ReportageLesbos
Vluchtelingen op Lesbos willen niet opnieuw in een kamp, ook al is het splinternieuw
De op drift geraakte vluchtelingen op Lesbos staan voor dilemma’s: een rauw ei en diarree, of nog een dag honger? Een mooie nieuwe tent of blijven protesteren? Een veerboot jaagt intussen de bewoners schrik aan: ‘een gevangenisboot’.
‘Daar willen we niet in, dat is een gevangenis.’ Wantrouwend kijken vier Afghaanse vrouwen naar het tentenkamp dat achter prikkeldraad op een schietterrein aan zee verrijst, met plaats voor 3000 mensen. Zou het na vier doorwaakte nachten aan de kant van de weg niet prettiger zijn in zo'n hagelwitte tent de smerige verbandjes van hun door stekels en stenen gewonde voeten te halen?
Nee, zeggen de vrouwen resoluut, alsof ze de weg naar Duitsland of Frankrijk afsnijden als ze opvang in het tentenkamp accepteren. ‘Wij willen van dit eiland af. We zijn niet naar Europa gekomen om hier te worden opgesloten.’
Dit weekeinde kwam er wat vaart in de hulpverlening aan 12500 ontheemden uit het woensdag afgebrande vluchtelingenkamp Moria. Na dagen van steeds ellendiger wordende taferelen aan de doorgaande weg, waar het gros van de vluchtelingen, gelukszoekers en asielzoekers nog steeds bivakkeert, pakt de Griekse regering door. De bestuurlijke patstelling door de plaatselijke autoriteiten van Lesbos, die gewoon van het hele migrantenprobleem af willen, werd doorbroken door twee ministers naar het eiland te vliegen. Resultaat: soms mogen hulporganisaties water, medicijnen en voedsel uitdelen. De Syriër Omar Al Mokheber (28) kreeg niets te pakken. ‘De vrijwilligers verloren de controle over de wachtrij.’ Met andere woorden: het werd vechten.
Dilemma
Zaterdagochtend, dag vier op het zinderende asfalt. Een Afghaanse vader wiegt zijn twee maanden oude baby. Met doffe oogjes kijkt de zuigeling recht in de felle zon. ‘Hij reageert niet, hij drinkt niet.’ Een enkeling maakt een vuurtje om onduidelijke dingen te koken, terwijl hun buren zonder pannetjes of vuur twijfelend kijken naar pallets met eieren. Die staan sinds donderdagochtend in de hitte aan de kant van de weg. Volgens de geruchten waren de hulpgoederen al bedorven toen ze werden verstrekt. De honger stillen met een verdacht rauw ei en dan diarree krijgen, of de vierde opeenvolgende dag doorbrengen op een lege maag: het is een van de dilemma’s in de ontheemdenzone. Sommigen nemen het risico en slurpen zo’n eierschaal leeg.
Een groter dilemma: wie geloof je? UNHCR probeert het netwerk van contactpersonen die de VN-vluchtelingenorganisatie bij elke bevolkingsgroep in kamp Moria heeft, te overtuigen hun achterban over te halen in godsnaam van die tenten gebruik te maken. Vooralsnog weigeren de meesten. Iedereen herinnert zich de extreem lange lockdown aan het begin van de covid-crisis, en dan is er het vooruitzicht van opnieuw in isolatie te moeten onder mensonterende omstandigheden in een overvol kamp, zoals vorige week, toen een dertigtal migranten in Moria besmet bleek. De onrust daarover liep zo hoog op dat kamp Moria woensdag in vlammen opging.
