AnalyseIraakse kabinetsformatie
Vier maanden geleden waren er verkiezingen, een coalitie is er nog niet. De bittere strijd om de macht in Irak in vijf bedrijven
De Iraakse verkiezingen in mei waren de start van een keihard gevecht om de macht – tot oorlogstaal aan toe – dat nog steeds voortduurt. Maandag komt het parlement voor het eerst sinds de stembusgang bijeen. Het drama van de Iraakse kabinetsformatie in vijf bedrijven.
I Proloog
Op 12 mei 2018 worden in Irak parlementsverkiezingen gehouden. Wat een nieuw begin had moeten worden voor Irak na het verslaan van Islamitische Staat, het democratische fundament onder een opnieuw herenigd land, ontaardt in een keiharde strijd om de macht.
Niet Haider al Abadi, de huidige premier en lieveling van het westen, wint op het eerste gezicht de verkiezingen, maar de omstreden sjiitische stokebrand Moqtada al Sadr. Hij krijgt politieke concurrentie van Hadi al Ameri, een militiestrijder die sinds jaar en dag banden onderhoudt met Iran, en in een coalitie zit met de erkend corrupte ex-premier Nouri al Maliki. Hiermee begint een eindeloze en gewelddadige kabinetsformatie.
II: Brand
Klopt de uitslag van de verkiezingen wel? In Bagdad denken ze van niet. Het is eind mei en in de Iraakse hoofdstad proberen zowel Amerikaanse als Iraanse diplomaten de verkiezingswinst naar hun hand te zetten. Qassim Suleiman, hoofd van de Iraanse Revolutionaire Garde, praat in op premier Haider al Abadi in de hoop hem te laten overlopen naar het Teheran-kamp. Op zijn beurt doet de Amerikaanse onderhandelaar Brett McGurk zijn best om dit juist te voorkomen.
De formatie is sowieso lastig. Geen enkele partij, zelfs niet die van Sadr, heeft een meerderheid die groot genoeg is om zonder coalitie een regering te vormen. Ondertussen klinken geluiden over verkiezingsfraude. De Iraakse inlichtingendiensten doen onderzoek. Een kleine drie weken na de verkiezingen brengen ze verslag uit: de verkiezingen zijn mogelijk oneerlijk verlopen. De gebruikte stemcomputers blijken ondeugdelijk.
Het Iraakse hooggerechtshof aarzelt niet: alle ruim 11 miljoen stembiljetten moeten met de hand opnieuw worden geteld. De beslissing is nog niet genomen of in het oosten van Bagdad vliegen vier loodsen met opgeslagen stembiljetten in brand. Premier Haider al Abadi spreekt van ‘een complot om de natie en de democratie te beschadigen.’
III: Oorlogstaal
Terwijl de hertelling van de stemmen in volle gang is, blokkeren demonstranten de wegen naar de olievelden rondom de havenstad Basra, aan de Perzische Golf. Het is 11 juli, een bloedhete zomerdag. Hoewel Basra op een aardolievoorraad ligt, is er hier nauwelijks elektriciteit. Het water uit de rivier die de stad in tweeën deelt, maakt de bevolking ziek: te zout en te vervuild. De werkloosheid is hoog. De paradox is moeilijk te bevatten: deze regio is een van de grootste olieproducenten van Irak, maar de bevolking is heet, dorstig en straatarm. Ze accepteren het niet meer. De verkiezingsopkomst was met nog geen 45 procent de laagste ooit: de onvrede van de bevolking uit zich niet in het stemhokje, maar op straat.
De protesten verspreiden zich algauw door heel Zuid-Irak. De kantoren van politieke partijen worden bestormd, net als een lokaal vliegveld. Basra eist bij de demissionaire regering meer autonomie en de beschikking over het eigen oliegeld. De bungelende premier Abadi worstelt met de protesten. Hij ontslaat zijn minister van elektriciteit. Hij zegt dat hij op hervormingen aanstuurt. Maar de volksopstand maakt de Iraakse premier, wiens grootste fanclub soms in Washington lijkt te zitten, bij zijn eigen bevolking nog impopulairder dan hij al was.
Dit is een kolfje naar de hand van de sjiitische geestelijke Moqtada al Sadr, wiens partij immers de verkiezingen won. Sadr, die bekendstaat om zijn vitrioolrijke geruststellingen, waarschuwt dat sommige groeperingen in Irak uit zijn op ‘burgeroorlog’ – al zou hij hier zelf natuurlijk nooit aan mee doen.
Ook de hoogbejaarde grootayatollah Ali al Sistani, het morele geweten van Irak, kiest in zijn wekelijkse vrijdagpreek de kant van de demonstranten. Premier Abadi moet een ‘nietsontziende oorlog’ tegen corruptie beginnen. Gebeurt dat niet, dan vreest hij voor geweld. ‘Dan zullen de mensen hun vreedzame protesten moeten escaleren om de hooggeplaatsten hun wil op te leggen.’
Ondertussen heeft Sistani ook een ander advies: ‘Vorm met spoed een nieuwe regering.’
IV Raketten
Op 3 augustus ontsnapt Sistani aan een mogelijke liquidatie. Volgens Iraakse media openen schutters het vuur op het huis van een provinciale gezant van de invloedrijke geestelijke. Sistani is vaker met de dood bedreigd, maar dat was rond 2007, op het hoogtepunt van de sektarische oorlog tussen soennieten en sjiieten. Irak hoopte die tijd juist achter zich te hebben gelaten.
