Nieuws
Veiligheidsdienst AIVD beging ‘doodzonde’ bij opstellen ambtsbericht over Haga Lyceum
De veiligheidsdienst AIVD heeft onrechtmatig en onzorgvuldig gehandeld bij het uitbrengen van twee ambtsberichten over het Cornelius Haga Lyceum. Dit blijkt uit onderzoek van toezichthouder CTIVD. Zo zijn de beweringen over banden van de schoolleiding met terroristen ‘onvoldoende onderbouwd’.
De berichten van de AIVD bevatten ‘substantiële gebreken, die op onderdelen tot onrechtmatigheden leiden’, concludeert de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten in een rapport dat vrijdag naar de Tweede Kamer is gestuurd. Een van de berichten had bovendien nooit verstuurd mogen worden aan de gemeente Amsterdam en de Onderwijsinspectie.
‘Een doodzonde’, noemt CTIVD-voorzitter Nico van Eijk de onjuistheden in het ambtsbericht. ‘Als een overheid iets communiceert, moet dat kloppen. Dat geldt zeker voor de AIVD, die met geheime informatie werkt.’
Directeur-generaal Dick Schoof van de AIVD reageert vooral op de positieve conclusies uit het onderzoek: de toezichthouder constateert dat de dienst terecht bezorgd was over de betrokkenheid van enkele ‘salafistische voormannen’ bij de islamitische school. ‘Onze waarschuwing voor dit risico op termijn bij het Cornelius Haga Lyceum staat ook na het onderzoek door de CTIVD overeind’, laat Schoof via zijn woordvoerder weten.
In een brief aan de Tweede Kamer schrijft minister Ank Bijleveld (Binnenlandse Zaken) nog steeds ‘volledig achter de beslissing van de AIVD’ te staan om informatie naar buiten te brengen over de geconstateerde dreiging. ‘Dat de CTIVD in dit geval desalniettemin oordeelt dat de AIVD op onderdelen tekort is geschoten nemen wij serieus.’
Belastende informatie
De AIVD stuurde begin dit jaar twee ambtsberichten aan verschillende overheidsdiensten, waaronder de gemeente Amsterdam en de Onderwijsinspectie. Zij bevatten zeer belastende informatie over het Cornelius Haga Lyceum. Zo zouden er plannen zijn de helft van het curriculum te wijden aan de salafistische geloofsleer.
De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) en de gemeente Amsterdam brachten de verontrustende informatie over de islamitische school in maart naar buiten. De gemeente staakte toen per direct de samenwerking met het Haga Lyceum. In de Tweede Kamer klonk de roep de school te sluiten.
In de maanden daarna groeide onder rechtsgeleerden en ouders van de school de kritiek op de werkwijze van de inlichtingendienst. Daarop besloot toezichthouder CTIVD vijf maanden geleden een onderzoek in te stellen naar de werkwijze van de dienst in deze casus. De commissie had daarbij toegang tot alle inlichtingeninformatie van de AIVD en sprak uitgebreid met betrokkenen.
De CTIVD zegt nu dat bij de veiligheidsdienst terecht de vrees leefde dat leerlingen ‘op termijn gevormd zouden worden door middel van antidemocratisch en anti-integratief gedachtegoed’.
Bij het verspreiden van informatie over de school schoot de dienst echter wel tekort. Zo had de AIVD volgens de CTIVD in zijn berichten en de communicatie daarover ‘duidelijker moeten zijn over wat de dienst niet wist’. De AIVD had bijvoorbeeld geen bewijs dat op dat moment al salafistisch gedachtengoed aan leerlingen werd overgebracht.
Terroristische groepering
In totaal bestempelt de toezichthouder ‘vier zinnen en drie zinsneden’ uit het eerste ambtsbericht als onrechtmatig danwel onzorgvuldig. Het betreft vooral de passages waarover dit voorjaar veel ophef ontstond. Die zijn volgens de CTIVD dan ook ‘van wezenlijk belang voor de algehele strekking’ van het bericht.
De toezichthouder oordeelt bijvoorbeeld dat de AIVD over onvoldoende inlichtingen beschikt om te kunnen schrijven dat directeur-bestuurder Soner Atasoy en zijn broer Son Tekin Atasoy, die als beleidsmedewerker aan de school verbonden is, ‘in de periode 2009-2012 contact onderhielden met de terroristische groepering ‘het Kaukasus Emiraat’.
‘Het is niet dat er niets aan zo’n passage ten grondslag ligt’, zegt secretaris Jantine Kervel-de Goei van de CTIVD. ‘Er zijn aanwijzingen, maar die zijn niet voldoende om dit te kunnen dragen.’ Datzelfde geldt voor de zin in het ambtsbericht waarin staat dat de broers de rebellenleider van het Emiraat van de Kaukasus ‘hun leider’ noemen.
Dat de AIVD in een van de ambtsberichten schrijft dat de broers in verband worden gebracht met de financiering van het emiraat, bestempelt de CTIVD als een ‘te ongenuanceerd beeld’. Ook de bewering uit het eerste ambtsbericht dat de Atasoys ‘de helft van het curriculum aan de salafistische geloofsleer’ willen wijden, is volgens de toezichthouder ‘ongenuanceerd’.
Een tweede ambtsbericht, dat rept over mogelijke financiële malversaties door bestuurders van de school, bevat een passage die onvoldoende genuanceerd is. Dat bericht had de AIVD volgens de toezichthouder bovendien alleen aan het Openbaar Ministerie mogen verstrekken. En niet aan andere partijen zoals de gemeente Amsterdam, de Onderwijsinspectie en het ministerie van Onderwijs. Ook dat vindt de CTIVD ‘ernstig’.
Soner Atasoy wil telefonisch geen vragen beantwoorden over het CTIVD-rapport. Hij verwijst naar een tamelijk academische verhandeling die de school op de website heeft geplaatst, met dit als eerste zin is: ‘Het Cornelius Haga Lyceum heeft kennis genomen van een krachtig signaal van de CTIVD, waarbij er geen andere winnaars zijn dan de rechtsstaat.’
Wat de AIVD niet had mogen schrijven in het ambtsbericht
Salafistisch gedachtegoed
‘(...) willen de helft van het curriculum aan de salafistische geloofsleer wijden en zijn van plan om ook buiten reguliere lestijden scholieren onder hun invloedssfeer te brengen.’
Dit is een van de passages die begin maart tot grote beroering leidde. Zo zei de Amsterdamse onderwijswethouder Marjolein Moorman ‘dat er op de school antidemocratisch onderwijs werd gegeven’, het was voor haar een belangrijke reden om de subsidiëring van de school op te schorten.
De CTIVD concludeert nu dat de zin ‘ongenuanceerd’ is. Wat de precieze toedracht is, blijft onduidelijk. ‘Als we daar te veel over zeggen, onthullen we staatsgeheimen’, aldus CTIVD-secretaris Jantine Kervel-de Goei. Maar in het rapport schrijft de CTIVD wel dat de AIVDduidelijker had moeten zijn naar de ontvangers dat niet concreet was vastgesteld dat het salafistisch gedachtengoed reeds werd uitgedragen op de school. ‘Daarmee had de urgentie van de berichtgeving door de ontvangers beter kunnen worden ingeschat. Dit gebrek aan duidelijkheid is onzorgvuldig.’
Homoseksualiteit niet bespreekbaar
‘Het dienstverband van een docent kon geen doorgang vinden, omdat deze persoon van plan was om homoseksualiteit te bespreken met de leerlingen.’
Volgens de CTIVD is dit een van de zinnen die ‘zodanig zijn verwoord dat zij strikt genomen wél onderbouwd kunnen worden door (betrouwbare) inlichtingen, maar desondanks een te ongenuanceerd beeld geeft van de onderliggende inlichtingeninformatie’. Kervel-de Goei: ‘De bewering is dus niet uit de lucht gegrepen, maar bevatte een kern van waarheid.’ In het rapport schrijft de CTIVD daarover dat ‘meerdere factoren bijdroegen aan het feit dat het dienstverband geen doorgang vond’.
Dat sluit aan bij de verklaring die directeur-bestuurder Soner Atasoy eerder in de Volkskrant opperde voor de passage. Hij vertelde dat een CKV-docent tijdens een sollicitatiegesprek zei dat die homoseksualiteit met leerlingen wilde bespreken. Atasoy zou slechts hebben gezegd dat dit niet logisch paste binnen het vak CKV, en wees de sollicitant naar eigen zeggen om andere redenen af.
