Volkskrant-man in hart en nieren
In de ochtend van zondag 1 februari 1953 werd Volkskrant-redacteur Ad Overeem thuis voor dag en dauw opgebeld. Overeem aarzelde geen moment. Hij ging op de fiets naar de krant om de nieuwsstroom in goede banen te leiden.
Verslaggever Carel Enkelaar belde dat hij via-via kon meevliegen met een gehuurd KLM-vliegtuig. 'Geweldig idee', reageerde hij meteen. 'Bel de hoofdredacteur maar, die zal dat stuk wel willen hebben.'
De volgende dag was hij om vijf uur in de morgen weer thuis, om vervolgens de kranten van de dagen daarna te regisseren.
Dat was Ad Overeem, die maandag op 97-jarige leeftijd overleed, ten voeten uit. Geen man die vaak met zijn naam in de krant stond, maar wel iemand op wie je kon bouwen. Geen fratsen, integer, onvermoeibaar, verzoenend, een natuurlijk gezag, door iedereen gewaardeerd en gerespecteerd. Hij had oog voor alles, als het maar de krant ten goede kwam. Hij knipte zich suf bij alles wat hem onder ogen kwam en strooide dat rond over de redactie: 'Kun je daar wat mee?'
Ad Overeem was een Volkskrant-man in hart en nieren. Eigenlijk was hij bij toeval bij de krant terechtgekomen. Geboren in Amsterdam verhuisde hij als baby naar het Brabantse Oss, waarnaartoe zijn vader als postambtenaar was overgeplaatst. De Eerste Wereldoorlog en de daarop volgende wereldcrisis hakten er stevig in. Waar vond je een baan? Hij zocht het eerst in het onderwijs, totdat hij in 1933 de kans kreeg bij de Volkskrant te komen.
De oorlog kwam. Nadat hoofdredacteur Jan Vesters in 1941 op gezag van de Duitsers het veld had moeten ruimen, vertrokken ook alle andere redacteuren. Na de oorlog kreeg hij het aan de stok met hoofdredacteur Lücker. Die twee lagen elkaar niet zo. Overeem stond pal voor 'zijn' redactie. Hij was de ziel van de redactie met al zijn organisatietalent.
Na het ontslag van Lücker in 1964 zette hij zich met volle overgave in voor de democratisering en professionalisering van de krant, waar hij van 1953 tot zijn pensioen in 1978 redactiechef was. Hij stond mede aan de wieg van een redactiecommissie ter bewaking van cao-afspraken, een redactiestatuut en deelname aan het bestuur van het pensioenfonds. Plus nog heel veel meer.
'Ik voel heel duidelijk dat ik uit het Stenen Tijdperk stam', zei hij eens in zijn laatste jaren. Maar zijn geestkracht bleef ongebroken. Zijn liefde voor de Volkskrant heeft hem nooit verlaten. Hij bleef de krant punctueel lezen. Vrijwel tot het laatst heeft hij zijn dierbaren van knipsels voorzien.