Verhalen van verdriet en slechte keuzen

WIE IN DE winter naar het noorden van Ierland reist, komt door een weinig opvrolijkend landschap. Neerslag in allerlei soorten en maten, omgevallen bomen, slechte wegen, om nog maar te zwijgen van de treurige blikken van de koeien en ezels die je langs de kant van de weg aanstaren....

Peter Swanborn

In dit deprimerende, maar o zo filmische landschap speelt zich de ontknoping van Joseph O'Connors vierde roman af, Inishowen. Het is het vervolg op de ook in het Nederlands vertaalde bestseller De verkoper, O'Connors doorbraak, die hem naast Emer Martin en Roddy Doyle tot een van Ierlands meest populaire schrijvers van dit moment maakte.

Inishowen is de meest noordelijke punt van Ierland. Op dit schiereiland treffen een gedegradeerde politiecommissaris, een Amerikaanse literatuurdocente en haar overspelige echtgenoot elkaar op nieuwjaarsdag 1995. Ellen Amery, de Amerikaanse docente, verliet haar gezin om in het besef dat ze nog maar een half jaar te leven heeft in Inishowen haar biologische moeder op te zoeken. Martin Aitken, de stickies rokende politiecommissaris, gaat met haar mee, omdat in hetzelfde dorp zijn enige zoon begraven ligt. Samen reizen ze naar het noorden, ruziënd in de auto en vrijend op goedkope hotelkamers. Ellen wordt, zonder dat zij het weet, gezocht door haar man en kinderen. Aitken wordt op zijn beurt achtervolgd door de schim van een hooligan wiens broer hij ooit tijdens een overval heeft doodgeschoten.

De roman begint met een krantenbericht uit 1948 waarin vermeld wordt dat 'langs een in onbruik geraakte landweg' een pasgeboren baby is gevonden. De pastoor van het dorp spreekt er schande van en wijt dit soort excessen aan de recente populariteit van de jazzdanslokalen: 'De jeugd van het schiereiland Inishowen kon zich beter instellen op het rustige ritme van de natuur dan op het epileptische gestamp van het negroïde ras.'

Het is een dermate trieste en geestige opening dat je bijna zou wensen dat de hele roman zich in die tijd zou afspelen, maar O'Connor heeft ervoor gekozen om de vondeling volwassen te laten worden en om haar bijna vijftig jaar later terug te laten keren naar de plek des onheils. De roman is opgebouwd uit ruim veertig korte hoofdstukken die steeds van perspectief wisselen. Milton Amery, de in Amerika achtergebleven overspelige echtgenoot, komt in het eerste deel vaak aan het woord. Later verplaatst het verhaal zich steeds meer naar Ierland en naar de emotioneel zwaar geblokkeerde politiecommissaris.

Zijn portret wordt door O'Connor het best getekend. Anders dan de overige personages die grotendeels blijven steken in wat er van hen verwacht wordt, weet de politiecommissaris de lezer wel te verbazen en te ontroeren. De manier waarop hij de kerstdagen tracht te vergeten is overtuigend, de scène waarin hij zijn ex-vrouw opzoekt en uiteindelijk bij haar nieuwe vriend op de bank belandt is geestig. Ook zijn de scheldkanonnades die hij tot een adjunct-hoofdcommissaris richt, dermate scherp dat O'Connor zich genoodzaakt zag om in zijn verantwoording te schrijven dat in deze roman 'niet wordt gesuggereerd dat een bestaande adjunct-hoofdcommissaris (. . .) in heden of verleden op enigerlei wijze corrupt of niet professioneel gehandeld heeft'.

Maar één fraai personage is niet genoeg. De ingewikkelde opzet van Inishowen is ronduit schematisch en nergens lijkt het verhaal een onverwachte wending te maken. De belangrijkste verhaallijnen lopen op een voorspelbare en gekunstelde wijze naar elkaar toe, terwijl een aantal zijlijnen niet goed is uitgewerkt. Het gedoe met de vermeende achtervolging blijkt achteraf niet veel meer dan gedoe, de wijze waarop Martin Aitken na zelf te zijn gearresteerd, op vrije voeten komt is ronduit ongeloofwaardig en de redenen waarom Ellen Amery uiteindelijk toch niet van de rotsen springt zijn nergens terug te vinden. Ook in de details maakt O'Connor fouten. De zwarte leren broek die een minnares van Milton Amery op pagina 239 aantrekt, blijkt twee bladzijden verder een gewone spijkerbroek te zijn. Een hotelkamer met alleen een elektrisch kacheltje heeft in een volgend hoofdstuk opeens centrale verwarming.

De ingehouden spanning die De verkoper tot een onheilspellend en meeslepend boek maakte, is in Inishowen ver te zoeken. Het boek lijkt te snel geschreven en borduurt duidelijk voort op de succesformule van De verkoper. Opnieuw spelen de belangrijke gebeurtenissen zich af op en rond de kerstdagen, opnieuw tekent O'Connor zijn personages met een sentimentele mengeling van paranoïa, verslaving en geweld.

Het neemt niet weg dat Inishowen een paar gedenkwaardige scènes kent. Zoals het moment dat Milton Amery uitkiest om als een waar toonbeeld van onnozelheid tijdens een heftig orgasme de relatie met zijn zoveelste vriendin te verbreken: 'Ze bewoog niet meer. Deed haar ogen open. 'Nu?' ' Of het moment waarop dezelfde stoethaspel, om het allemaal nog erger te maken, zich de goedheid zelve waant, als hij tegen zijn weggelopen vrouw zegt dat hij bereid is om haar te vergeven.

Minder geestig maar minstens zo mooi is de passage waarin O'Connor de politiecommissaris laat nadenken over de betekenis van zijn werk. Het is alsof O'Connor over zijn eigen werk schrijft: 'Achter de grove feiten van alledag die hij voor zijn brood moest zien te verklaren, zaten haast altijd uiterst ingewikkelde geschiedenissen; verhalen van verdriet en slechte keuzes, van gemaakte vergissingen en verkeerd genomen afslagen, doodlopende straten die één keer ingeslagen en nooit meer echt verlaten werden.'

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden