Veertien nieuwe Russische luchtaanvallen in Syrië
De Russische luchtmacht heeft vrijdag veertien aanvallen op doelen in Syrië uitgevoerd. Zes aanvallen waren gericht op Islamitische Staat. Onder meer een militair operatiecentrum van IS in de provincie Idlib en een opslag van explosieven werden vernietigd. Dat heeft het ministerie van Defensie in Moskou bekendgemaakt.
Een internationale coalitie die wordt geleid door de VS stelde vrijdag dat de Russische bombardementen op Syrië een escalatie van het conflict vormen. De coalitie dringt er in een verklaring op aan dat Rusland stopt met het bombarderen van andere groeperingen dan IS.
'We maken ons grote zorgen over de Russische troepenopbouw in Syrië en met name de aanvallen van de Russische luchtmacht op Hama, Homs en Idlib, waarbij burgerslachtoffers zijn gevallen en Islamitische Staat niet het doelwit was', luidt de gezamenlijke verklaring die is ondertekend door de VS, Groot-Brittannië, Turkije, Frankrijk, Duitsland, Qatar en Saoedi-Arabië.
'Deze acties veroorzaken een verdere escalatie van het conflict en zullen meer extremisme en radicalisering in de hand werken'. De verklaring is gepubliceerd op de website van het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken.
Voor wie het overzicht kwijt is
Het is bijna niet meer te volgen: zowel Rusland als het Westen hopen dat Islamitische Staat wordt verslagen, maar nu Moskou zich in de strijd mengt, is het ook niet goed. Hebben we niet liever Assad dan IS? En kan IS op deze manier eigenlijk wel verslagen worden? Negen vragen over de situatie in Syrië.
Rampzalig beleid
Volgens de Amerikaanse president Barack Obama leidt de Russische en Iraanse steun aan het bewind van de Syrische president Bahar al-Assad een moeras in. De Russische theorie dat iedereen die tegen Assad is, een terrorist is, vormt volgens Obama een recept voor een rampzalig beleid. Bovendien versterkt de Russische bemoeienis de terreurbeweging IS, zo zei hij vrijdag in het Witte Huis.
De Russische president Vladimir Poetin zou volgens Obama onderscheid moeten maken tussen de extremisten van IS en de gematigde soennitische oppositie. Eenzelfde verzoek deed vrijdag de Franse president François Hollande die Poetin in Parijs ontving. Hij zei tegen Poetin dat de Russische luchtaanvallen in Syrië alleen op IS gericht zouden moeten zijn.
Rusland voert sinds woensdag luchtaanvallen uit op doelen die in overleg met de Syrische strijdkrachten worden uitgekozen. Ook rebellen die niet onder de vlag van IS vechten in het noordwesten moeten zo worden teruggeslagen. Rusland heeft daar steunpunten en het is de thuisbasis van de alawitische minderheid waar de familie Assad toe behoort. De regio wordt door rebellen bedreigd.
Coördinatie Syrische regering
Volgens de Syrische minister van Buitenlandse Zaken, Walid al-Moualem, zijn luchtaanvallen tegen strijders van IS en andere terreurgroepen zinloos als ze niet in samenspraak met de Syrische regering plaatsvinden.
'Terrorisme kan niet louter worden bestreden vanuit de lucht', aldus al-Moualem vrijdag tegenover de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. 'Alle voorgaande operaties hebben alleen maar gezorgd voor de uitbraak en verspreiding ervan.' Hij zei verder dat het Syrische leger 'de enige kracht in Syrië is die tegen terrorisme strijdt'.
In de oostelijke stad Deir al-Zor heeft IS vrijdag tegenaanvallen uitgevoerd op posities van het Syrische leger, waaronder een luchthaven. Vliegtuigen van Assads leger hadden eerder IS-strijders aangevallen rondom deze locaties. Gisteren werd bekend dat Russische vliegtuigen daar ook hebben gebombardeerd.
Geen strijd tegen terrorisme
De Russische militaire inmenging in het conflict in Syrië heeft niets met de strijd tegen terrorisme te maken, zeggen Syrische inwoners uit de bestookte gebieden tegen de Volkskrant. Het is een poging om president Assad steviger in het zadel te helpen.
Geen vrijdaggebed in Raqqa
In Raqqa, de hoofdstad van het door IS uitgeroepen kalifaat, heeft de terreurbeweging het vrijdaggebed in diverse moskeeën afgelast uit vrees voor Russische luchtaanvallen. Dat zegt het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten dat zich baseert op informatie van een groep activisten in Raqqa, die zeiden dat meerdere moskeeën vrijdag werden geëvacueerd.
In de buurt van Raqqa vonden zowel donderdag als vrijdag luchtaanvallen plaats. De aanval van vrijdag was volgens het Observatorium het werk van een Amerikaanse drone. Wie het bombardement een dag eerder uitvoerde is onduidelijk.