Het nieuwe tentenkamp heeft ‘om veiligheidsredenen’ een avondklok. ‘Een gevangenis dus’, zegt Omar. Hoofd van de UNHCR-missie op Lesbos Astrid Castelein geeft toe dat haar contactpersonen opboksen tegen ‘negatieve opinieleiders’ die kwetsbare families, die gebaat zijn bij een slaapplaats in een tent, onder druk zetten. Die ‘opinieleiders’ denken: eenmaal opgeborgen achter prikkeldraad verliezen we de aandacht, Europa moet iets doen nu we hier bij duizenden voor het oog van de wereldpers op straat kreperen. Zelfs de paus pleitte zondag voor een ‘humaan en waardig welkom’ voor de migranten op Lesbos.
Smeekbedes
Dus wordt dagelijks gedemonstreerd, maar na elke kilometer met kartonnen bordjes met smeekbedes aan de Europese regeringsleiders vlakt de geestdrift af. Steeds meer mensen kiezen ervoor hun energie te wijden aan zorgvuldig meebewegen met steeds smaller wordende reepjes schaduw in de moordende middagzon.
Jongeren die stenen gooien naar de oproerpolitie krijgen wolken traangas terug. In die gespannen situatie kiezen vijfhonderd migranten voor de nieuwe tenten. Die staan dicht op elkaar gepakt, aan toiletten en douches wordt nog gewerkt. Dat de tenten staan is al heel wat, gezien ‘ernstige problemen met de medewerking van het plaatselijk bestuur, dat ieder voorstel om deze mensen ergens veilig te laten overnachten heeft afgewezen’, aldus migratieminister Notis Mitarachis.
Bestuurders op Lesbos schaarden zich achter hun eilandbevolking, die wegen blokkeert om iedereen die migranten helpt of meewerkt aan nieuwe reïncarnaties van het verafschuwde kamp Moria, desnoods met geweld, te stoppen. ‘We hebben zeer gespannen dagen gehad met aanvallen van de plaatselijke bevolking op ons personeel. Onder die omstandigheden doen we wat we kunnen’, aldus UNHCR-hoofd Castelein over de chaos. ‘Iedereen begint zich te realiseren dat deze situatie onhoudbaar is. Niemand kan dagenlang aanzien hoe kinderen op straat slapen. En blokkades zijn ook onpraktisch voor de eilandbewoners zelf.’ Die zijn al vier dagen verstoken van toegang tot de belangrijkste verkeersader met haar grote supermarkten.
Vastberaden
Met ministers uit Athene die zich ontfermen over het onwillige plaatselijk bestuur en het leger dat de burger-blokkades met militaire helikopters omzeilt, toont Athene zich vastberaden. Alle migranten blijven op Lesbos en er komen nieuwe, beter opvangcentra. Alles om de indruk te vermijden dat brandstichting een enkeltje West-Europa oplevert. Castelein: ‘Uiterste voorzichtigheid is vereist. Het laatste wat we willen is dat op de vier andere eilanden met hotspots ook branden uitbreken.’
Omar vertikt het naar de tenten te verhuizen, net nu hij een hutje van riet heeft geweven dat iets minder gruwelijk koud is dan zijn eerste bivak aan zee. ‘Welkom in mijn mooie, nieuwe huis! In elk geval ben ik vrij.’ Een scheurende hoest smoort de rest van zijn grap. Hij heeft een smerige vodje nylon als mondkapje. Verder is er niets te doen tegen het virus, en dat wordt pijnlijk duidelijk als diegenen die het nieuwe kamp betrekken op corona worden getest. In twee dagen levert dat al tientallen besmettingen op, en op basis daarvan voorspellen de Grieken dat zo’n tweehonderd migranten zijn geïnfecteerd. Ook dat is weer een aanleiding in het nieuwe kamp de bewegingsvrijheid te beperken.
Een falend Europees asielbeleid, 12.000 gestreste ontheemden en covid-19 is een explosieve combinatie. Hulpverleners waarschuwen al maanden voor dit rampscenario en het is nog erger dan iedereen dacht, want nu circuleert het virus onzichtbaar en ongehinderd over de doorgaande weg. Uit voorzorg zijn 200.000 testen ingevlogen ter voorbereiding op een epidemie die de ziekenhuizen op Lesbos binnen de kortste keren kan overweldigen.