Geen islamitische wetsschool
‘Het beleid en de leer van de school is gebaseerd op de Koran en de Sunna waarbij zij geen islamitische wetsschool aanhangen.’
Er is bij de AIVD onvoldoende onderbouwing om deze passage overeind te houden, stelt de CTIVD. De zin had dus nooit zo in het ambtsbericht opgenomen mogen worden. Dat lijkt voor islamleken misschien niet zo relevant, maar is het wel degelijk. Het niet aanhangen van een wetsschool is binnen de islam namelijk een belangrijk kenmerk van salafisten. Of, zoals de CTIVD schrijft: ‘Dit is een kenmerk dat de school binnen het fundamentalistische spectrum van de islam plaatst.’ Het was dus deze passage, waarop critici zich konden baseren toen zij stelden dat het Haga Lyceum een ‘salafistenschool’ is.
Overigens schrijft het Haga Lyceum zelf op de website onder het kopje ‘Kernwaarden’ dat de school onderwijs biedt ‘dat zijn grondslag en bestaansrecht vindt in de islam, de islam zoals begrepen en uitgelegd door de vier traditionele wetsscholen’.
Contact met ‘kaukasus Emiraat’
‘Het is bekend dat zij in de periode 2009-2012 contact onderhielden met de terroristische groepering ‘het Kaukasus Emiraat’ (...) noemden de rebellenleider van het Emiraat van de Kaukasus ‘hun leider’.’
De vermeende banden van de gebroeders Atasoy met een terroristische organisatie kregen veel aandacht in de media, maar hadden volgens de CTIVD ‘niet op deze manier in het ambtsbericht mogen staan’.
In het rapport onthult de CTIVDdat de twee zinnen waar de toezichthouder over struikelt dit voorjaar ook bij de AIVD intern al ter discussie stonden. Een analist van een andere afdeling liet weten dat hij, nadat het ambtsbericht was verstuurd, twijfelde aan de informatie over de banden van de Atasoys met het Kaukasus Emiraat. Juristen van de dienst hielden vol dat de passage niet gecorrigeerd hoefde te worden.
Gezien de grote maatschappelijke ophef die er toen al was over het bericht, verbaast het de CTIVD zeer dat de betrokken medewekers de leiding van de AIVD niet op de hoogte hadden gesteld van de gerezen twijfel.
Financiering van Kaukasus Emiraat
‘(...) en worden in verband gebracht met financiering van het Kaukasus Emiraat.’
Ook deze bewering uit het ambtsbericht geeft volgens de CTIVD een ‘te ongenuanceerd beeld’. Over de onderliggende informatie die de dienst wel heeft, geeft de toezichthouder vervolgens geen nadere toelichting.
De Atasoys vertelden eerder aan de Volkskrant dat de inlichtingendienst tussen 2009 en 2012 onderzoek deed naar hun connecties met Tsjetsjenen. Dat was volgens Soner Atasoy nadat een zakenpartner de AIVD getipt zou hebben. ‘We hadden een conflict en hij dreigde een melding te doen bij de AIVD. Zo word je dus genaaid.’
Son Tekin Atasoy: ‘Hij zou vertellen dat we Tsjetsjenen helpen. We gingen om met veel Tsjetsjenen, kwamen op hun bruiloften. Daar komen ook mensen die hebben gevochten. Maar je kunt er niet door een Nederlandse bril naar kijken. Soms steunt de ene helft van een Tsjetsjeense familie de Russen en de andere helft het verzet.’
En wat de AIVD wel had mogen schrijven in het ambtsbericht
Contact met leiders Emiraat in België
‘Degenen met wie (...) en (...)in contact stonden waren de leiders van het Emiraat in België.’
Deze bewering wordt volgens de CTIVD ondersteund door voldoende bewijs. De vraag die openblijft: wie zijn die ‘leiders’ en waaruit bestond dat contact?
