Nieuws
Verstrekkend stikstofvonnis zet bouwvergunningen voor meer dan 30 duizend woningen op losse schroeven
Een rechtbank heeft weer een cruciaal onderdeel van het landelijk stikstofbeleid afgeschoten. De snelheidsverlaging naar 100 kilometer per uur, die stikstofruimte moest creëren voor woningbouwprojecten, mocht daarvoor niet worden gebruikt. De bouw van tienduizenden woningen staat nu op losse schroeven.
Een van de belangrijkste pijlers van het landelijk stikstofbeleid is hiermee gesneuveld. De rechtbank deed vrijdag uitspraak in een procedure die inwoners van Egmond aan den Hoef aanspanden tegen de provincie Noord-Holland. De provincie heeft op basis van de landelijke snelheidsverlaging een natuurvergunning afgegeven voor de bouw van 163 woningen aan de duinrand, vlakbij het Natura 2000-gebied Noord-Hollands Duinreservaat. De omwonenden, die geen nieuwe woonwijk voor de deur willen, grijpen de Europese natuurbeschermingsregels aan om het bouwproject tegen te houden.
Juridische kaakslag voor overheid
Het vonnis is de zoveelste juridische kaakslag die de overheid moet incasseren bij de pogingen de stikstofcrisis op te lossen. In feite stelt de rechtbank met terugwerkende kracht alsnog een landelijke bouwstop in. Het vorige kabinet besloot onder grote druk de maximumsnelheid op snelwegen overdag te verlagen van 120/130 naar 100 kilometer per uur. Deze maatregel moest voorkomen dat de woning- en wegenbouw volledig stil zou komen te liggen na het stikstofarrest van de Raad van State in mei 2019.
In dat arrest bepaalt de hoogste bestuursrechter dat bouwprojecten die extra stikstofneerslag op beschermde natuurgebieden veroorzaken, alléén kunnen doorgaan als de overheid voorkomt dat de natuur erdoor beschadigd wordt. Dit betekent dat de overheid ervoor moet zorgen dat de extra stikstofdepositie gecompenseerd wordt door andere maatregelen die de stikstofuitstoot op datzelfde natuurgebied juist verlagen.
‘Stikstofbank’
De landelijke snelheidsverlaging moest voldoende stikstofruimte scheppen voor de bouw van tienduizenden woningen en een aantal snelwegverbredingen. De stikstofbesparing die de maatregel oplevert, is in maart 2020 in een landelijke ‘stikstofbank’ opgenomen. Provincies die bouwvergunningen willen afgeven, kunnen de benodigde ruimte in dat stikstofregistratiesysteem reserveren.
In de afgelopen twee jaar hebben de twaalf provincies voor 134 bouwprojecten een beroep gedaan op de stikstofruimte in de stikstofbank. Op basis van de snelheidsverlaging zijn sindsdien natuurvergunningen afgegeven voor de bouw van 33.321 woningen (waarvan bijna 14 duizend in Noord-Holland), zegt een woordvoerder van het provinciaal samenwerkingsverband IPO.
Maar de snelheidsverlaging voldoet zélf niet aan de Europese natuurbeschermingsrichtlijn, concludeert de Haarlemse rechtbank in zijn vonnis. Uit twee onderzoeksrapporten die het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit liet opstellen blijkt dat de stikstofneerslag op vijf natuurgebieden juist toeneemt door de snelheidsverlaging. De maatregel leidt lokaal namelijk tot een verandering van de verkeersstromen.
Als automobilisten op de snelweg niet harder mogen dan 100 km per uur, kiezen ze vaker voor een provinciale weg. Die N-wegen lopen dichter langs natuurgebieden, waardoor onder andere op de Veluwe en een aantal natuurgebieden in Oost-Limburg de stikstofdepositie toeneemt.
De overheid had voor deze vijf natuurgebieden aanvullende maatregelen moeten nemen om deze extra stikstofuitstoot te compenseren, stelt de Haarlemse rechtbank. Dat heeft de overheid nagelaten. Daarom is de snelheidsverlaging als landelijke maatregel in strijd met de Europese regelgeving en mag de daarmee vrijgespeelde stikstofruimte niet ingezet worden voor vergunningverlening.
Gevolgen nog niet te overzien
De provincie Noord-Holland overweegt in beroep te gaan tegen het vonnis. Een woordvoerder van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit stelt dat ambtenaren de gevolgen van deze uitspraak nog niet kunnen overzien. Volgens hem kunnen bouwvergunningen die inmiddels onherroepelijk zijn omdat de wettelijke bezwaartermijnen zijn verstreken, op basis van dit vonnis niet meer aangevochten worden.
Milieurecht-expert Valentijn Wösten spreekt dit tegen. Als een bouwproject natuurschade veroorzaakt, en die schade op geen andere manier voorkomen kan worden dan door het bouwproject af te blazen, kan de provincie volgens hem wel degelijk gedwongen worden een onherroepelijke vergunning alsnog in te trekken.
Minister Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof) heeft haar conclusies al getrokken. Ze heeft – zo schrijft ze op 1 april in een Kamerbrief – de opbrengst van de snelheidsverlaging recentelijk uit de stikstofbank verwijderd, omdat die niet aan de ‘juridische voorwaarden’ voldoet. De stikstofbank is nu leeg. Provincies die willen bouwen kunnen er geen gebruik meer van maken en zullen zelf veehouders moeten uitkopen of andere stikstof beperkende maatregelen moeten treffen.