Vakantiefolder
Na twee uur rijden door een dor gebergte doemt de wereld uit de vakantiefolder op in de vorm van het gemoedelijke plaatsje Sigri – de naam betekent zekerheid. Omaatjes onder paarse klimplanten, blauw met wit geschilderde tavernes met dagverse vis, een baai met een veerboot: op het eerste gezicht alledaagse taferelen in het eilandenrijk. Zodra de dorpelingen de veerboot, Blue Star Chios, voor anker zagen gaan roken ze echter onraad. Veerboten doen dit verlaten haventje nooit aan. Een werkman op de Blue Star bevestigt dat de tachtigkoppige bemanning het schip gereed maakt voor huisvesting van 1000 Moria-bewoners. Wanneer die komen weet niemand.
Antonia Vassiliu (31), uitbaatster van cafetaria Veranda, met een magnifiek uitzicht over de baai, vreest dat dit het einde van haar familiebedrijf is. ‘Wij leven van toerisme. Ook Nederlandse gasten, via Corendon, en Grieken van het vasteland met vakantiehuizen hier. Door covid en de slechte reputatie van kamp Moria heb ik dit seizoen zestig procent minder omzet. Denkt u dat Sigri blijft zoals het is met een veerboot met 1000 asielzoekers? Denkt u dat Corendon dan met gasten komt?’
Vassiliu’s tante valt haar bij. ‘We geven die mensen onderdak in tenten en dan zetten ze die in de brand om weg te komen van ons eiland. Wat mij betreft gaan ze terug naar waar ze vandaan komen.’ Sigri is een kleine gemeenschap van 150 zielen, die niet op duizend nieuwe buren zit te wachten, zelfs niet als ze op een hermetisch afgesloten veerboot verblijven. Wat niet meehelpt aan het draagvlak is dat de dorpelingen op geen enkele manier worden geïnformeerd. ‘Dan stellen wij vragen die de autoriteiten niet willen horen.’
Gevangenisboot
Ver van het oog van de wereld zal dit een gevangenisboot worden, zegt de 67-jarige steenhouwer Ignatius. Hij gooit zijn hengel uit naast de Blue Star. ‘Zodra vluchtelingen op de boot wonen staat die de volgende dag in brand’, voorspelt hij. ‘Ik keur het niet goed, maar ik begrijp het.’ Hij begrijpt de vluchtelingen ook: ‘Europeanen kopen slaapmandjes voor huisdieren, maar mensen laten we op straat liggen. Stel dat Lesbos wordt gebombardeerd in plaats van Syrië, dan zouden wij ook vluchten.’ Hij weet dat zijn mening niet populair is in het dorp.
Op de doorgaande weg zijn tientallen migranten langs de politieblokkade geslopen. ‘Slapen we voor de Lidl, moeten we nog kilometers lopen voor boodschappen’, zeggen ze met overvolle tassen van supermarkten in Mytilini in de hand. ’s Avonds blijkt dat niet iedereen is teruggekeerd naar zijn stuk karton op het asfalt. Om de tien meter staan langs de vangrails politiemensen. Hun zaklampen glijden over het struikgewas, op zoek naar verstopte vluchtelingen, al dan niet met corona.
Moria was de hel. Toen kwam de brand
Mensen slapen al dagen op het asfalt, delen een dekentje of wat rijst. ‘Deze baby is Made in Moria. Laat het gezond geboren worden, geef ons een kans op een normaal leven.’
De Moria-deal ontleed: haalbare voorwaarden of gebakken lucht?
Noodhulp heeft blijkbaar een prijskaartje, schamperde de oppositie nadat staatssecretaris Ankie Broekers-Knol (Asiel) de voorwaarden had gepresenteerd voor de opname van honderd kwetsbare vluchtelingen uit het afgebrande kamp Moria. De deal ontleed.