis een grote dienst heeft bewezen.’ Een driemanschap onder leiding van Louis Beel, minister van Binnenlandse Zaken, ging aan het werk om de onverkwikkelijke kluwen te ontrafelen. Het dinsdag voor het eerst openbaar gemaakte eindrapport kreeg de aanvankelijke instemming van Juliana en Bernhard, maar Juliana zou nog tot begin 1957 tegensputteren (en een tweede driemanschap aan het werk zetten) voordat de Hofmans-getrouwen verdwenen. Daarmee was ‘behoud van de officiële facade’, zoals commissielid Gerbrandy dat omschreef, bereikt. Alles werd weer couleur de rose.

De rol van prinses Beatrix blijft onduidelijk. Blijkens haar briefje als 12-jarige had zij een scherp oordeel over Hofmans. Ten tijde van de ontknoping was zij 18. Haar positie als aanstaande koningin was in het geding, en mogelijk sneller dan haar lief was. Maar volgens Fasseur is zij door de commissie- Beel niet gehoord.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden