Verboden te prikken
Steeds meer hoogopgeleide ouders laten hun baby niet, of pas op latere leeftijd, vaccineren. De Inspectie voor de Gezondheidszorg waarschuwt dat de kans op epidemietoeneemt....
Iets meer dan een seconde duurt het voordat Samuel (vier maanden) doorheeft dat er een naald in zijn beentje is gestoken. De rammelaar die zijn moeder hoopvol boven zijn hoofd houdt, kan zijn aandacht maar kort afleiden. Hij spert zijn ogen open, aarzelt nog even, zet het dan op een brullen. Consultatie bureau-arts Karin Stam, jarenlange ervaring met het maken van geruststellende geluiden en het kalmeren van gevaccineerde kinderen, buigt zich over hem heen en het gehuil neemt langzaam af. Zijn moeder ontspant zichtbaar. 'Ik heb er de hele ochtend tegenop gezien', zegt ze. 'Het is ook zo beladen. Volgend jaar krijgen de baby's allemaal een nieuwe kinkhoestprik, en ik moet nog de oude. Zo voelt het echt.'
Karin Stam glimlacht begripvol. Als interim-arts bij Amstelring, de organisatie waarbij alle consultatiebureaus in de Noord-Hollandse regio Amstelland en de Meerlanden zijn aangesloten, heeft ze de laatste tijd veel verontruste vragen gekregen. In ouderland is onrust ontstaan over het kinkhoestvaccin. De entstof zou allerlei enge en blijvend schadelijke bijwerkingen hebben, werd in verschillende media gesteld. Per jaar zou de prik vijf tot zeven slachtoffertjes eisen. En hoewel een nieuw vaccin met minder bijwerkingen bestaat, wordt dat pas volgend jaar opgenomen in het Rijksvaccinatie programma, het door de overheid vastgestelde schema voor inentingen.
Verkeerde informatie
Terwijl peuters in hun ondergoed door het splinternieuwe gebouw van het consultatiebureau in Nieuw-Vennep huppelen, wachtend totdat ze worden gewogen, gemeten en gevaccineerd, vertelt Karin Stam hoe moeilijk het soms is om ouders ervan te overtuigen dat ze hun kinderen tot volgend jaar gewoon met het oude vaccin moeten laten inenten. 'De meeste ouders doen het nog gewoon, hoor, precies zoals de overheid het adviseert. Maar ik krijg steeds meer vragen. Het is logisch dat ouders ongerust zijn niemand wil dat zijn kind last krijgt van bijwerkingen. De berichten in de media zijn erg verwarrend. Kinderen kunnen inderdaad in zeldzame gevallen koortsstuipen krijgen of wegvallen. Maar er is zoveel verkeerde informatie in omloop. Er overlijden helemaal geen vijf tot zeven kinderen per jaar aan het vaccin. De Gezondheidsraad heeft in de periode 1997-2002 sterfgeval opgespoord, en dat ging om een kindje met een ernstige hartafwijking. Er treedt ook vrijwel nooit blijvende schade op na vaccinatie.'
De ophef over het kinkhoestvaccin komt helemaal niet gelegen, zegt Stam. 'De vaccinatiegraad is nu rond de 95 procent. Dat is hoog, maar hij daalt al een aantal jaren gestaag. Door de beroering over het kinkhoestvaccin wordt die tendens alleen maar sterker.' Stam kan niet genoeg benadrukken hoe erg ze dat vindt. 'Zuigelingen moeten op tijd hun vaccinaties krijgen om hun afweer op te bouwen, dat is echt heel belangijk.'
De Inspectie voor de Gezondheidszorg sloeg ook alarm, vorige maand. Opvallend is dat vooral ouders van 'grachtengordelkids' steeds kritischer staan tegenover vaccineren, aldus de Inspectie. Hoogopgeleide ouders overschatten de ernst van de bijwerkingen en laten hun kinderen niet inenten, of wijken af van het Rijksvaccinatieprogramma. Geen goede zaak, volgens de Inspectie. Hoe lager de vaccinatiegraad, hoe groter de kans dat epidemieook buiten de 'traditionele' gebieden (lees: de Bible Belt) de kop opsteken.
