Verzamelaar met dwangneuroses
Wes Anderson (32) geldt als een van de grootste talenten van Hollywood. Met 'The Royal Tenenbaums' heeft hij zijn eerste commerciële succes binnen....
'The new establishment' worden Wes Anderson en zijn vrienden genoemd. De 32-jarige Texaan - zijn derde film The Royal Tenenbaums is in Amerika een artistiek en commercieel succes - vormt samen met David O. Russell (Three Kings) en Spike Jonze (Being John Malkovich) de eredivisie van de nieuwe lichting Amerikaanse regisseurs.
'Grappig', noemt Anderson die kwalificatie, al vindt hij zichzelf te kort bezig om iets zinnigs over zijn carrière te kunnen zeggen. Vooruit - als het echt moet, wil hij wel bevestigen dat er iets is dat zijn generatie bindt: het vermogen om contact met grote studio's te leggen, en bij die studio's 'kleine budgetten' - The Royal Tenenbaums kostte 21 miljoen dollar - los te praten voor eigenzinnige films.
Wes Anderson oogt als een gesjeesde academicus. In Berlijn, waar zijn film in de competitie draaide, liep hij rond in een slecht passend pak met daaronder afgetrapte New Balance gympen. Een zorgvuldig gekoesterd imago, dat hoort bij een man die zich het liefst als een buitenstaander voordoet. Wes Anderson speelt graag de onbeholpen nerd, al woont hij in New York en bestaat zijn vriendenkring uit succesvolle acteurs, filmmakers en schrijvers.
Vliegangst is een onderwerp waarover Anderson wel graag praat, omdat hij al te goed weet dat zijn fobie op een grappige wijze botst met the glamourous life dat de filmwereld aankleeft. Toch vloog hij naar Duitsland, uit nieuwsgierigheid naar de ontvangst van zijn film in Europa. 'Ze draaiden in het vliegtuig Legally Blonde. Reese Witherspoon en Jack Daniels verdreven met vereende krachten mijn angsten.'
Anderson wordt door critici en collega-filmmakers bewierookt voor zijn gedetailleerde en krachtige vormgeving. Een door Anderson geregisseerde en geschreven film bestaat uit ontspoorde figuren, die leven in een tijdloze omgeving. Een Anderson-held is niet bepaald het klassieke type zoals dat bekend is uit de Amerikaanse film en literatuur. Max, de hoofdpersoon in Rushmore (1998), riep met zijn dikke bril en zelfverzekerde woordkeuze eerder verbazing op dan herkenning. De kinderen van de familie Tenenbaum zijn al helemaal geen American heroes; zij bereiken in hun puberteit de status van tenniskampioen, gelauwerd schrijftalent en gefortuneerd zakenman, maar daarna wordt alles minder; hun volwassen jaren zijn niet eens een echo van het geluk uit hun jeugd.
The Royal Tenenbaums heeft Anderson gemaakt, omdat hij 'iets met zijn New York-gevoel' wilde doen. En daarmee bedoelt hij de stad waartegen hij opkeek toen hij nog in Texas woonde, als betweterig kind van een reclamemaker en een archeologe, die scheidden toen hij acht was. 'In mijn jeugd verzamelde ik van alles. Dingen die verband hielden met New York waren me het dierbaarst. Mijn visie op de stad York is getekend door de literatuur en de muziek. Ik wilde over die manier van kijken en voelen een film maken.'
Net als Bottle Rocket (1995) en Rushmore (1998) bedacht Anderson het scenario van The Royal Tenenbaums met zijn oude studiegenoot Owen Wilson, die in de drie films ook een rol speelt. Het scenario van Bottle Rocket maakten ze letterlijk samen, als huisgenoten in een studentenflat op de campus van de universiteit. Ten tijde van Rushmore was Wilson een beginnende acteur. Inmiddels is hij een grote naam, recent te zien in onder meer Meet the Parents en Behind Enemy Lines. Anderson: 'Bij de Tenenbaums moest ik het schrijven helemaal alleen doen, omdat Owen altijd op reis is. Zijn bijdrage bestond nu uit meelezen en bijsturen.' Een van de rode draden in The Royal Tenenbaums is hoe bekendheid karakters vervormt. 'Ik zie het om me heen gebeuren. Het is een onderwerp dat me bezighoudt, zeker nu ik onderdeel ben van de filmwereld.'
