Veiligheid
Fred Teeven is de nieuwe man van Leefbaar Nederland. Dat wordt lachen. Niet dat Fred zo'n feestneus is, maar hij kan zichzelf wel geweldig in de nesten werken....
Teeven is officier van justitie in Amsterdam. In die hoedanigheid trad hij een tijdlang op tegen de georganiseerde misdaad. Een van de meest intrigerende zaken waarbij hij betrokken was, was de zaak van Irma M., die met twee sukkels onder oogluikend toezicht van een IRT-team een aantal kraken had gezet. De reden dat ze niet werden gepakt, was dat Irma werkte in een bordeel van Cor van Hout en aldaar een collega van Fred Teeven, Jo Valente, als klant had gehad. Daarvan bestond een video en die video, daar was het Teeven om te doen. Hij stuurde twee agenten met 25 duizend gulden in een Albert-Heijn-tas op Irma af om de band te kopen.
Alles liep vervolgens in het honderd.
En uiteindelijk zat het hele gezelschap, na enkele rechtszaken, bij het hof. Twee rechercheurs van het IRT met pruiken, fopsnorren en zonnebrillen, Karel en Willem geheten, de twee boeven van Irma, inmiddels toch gevangen en achter de tralies, de adembenemende Irma zelf, een blond stuk met een persoonlijke geschiedenis die bij dokter Finkensieper in Zetten in een stroomversnelling was geraakt, en Fred Teeven die door het hof werd gehoord over zijn opsporingsmethoden.
Een geweldige vertoning.
Fred Teeven, kalend en corpulent, droeg een kobaltblauw pak en liep gedurende de ondervragingen zo rood aan dat hij er wel uit leek te knappen. Hij hakkelde zich moeizaam langs de vragen, almaar laverend tussen leugen en waarheid, je kon het bijna ruiken, en uiteindelijk kreeg hij van het hof te horen dat hij de objectieve waarheidsvinding ontoelaatbaar had gefrusteerd. De twee gevangen boeven werden ter plekke in vrijheid gesteld en van de videoband met Valente is nooit meer iets vernomen.
Jammer eigenlijk.
Fred Teeven gaat nu de politiek in. Geflankeerd door de oude Westerterp (ook als hij niet achter het stuur zit, lijkt hij met een glaasje op te rijden) en Jan Nagel zat hij bij Nova. Het woord dat hij meest in de mond nam, was 'veiligheid'. Als man van de praktijk gaat hij daar iets aan doen. Hij zei er niet bij dat hij als geen ander weet dat veiligheid helemaal niet bestaat.
Deze week vertelde mijn jongste dochter heel achteloos dat ze op straat 'snuifdrugs' had gevonden. Toen ik doorvroeg, bleek het een wit papiertje te zijn dat op een bepaalde manier gevouwen was. Omdat ze zelf heel wat af vouwt, intrigeerde haar dat, maar kennelijk wist ze ook dat er iets niet pluis was. Vermoedelijk dankzij Klokhuis. Op de vraag wat ze met de 'snuifdrugs' had gedaan, antwoordde ze dat ze het natuurlijk in de prullenbak had gedaan. Ik had niet het idee dat ze zich nu onveilig voelde bij ons in de buurt.
Veiligheid, we weten het, is relatief. Sterker nog: het is een gevoel. Persoonlijk voel ik me vooral onveilig als in een rechtszaal een officier van justitie moeite heeft met de waarheid. Later noemt hij dat zijn 'onorthodoxe aanpak', maar in plaats van je dan trots aan te kijken, danst even zijn blik weg. Ineens gaat hij dan zweten en zit zijn das te strak.