Ook de Nederlandse Vereniging voor Kritisch Prikken (NVKP) ziet een toename in het aantal kritische ouders, met het verschil dat de vereniging de ontwikkeling alleen maar toejuicht. Een kleine tweeduizend leden heeft de NVKP, maar volgens woordvoerder Jelle Duijvendak (nieuwe-mediadeskundige en vader van twee kinderen) is het aantal ouders dat afwijkt van het Rijksvaccinatieprogramma misschien wel tien keer zo hoog. Hoewel de NVKP niet bekend wil staan als een antroposofische vereniging, sluiten volgens Duijvendak wel veel 'alternatieve medische denkers' zich aan. Velen zijn hoger opgeleid, weet Duijvendak. 'Dat zijn toch mensen die gemakkelijk toegang hebben tot allerlei gegevens en kennisbronnen, en daar zelf hun conclusies uit trekken.'
Bijwerkingen
Tot die groep behoren Maud Eijben (29) en haar vriend. Voordat ze fulltime moeder werd, werkte Eijben als operatieassistent in een dierenkliniek. Haar vriend is consultant bij KPMG, zoon Dion is vijf maanden oud. Allebei hebben ze een antroposofische achtergrond, ze zaten op de Vrije School, vertelt Eijben in hun Amsterdamse etage.
Toch was ze helemaal niet met vaccinaties bezig totdat ze zwanger werd en erover begon te lezen. 'Dat was echt een eye-opener. Ik had geen idee van wat er speelde, welke bijwerkingen er waren.' Ze wist al snel dat ze twee maanden te jong vond voor de eerste dtkp-vaccinatie (difterie, tetanus, kinkhoest en polio). 'Hij is dan nog zo klein. Een kind moet eerst op aarde landen, met twee benen op de grond staan.'
Voor kinderziekten is Eijben niet bang. 'Door in de eerste maanden voorzichtig om te gaan met Dion, probeer ik te voorkomen dat hij besmet raakt met kinkhoest. Tetanus hoeft pas als hij gaat lopen. Ik ga zo min mogelijk met hem naar plekken waar hij besmet kan worden, zoals open ruimten of de tram, en ik breng hem ook niet naar plekken waar veel kinderen komen. Na de eerste zes maanden kan hij kinkhoest wel aan.' Ze weet dat ze een risico neemt. 'Maar het risico dat Dion na de vaccinatie koortsstuipen krijgt, is net zo groot.'
De bmr-prik tegen bof, mazelen en rode hond wil ze Dion helemaal niet geven. 'Het is belangrijk voor kinderen dat ze bepaalde kinderziekten krijgen. Die prikkelen het immuunsysteem. Trouwens, als je op latere leeftijd rode hond of bof krijgt, is dat gevaarlijker. Ze heten niet voor niks kinderziekten.'
Een kind moet ziek kunnen worden, vindt Eijben. 'Maar wel wanneer het lichaam dat zelf aangeeft. Als je vaccineert, besluit je voor het lichaam wanneer het ziek wordt. Dat is niet natuurlijk. Ziekten die je probeert te onderdrukken komen altijd weer naar boven, in de vorm van allergiebijvoorbeeld. Je lichaam zoekt dan naar andere manieren om je immuunsysteem te triggeren.'
Op ziek zijn rust een taboe, constateert Eijben. 'Mensen hebben geen tijd meer om hun kinderen te laten uitzieken. We leven in een maatschappij waar iedereen werkt. Vroeger was het heel normaal om een ziek kind een paar dagen thuis te laten blijven, maar nu kan dat nauwelijks meer.' In haar directe omgeving kent Eijben maar weinig anderen die er hetzelfde over denken. 'Mijn ervaring is juist dat mensen maar doen zoals het hoort, ze denken er vaak niet over na.'
Natuurlijk, ze kent de argumenten van voorstanders van vaccineren. 'Sommige mensen vinden het asociaal van me, omdat er door de hoge vaccinatiegraad toch geen epidemiekunnen uitbreken. Ik denk dan weleens wie is er nu aso? Ik wil juist wdat mijn kinderen die ziekten krijgen, maar doordat iedereen is gevaccineerd, kan dat niet. Ik moet straks via internet iemand zoeken met mazelen, zodat mijn kind de ziekte krijgt.' Maar, benadrukt Eijben, het dtp-vaccin is een heel ander verhaal. 'Ik wil niet dat mijn kinderen die ziekten krijgen, dus daartegen ga ik Dion straks hoogstwaarschijnlijk wel laten inenten.'
Dat vooral hoger opgeleiden kritisch zijn, kan ze zich wel voorstellen. 'Voor veel mensen zijn artsen een autoriteit, die je niet in twijfel hoort te trekken. Als je hoogopgeleid bent, en je kent zelf ook een aantal doktoren, dan weet je dat zij ook maar mensen zijn. Je durft dan eerder vragen te stellen.'
Betweterig
Hoogopgeleide ouders die internet afstruinen en zich niet zo makkelijk laten afschepen. Rudy Burgmeijer, medical manager bij het Nederlands Vaccin Instituut en schrijver van twee handboeken over vaccineren, kent het verschijnsel. 'Die ouders komen bij het consultatiebureau met allerlei onderzoeken en de ingewikkeldste vragen. Om dat bij te kunnen houden, moeten professionals van de consultatiebureaus eigenlijk voortdurend worden bijgeschoold. Dat gebeurt te weinig, daar is geen geld voor. Daar komt bij dat voor een consult gemiddeld vijftien minuten staat. Die zijn zo voorbij, helemaal als je ook voorlichting moet geven.'
Mensen weten niet meer wat difterie is, of hoe erg het is om je kind bijna te zien stikken door kinkhoest, zegt Burgmeijer. 'Naar mate de ziekte minder voorkomt, worden de bijwerkingen van het vaccin onder een vergrootglas gelegd. Terwijl ze niet opwegen tegen de ernst van de ziekte waartegen het vaccin beschermt.' Dat de ziekten nauwelijks meer voorkomen, geeft hij grif toe. 'Maar dat komt juist doordat zoveel mensen zijn inge. Ziekteverwekkers zijn eropuit om zichzelf te vermenigvuldigen. Zodra er een gat valt, grijpen ze hun kans.'
Burgmeijer neemt het de kritische ouders overigens niet kwalijk. 'Het is op zich goed dat ze er bewust mee bezig zijn. Met grachtengordelouders die een beetje betweterig zijn, heb ik geen moeite. Als die eenmaal met hun kind een verre reis gaan maken, gaan ze toch wel naar de GGD voor hun prikken. Kijk maar naar de uitbraak van het meningokokkeNVIrus in 2002 toen stonden ze in de rij. En met antroposofen die bepaalde ideehebben over ziekten heb ik ook vrede, dat moeten ze zelf weten. Die groep groeit wel, maar hij is nog steeds klein.'
Pseudo-wetenschappelijk
Wie hij wiets verwijt, is de Nederlandse Vereniging voor Kritisch Prikken. 'Ze zeggen van niet, maar ze zijn pertinent tegen prikken. Ik vind dat niet juist, ze onthouden mensen de mogelijkheid om gezondheidswinst te halen voor hun kinderen. Ze baseren zich op pseudo-wetenschappelijke onderzoek. Het ziet er betrouwbaar uit, en ze presenteren het ook goed. Je moet heel stevig in je schoenen staan als nietsvermoedende ouder om daar weerstand aan te bieden.'
De NVKP is het hier natuurlijk niet mee eens. 'Dat we tegen prikken zouden zijn is absoluut niet waar', zegt Jelle Duijvendak. 'Net als veel andere leden heb ik mijn kinderen deels ook gewoon laten inenten. Maar we willen eerlijk vertellen wat het feitelijke effect is van de vaccinaties en wat de bijwerkingen zijn. Veel bijwerkingen worden door de overheid onder tafel geschoven. Er is wel een registratiesysteem, maar de eisen die daaraan worden gesteld, zijn veel te strikt, zodat veel bijwerkingen buiten het register blijven.'
Lijnrecht staan ze soms tegenover elkaar, de NVKP en de overheidsinstanties die zich bezighouden met vaccineren. Beweringen van de NVKP worden door het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) naar de prullenbak verwezen en andersom. Relaties tussen vaccinaties en autisme of een lage weerstand zijn volgens het RIVM nooit wetenschappelijk aangetoond. Volgens de NVKP sluit het RIVM de ogen voor de gevolgen van entstoffen.