De hertelling van de stemmen blijkt uiteindelijk niets te veranderen: Sadr heeft gewonnen. Met de bekendmaking van de officiële uitslag begint nu pas – eind augustus – de officiële formatieperiode, die volgens de grondwet negentig dagen mag duren. Hoe vallen de Iraakse formatieperikelen te begrijpen? De sleutel is corruptie, stelde het Washington Institute deze maand in een analyse. Corruptie geldt in Irak niet als een schande, maar als een deugd, als een bewijs van vrijgevigheid: je deelt je rijkdom met je eigen achterban. Omdat politieke banen daarmee zeer lucratief worden, wordt er tot het laatst om het pluche gevochten.
Afgelopen donderdag ontslaat Abadi een van de hoogste ambtenaren van Irak: Fali al Fayyad, hoofd van de Nationale Veiligheidsraad en voorzitter van de Hashd al Shaabi, de sjiitische volksmilities die immens populair zijn geworden in de strijd tegen IS, en tegelijkertijd vaak gesteund worden door Iran.
Volgens premier Abadi heeft Fayyad een politieke dubbelrol die wettelijk niet is toegestaan: hij is actief in het door Iran gewenste Ameri/Maliki-kamp. Zijn politieke achterban noemt het ontslag illegaal. Een dag later komt persbureau Reuters met een primeur: Iran zou in het diepste geheim raketten hebben geleverd aan de Iraakse volksmilities waar Fayyad de voorzitter van is. Zowel de Iraakse als Iraanse regering ontkennen het bericht.
V Epiloog
Vandaag (maandag), drieënhalve maand na de verkiezingen, komt het nieuwe parlement voor het eerst bijeen. Het grootste machtsblok moet uit zijn midden een premier kiezen. Wie het grootste machtsblok kan vormen, is nog steeds onduidelijk. Dat hangt onder meer af van welk kamp de Koerdische partijen uit Noord-Irak aan zetels zullen helpen. De Koerdische politici, die maandag in Bagdad zullen zijn, zijn de afgelopen maanden bewerkt door zowel Iran als de Amerikaanse topdiplomaat Brett McGurk.
Premier Abadi is verzwakt, maar maakt nog steeds kans op een tweede termijn in een coalitie met de partij van Sadr. Maar ook de door Iran gewenste Amiri/Maliki-coalitie stelt aan een meerderheid van stemmen te kunnen komen. In Basra gaan de protesten door van arme Irakezen die zich niet gehoord voelen door de politieke elite. Zeker is dat het nog even kan duren voordat Irak een nieuwe regering heeft: volgens de grondwet is daarvoor nu nog circa tachtig dagen de tijd.
Met deze mannen kan het westen zaken doen:
Moqtada al Sadr (44):
Sjiitische geestelijke. Zijn partij is winnaar van de parlementsverkiezingen. Invloedrijk dankzij zijn vader, een volksheld die op gruwelijke wijze werd vermoord door het regime van Saddam Hussein. Vol tegenstrijdigheden. Jarenlang voor Iran, nu tegen Iran. Pleegde vroeger aanslagen op Amerikanen, nu steeds vaker hun bondgenoot.
Haider al Abadi (66):
De huidige demissionaire premier van Irak. Door tegenstanders gezien als zetbaas van de VS. Wist met buitenlandse steun IS te verslaan in Mosul. Liet in 2017 een conflict met de Koerden escaleren. Zijn partij leed zwaar verlies in de parlementsverkiezingen. De VS blijven hopen op een tweede termijn, in een alliantie met de partij van Sadr.
Ali al Sistani (88):
Sjiitische grootayatollah van Iraanse afkomst. Hoogbejaarde geestelijke, vermoedelijk meest invloedrijke speler in Iraakse politiek. Geldt als het morele geweten van Irak. Pleitte in het verleden voor democratie, vrije verkiezingen en vrouwenparticipatie. Hoeder van Iraaks nationalisme.
De favorieten van Teheran:
Fali al Fayyad (62):
Tot zijn plotselinge ontslag afgelopen donderdag een van de machtigste ambtenaren van het land, als voorzitter van de Nationale Veiligheidsraad. Is voorzitter van de Hashd al Shaabi, een los verband van volksmilities, die vaak banden onderhouden met Iran. Actief bij Fateh, de beweging van Ameri en Maliki.
Hadi al Ameri (64):
Door tegenstanders gezien als Teherans troefkaart in Bagdad. Spreekt vloeiend Farsi. Vocht al in de Irak-Iranoorlog mee aan de Iraanse zijde. Oprichter van de Badr-militie, de machtigste militie van Irak, gesteund door Iran. Strijders van Badr waren belangrijk in de strijd tegen IS.
Nouri al Maliki (68):
Vicepresident. Voormalig premier van Irak (2006-2014). Actief in de Fateh-beweging, net als Ameri en Fayyad. Geldt als archetype van de corrupte Iraakse politicus. Door zijn wanbeheer en onderdrukking van de soennitische bevolking wist IS in 2014 de macht te grijpen in Mosul, de tweede stad van Irak.
Verbetering: door een eindredactionele ingreep kon uit een eerdere versie van dit bericht opgemaakt worden dat er in Irak zicht zou zijn op een regeringscoalitie. Dat is niet het geval. De coalities die de macht claimen in het land, bestaan al sinds juni, een kabinet is er nog niet.