Column
Vergeet links en rechts
Na drie jaar Rutte II zijn we weer helemaal terug bij de opstand der burgers.
Gisteren was het drie jaar geleden dat Mark Rutte zijn regeringsverklaring uitsprak. Drie jaar in een politieke achtbaan, saai kun je het niet noemen. Ik was meteen enthousiast, na het kreupele gedoogkabinetje-Rutte I waarin niks opschoot. Ik heb de regeringsverklaring teruggelezen. 'Geen dogma's maar doorbraken', zei Rutte. Hij heeft woord gehouden. Hypotheekrenteaftrek, pensioenstelsel, betaalbaarheid van de zorg, daar moest wat gebeuren. Het was een gedwongen huwelijk tussen VVD en PvdA, maar over dat deel van het kabinetsbeleid ben ik nog altijd positief.
Drie jaar later is het tijd om te oogsten, zou je denken. De economie trekt aan, dé bank wordt weer verkocht. Het lijkt er niet op. Integendeel, het lijkt alsof we de deconfiture van Paars I opnieuw beleven. Eind jaren negentig liep de economie als een locomotief. VVD en PvdA streden al om de buit bij de volgende verkiezingen. Het eindigde in de opstand der burgers en de moord op Fortuyn.
Nog een coïncidentie: Geert Wilders stond afgelopen zondag op 38 zetels bij Maurice de Hond. Vlak voor die noodlottige verkiezingen van juni 2002 stond Fortuyn volgens bureau Intomart ook op precies 38 zetels. Met dit verschil: Intomart moest dat zeteltal indertijd beredeneren, omdat veel mensen niet durfden zeggen dat ze op Fortuyn wilden stemmen. Van gêne over een voorgenomen Wildersstem is nu geen sprake meer.
Wat is er gebeurd? Laten we nog eens naar Maurice de Hond van zondag kijken. Niemand zal ontkennen dat de PvdA structureel in het ongerede verkeert. Maandenlang stabiel 10 zetels, dat poetst ook een volgende messias niet weg. Terwijl ze het best goed hebben gedaan. Nivellering stond als politiek voornemen in het regeerakkoord. Dat is ook gelukt, Samsom wees tijdens de laatste Algemene Beschouwingen nog op het feit dat de ongelijkheid in Nederland, in tegenstelling tot de omringende landen, niet is toegenomen. Het raakte geen doel. Ongelijkheid bestrijden is geen onderscheidend thema meer. Ook Nederlandse liberalen zijn voor een evenwichtige loonopbouw.
Iedereen is in zekere zin liberaal geworden - Bolkestein zei in deze krant ooit dat het VVD-blauw alle partijen past. Op een dominante staat zit evenmin iemand meer te wachten. Kijk naar Cameron, die haalde ondanks strakke bezuinigingen in het Verenigd Koninkrijk een klinkende overwinning. Labour bleef in totale ontreddering achter. De economische tegenstelling van staat versus markt is niet meer de kern. Dat bewees de PvdA zelf door eerst in Paars en daarna nog eens in Neopaars te gaan zitten - daar helpt de linkse levensstijl van Spekman niets aan. Veelzeggend is ook dat de SP niet profiteert. 15 zetels in de Kamer en 16 bij Maurice de Hond, dat is schamel.
Vergeet links en rechts. Die 38 gepeilde zetels voor Wilders hebben niks met economie te maken. Een maand voor zijn dood gaf Fortuyn het ophefmakende interview aan de Volkskrant dat herlezing nog altijd meer dan waard is. Het programma van Wilders is daarvan een kopie. Fortuyn zegt: 'De grenzen dicht. We zeggen het Vluchtelingenverdrag op. Ook Schengen wordt opgezegd (...). En ik zeg dus: opvang in de regio. Wat mij betreft nul asielzoekers. Ik vind zestien miljoen Nederlanders wel genoeg. Het is een vol land.'
In de huidige vluchtelingencrisis hoor je nogal eens dat de opvang destijds vlekkeloos verliep; dat is dus onzin. De toestroom van asielzoekers was de hoofdreden voor de rebellie tegen het paarse kabinet. Fortuyn werd postuum pas een ziener - toentertijd werd zijn potentieel niet gezien omdat hij door de zittende macht net zo werd verafschuwd als Wilders nu.
Maar wat zegt de 'culturele tegenstelling' over de kiezers? Pas in 2008 (!) verscheen het baanbrekende artikel van de politicologen Aarts en Thomassen over 'een nieuwe dimensie in de Nederlandse politiek'. Tot dan toe was er geringschattend gedaan over zwevende kiezers, niet meer gebonden aan een partij maar onberekenbaar en grillig. Niks van waar, vonden Aarts en Thomassen. Wie de politiek alleen beoordeelt op de economische antithese, ziet niet dat de kiezer oordeelt op grond van waarden.
De tegenstelling die zij zagen was 'autoritair' versus 'libertair'. Dat was wel nieuw, maar ook een weinig behulpzaam begrippenpaar, vanwege de impliciete veroordeling. De aanhang van Fortuyn werd verondersteld een autoritaire leider te willen. Maar Fortuyns eigen levenswandel was bij uitstek libertair. Van conservatisme kon je ook niet spreken. Homohuwelijk, abortus en euthanasie zijn noch bij Fortuyn noch bij Wilders ooit politieke kwesties geweest. Eerder is er geloof in moderne westerse waarden, tegen multiculti. Vóór een stabiele samenleving en tegen experimenten.
Tot vandaag is het probleem dat die 'nieuwe dimensie' zo gemoraliseerd is. Goed en kwaad zitten het begrijpen van die 38 potentiële zetels van Wilders in de weg. Met xenofoben hoeft niet gepraat te worden. In Duitsland is dat niet anders, waar in verband met asielzoekers werd gesproken over het 'lichte' en het 'donkere' Duitsland. De meest welwillende benadering is nog de tegenstelling tussen hoog- en laagopgeleiden.
De laagopgeleide Wildersstemmer verdient kennelijk mededogen. Maar een gesprek ontbreekt. Het vluchtelingendebat is illustratief. Voortdurend hoor je dat er 'geluisterd' moet worden naar buurtbewoners met bezwaren tegen een asielzoekerscentrum. 'Hun angsten moeten serieus genomen worden.' En dan, gebeurt er dan wat, met al dat begrip voor die angsten? Nee, dat ook weer niet. Dat is precies wat de PvdA al jaren opbreekt. Begrip voor de kiezers, maar we gaan het toch heel anders doen.