Neem het kinkhoestvaccin. De NVKP wijst erop dat de Gezondheidsraad onlangs schreef dat het vaccin voor enkele duizenden kinderen per jaar zeer belastende bijwerkingen heeft. Het RIVM en de NVI (Nederlands Vaccin Instituut) benadrukken weer dat onder 'zeer belastend' ook het persistent screaming syndrom wordt geschaard langer dan drie uur huilen en dat blijvende schade vrijwel nooit voorkomt. Annette de Boer van het RIVM: 'Niet vaccineren benadeelt de gezondheid van je kind.' Jelle Duijvendak: 'Ik vind het oprecht jammer, maar je moet vaststellen dat de overheid zich af en toe vergist.'
Glazen bol
Dat laatste denkt ook Nicolette de Vries (35). 'Eigenlijk spuit je een kind van acht weken oud vijf ziektekiemen in. Dat kan niet alleen maar goed zijn.' De Vries zit op de bank in haar zonnige bovenwoning in Amsterdam-Zuid, dochter Eva (vier maanden) op schoot. Op tafel ligt het handboek van de NVKP, sommige passages onderstreept met een lichtgevend roze stift. 'Ik heb me er maandenlang in verdiept', zegt De Vries. 'Vooral via internet. En ik ben tot de conclusie gekomen dat ik niet weet of vaccineren goed is voor mijn kind.'
Dus heeft De Vries, net als Maud Eijben, de eerste dtp-vaccinatie uitgesteld, in ieder geval totdat Eva 1 jaar oud is. De kinkhoestvaccinatie wil ze helemaal niet, net zomin als de bmr-prik.
Al tijdens haar zwangerschap begon ze zich bezig te houden met de voor- en nadelen van inentingen, vertelt ze. 'Ik ben geen Truus met een glazen bol. Ik volg gewoon niet klakkeloos de norm, ik stel vragen.'
Via internet kwam ze bij de P. Daar vond ze wat ze zocht. 'Ik ging bijvoorbeeld ervan uit dat inentingen verplicht waren, maar dat bleek helemaal niet zo te zijn. En ik las dingen over ziekten en bijwerkingen waarvan ik dacht: weten mensen dat wel? Kinderen kunnen bijvoorbeeld ook kinkhoest krijgen als ze wzijn gevaccineerd. Net als difterie, een zeldzame ziekte die voorkomt op plekken waar de hygi en voeding slecht zijn.'
Dat ze zou meeliften op de groepsimmuniteit vindt ze onzin. 'Het is mijn keuze. Ook ouders die hun kinderen wel inenten doen dat omdat ze het 't beste voor hun kind vinden, niet voor het grotere goed. En zij hoeven nergens bang voor te zijn. M kind wordt ziek als er een epidemie uitbreekt.'
Verwijten
Haar omgeving reageerde in eerste instantie weinig begripvol, zegt De Vries. 'Ze zeiden: je brengt je kind in gevaar. Totdat ik uitlegde dat kinderen ziekten als bof, mazelen en kinkhoest goed kunnen doorstaan als je zorgt voor een goede weerstand en veel rust en aandacht tijdens de ziekte. Bovendien levert het ze levenslange immuniteit op.'
Nog steeds krijgt ze soms het verwijt dat ze niet verantwoordelijk bezig is. 'Dan kaats ik de bal terug: heb jij je wel verdiept in de risico's van het vaccineren? In het begin trok ik me dit soort verwijten erg aan, nu maak ik me er niet meer druk over. Ik acht mezelf een intelligent wezen. Het is onzin dat ik de risico's op bepaalde ziekten onderschat. Ik weet heus wel dat polio soms tot verlamming leidt. Over dat vaccin ben ik nog niet uit. Maar je moet het risico niet overdrijven.'
De keus moet aan het individu worden gelaten, is de boodschap van Nicolette de Vries. De meeste consultatiebureaus promoten het vaccineren, zegt ze, en staan niet open voor andere meningen. 'Maar de enige manier waarop je die keuze kan maken is door goede voorlichting, ook over de bijwerkingen. Die voorlichting is nu veel te eenzijdig.'