Eerder zeiden Soner en Son Tekin Atasoy tegen de Volkskrant dat ze al bijna twintig jaar veel omgaan met Tsjetsjenen. De eerste die ze leerden kennen, was ene Ali uit Rotterdam, een bewoner van het asielzoekerscentrum waar de broers het onverkochte brood van hun Rotterdamse bakkerij naartoe brachten. Samen met Ali ontfermden de Atasoys zich in 2001 over de beroemde Tsjetsjeense kinderdansgroep Daymohk (‘Mijn land’), die een bezoek aan Nederland bracht. Later kwamen er Tsjetsjenen werken in de bakkerijen die de Atasoys exploiteerden. Via de Tsjetsjenen uit de bakkerij leerde Soner ook zijn Tsjetsjeense vrouw kennen. Sinds hun huwelijk in 2004 heeft hij Tsjetsjenië naar eigen zeggen drie keer bezocht.
Gescheiden onderwijs mannen en vrouwen
‘Er wordt gestreefd naar gescheiden onderwijs tussen mannen en vrouwen; een groot deel van het onderwijs wordt nu al gescheiden gegeven’
Dit klopt zonder meer. De school heeft er ook nooit geheimzinnig over gedaan te streven naar gescheiden klassen. Omdat dat door de omvang van de school nog niet altijd lukt, zitten meisjes in veel klassen aan een andere kant van het lokaal dan jongens. Tijdens het gebed verblijven menstruerende meisjes in een aparte ruimte. Het is dan ook niet verrassend dat de CTIVD constateert dat deze passage ‘voldoende is onderbouwd’.
Toch is de CTIVD ook kritisch over het opnemen van deze passage omdat die kenmerken niet aantonen dat ‘de school verdergaat dan binnen de vrijheid van godsdienst (en in dit geval ook de vrijheid van onderwijs) is toegestaan. Deze kenmerken, die ook aanwezig zijn binnen religieuze scholen uit verschillende andere geloofsrichtingen, kunnen niet zonder meer worden aangevoerd om een risico of een dreiging te onderbouwen.’
Salafistische aanjagers
‘(...) omringen zich met salafistische aanjagers, zoals (...)’
De eerste zin van het persbericht dat de CTIVDvrijdag verstuurde luidt: ‘De AIVD heeft terecht besloten om gegevens te verstrekken (...) over het Cornelius Haga Lyceum en bij de school betrokken personen.’Dit gaat over een groep radicale figuren die op uiteenlopende manieren contact hebben gehad met de schoolleiding. Het is algemeen bekend dat de dienst hier onder meer doelt op docent Kasim Tekin, die verbonden is aan ‘de salafistische jongerenorganisatie Moslimjongeren Almere’, de Britse shariageleerde Haitham al-Haddad, die de school heeft bezocht en Abdullah Özütürk, van wie bekend is ‘dat meerdere uitreizigers bij hem lezingen en lessen hebben gevolgd’. Hun betrokkenheid vormt op termijn mogelijk een dreiging voor de veiligheid, concludeert de CTIVD. En dat is iets waar de dienst terecht overheidsdiensten van op de hoogte wilde brengen.
DE HAGA-SAGA: DIT GING ERAAN VOORAF
Voor wie het overzicht kwijt is, zetten we de belangrijkste gebeurtenissen uit de roerige geschiedenis van de omstreden islamitische school op een rij.
Minister Arie Slob (Onderwijs) verzocht het bestuur van het Haga Lyceum deze zomer al om op te stappen. ‘Deze bestuurders moeten echt uit de school verdwijnen’, zei hij in een interview met de Volkskrant. Directeur-bestuurder Soner Atasoy reageerde furieus: ‘We worden genaaid in het kwadraat.’
Aanleiding voor de ophef is een zeer negatief rapport dat de Onderwijsinspectie opstelde over de school. Bewijzen voor salafistisch onderwijs zijn niet gevonden, maar op punten van bestuur en financiën is er scherpe kritiek. De school probeerde – tevergeefs – de publicatie van het rapport te voorkomen.
Ook de Volkskrant kwam tijdens meer dan tien bezoeken en tientallen gesprekken met de schoolleiding, docenten, medewerkers, ouders, vrijwilligers en externen geen bewijzen tegen van salafistische invloeden of antidemocratisch onderwijs. Lees de longread of luister naar de podcast waarin verslaggevers Tjerk Gualthérie van Weezel en Rik Kuiper hun verhaal doen.