Vijftien jaar geëist tegen Indonesische moslimleider

In concrete termen wordt de 64-jarige Abu Bakar Ba'ashir ervan beschuldigd opdracht te hebben gegeven voor aanslagen op christelijke kerken op Kerstavond 2000. Bij die aanslagen, in verschillende delen van Indonesië, zijn negentien doden gevallen. Ook wordt hij ervan beschuldigd een moord te hebben beraamd op Megawati Soekarnoputri voordat zij president van Indonesië werd.

Abu Bakar Ba'ashir heeft altijd zijn onschuld betuigd. Hij ontkent niet alleen dat hij leider is van de Jemaah Islamiyah, hij ontkent zelfs het bestaan van deze organisatie.

De Jemaah Islamiyah wordt beschouwd als de Zuidoost-Aziatische tak van Al Qa'ida, het terreurnetwerk van Osama bin Laden. De Jemaah Islamiyah zou zich ten doel stellen een islamitische staat te vestigen in die delen van Zuidoost-Azië die overwegend door moslims worden bevolkt. Indonesië is het land met de grootste moslimbevolking ter wereld; de meeste moslims inIndonesië zijn geen fundamentalisten.

De Jemaah Islamiyah wordt verdacht van de bomaanslag op Bali van oktober 2002, waarbij 202 doden vielen, en van de recente bomaanslag op het Marriott-hotel in Jakarta, waarbij twaalf doden vielen.

Abu Bakar Ba'ashir zelf wordt in de aanklacht niet in verband gebracht met deze beide aanslagen, waarbij vooral buitenlandse toeristen en zakenlieden omkwamen. Maar zijn advocaat vreest niettemin dat de aanslag op het Marriott-hotel het vonnis van de rechter zal beïnvloeden. Abu Bakar Ba'ashir noemt de aanslagen op Bali en in Jakarta 'het werk van de CIA'.