Ook het RIVM, de bewaker van het Rijksvaccinatieprogramma, is inmiddels overtuigd van het nut van goede voorlichting. Annette de Boer, conator Communicatie Rijksvaccinatieprogramma, werkt sinds een halfjaar aan de onlangs nieuw verschenen folders met informatie over kinderziekten, vaccins en ook over bijwerkingen. 'We laten de cijfers voor zich spreken. In de folder over mazelen staat een grafiek waaruit blijkt dat het aantal aan deze ziekte overleden kinderen sinds de jaren zestig spectaculair is gedaald. In 1999 en 2000 was er voor het laatst een mazelenepidemie 3200 mensen waren ziek, van wie 94 procent niet was inge. Er zijn toen drie kinderen overleden.'
Ook Burgmeijer van het NVI benadrukt het belang van goede voorlichting. 'Je kunt het roerend oneens zijn met kritische prikkers, maar je moet ze niet doodzwijgen. Dat was jarenlang wel het offici beleid niet in discussie gaan met ouders. Gelukkig is daar de laatste jaren verandering in gekomen.'
Dat goede voorlichting zo lang op zich liet wachten, had volgens hem te maken met gemakzucht van de overheid. 'Decennialang was de vaccinatiegraad rond de 97 procent. Waar zou je je dan druk over maken?' De overheid zat in een ivoren toren, zegt hij. 'Ze dachten dat ze wel wisten wat goed was voor de bevolking. Maar tegenwoordig pikken mensen dat niet meer, je moet goed uitleggen waarom iets goed is. Doe je dat niet, dan kun je het schudden.'
Tony Blair
Wendy Smits (33) en Ron van der Wel (43) zijn nog niet overtuigd. Hun interesse in vaccinaties begon met Tony Blair. 'Ik las in de krant dat Blair zijn zoontje niet wilde laten inenten omdat hij bang was voor autisme', vertelt Smits. 'Zo'n man doet dat niet zo maar, denk je dan. Die heeft de beste adviseurs om zich heen.'
Zoon Adam (3,5) had toen al een aantal inentingen gekregen. 'Als Adam een beetje ziek was, douwde ik er bij wijze van spreken meteen een zetpil in.' Met Meike, nu acht maanden, besloten Van der Wel en Smits het anders te doen de dtkp-prik krijgt ze niet, bmr ook niet. Smits: 'Het is natuurlijk puur speculatief, maar Adam heeft een lage weerstand en pikt alles op wat langskomt, terwijl Meike nog nooit ziek is geweest.'
Van der Wel, die jarenlang als marketingdirecteur door Europa reisde, heeft een sabbatical aangegrepen om hun huis in het Brabantse Haaren te verbouwen. Smits wil als Meike ouder is weer gaan werken in de makelaardij. In de tuin vertelt Smits dat ze Meike niet laat inenten vanuit de overtuiging dat een gezond kind met de juiste begeleiding zelf goed in staat is om ziekten te overwinnen.
Olievlek
'Ik laat me vooral leiden door statistieken', zegt Van der Wel. 'De kans dat je in Nederland met polio wordt besmet, is statistisch volkomen irrelevant. Misschien is dat heel egoisch, maar waarom zou ik mijn kind dan blootstellen aan de risico's van een vaccin? Als ons kind iets overkomt omdat ik het niet heb inge, dan zal ik dat mezelf verwijten. Natuurlijk. Als mijn kind iets overhoudt aan de vaccinatie, terwijl ik op de hoogte was van de risico's, dan neem ik me dat ook kwalijk.'
Smits: 'Maar als polio de kop opsteekt, dan wordt Meike direct inge. En als iemand met nieuwe argumenten komt, gaan we gelijk naar het consultatiebureau.'
Steeds meer mensen om hen heen zijn gaan nadenken over vaccinaties, zegt Smits. 'Het is een soort olievlek, mensen vragen ons ernaar. Wij staan niet bekend als impulsief en onnadenkend, misschien dat ze er daarom meerwaarde aan hechten en dat we daarom minder weerstand ondervinden van onze omgeving. We laten zien dat we twijfelen.'