Vaste prik in de producties van Anderson en Owen is de verschijning van Dipaq Pallana en diens vader Kumar, die ze kennen van de coffeeshop in Dallas waar het duo, bij gebrek aan ruimte in het studentenhuis, hun eerste dialogen schreven. 'De casting van de Pallana's is als een grap begonnen. Mijn probleem is dat ik trouw ben aan mensen. Als ik aan een nieuw scenario werk, dan vul ik dat in met de gezichten van de mensen die ik ken.'
Voor Rushmore achtervolgde Anderson Bill Murray, de acteur die hij in gedachten had toen hij in zijn scenario een uitgeblazen industriëel tot leven wekte. Murray, die normaal meer kost dan het totale budget (10 miljoen dollar) dat Anderson tot zijn beschikking had, zond de naar hem opgestuurde videobanden van Bottle Rocket ongezien terug. Na een maandenlang charme-offensief hapte hij alsnog toe - en verdiende er een Oscarnominatie mee.
Bij de opnamen van de Tenenbaums beschikte Anderson over een complete sterrencast, met opnieuw Bill Murray, Anjelica Huston, Gwyneth Paltrow, Danny Glover, Gene Hackman, en zijn vrienden Owen Wilson, Luke Wilson en Ben Stiller. Anderson kijkt naar het affiche, dat voor hem ligt, wijst naar de namen en zegt lachend: 'Hackman, dat is toch gauw 20 miljoen dollar. En Gwyneth zo'n 15 miljoen. Bill doet ook wel tien miljoen. Dat hebben we aardig uitonderhandeld. Tenenbaums kostte nog geen 25 miljoen in totaal.'
De acteurs werken graag met hem, omdat hij hen eruit laat zien op een manier die zij niet van zichzelf kennen. 'Dat zit niet zozeer in de acteerstijl, want ik vraag gewoon om natuurlijk spel. Het is de cameravoering die het realisme in mijn films op zijn kant zet. Ik laat de camera uit ongewone perspectieven naar de personages kijken.' Het werk van Anderson is daardoor per definitie kunstmatig. 'Die aanpak brengt risico's met zich mee, inderdaad. Het kan het leven uit een film halen. Maar het is de enige manier waarop ik wil draaien. Vorm is voor mij net zo belangrijk als inhoud.'
Als hij schrijft, hoort hij al de soundtrack. En soms is het zelfs andersom. Dan hoort hij een liedje, zoals Nico's cover van Jackson Browne's These days, en bedenkt er een scène bij, over dochter Margot die naar haar broer Ritchie wandelt, die hopeloos verliefd op haar is.
The Magnificent Ambersons van Orson Welles - een film over een New Yorkse familie, waarin ook gebruik wordt gemaakt van een verteller die niet in beeld komt - was een belangrijke inspiratiebron, evenals de verhalen van J.D. Salinger en toneelwerk van Noel Coward en Philip Barry.
Het 'New York-gevoel' ('snelle dialogen, lekker snobistisch verwijzen naar literatuur') heeft in The Royal Tenenbaums zijn bakermat in een statige straat in Harlem. Verder is nergens een bekend New Yorks gebouw of monument te zien. 'Op de eerste dag draaiden we in een park, op het zuidpuntje van Manhattan. Ik heb gevraagd of een van de acteurs voor het Vrijheidsbeeld wilde gaan staan.'
Zijn locatie is een uitvergroting van New York, maar die uitvergroting zit in de sfeer, in de gammele Gypsy Taxi, die puffend en steunend komt voorrijden. 'Het is een gestileerde wereld. Het verhaal dat ik vertel is ook surrealistisch. Ik houd van ontwerpen. Als ik schrijf, denk ik voortdurend aan accenten, kleding, art direction. Als er in mijn script een boek opduikt, begin ik in mijn hoofd al met het ontwerp van het omslag.'
De gekke namen waarop Anderson patent heeft, komen voort uit een dwangmatige tik, zegt hij ruimhartig. Met 'Tenenbaum' liep hij al jaren rond, nadat hij een jongen op high school had leren kennen met die achternaam. Royal, de naam van de vader, heeft hij van Darrell Royal, voormalig coach van het football-team van de Universiteit van Texas. 'Ik zei toch dat ik een verzamelaar ben. Filmen is voor mij een manier om ruimte in mijn hoofd te maken. In mijn werk zitten citaten van favoriete regisseurs, onder wie Kubrick. Die citaten hebben geen speciale betekenis. Het zijn niets anders dan uitingen van mijn neuroses.'