Veel doden bij strijd in steden Irak

Toneel van de strijd in Najaf is de grote begraafplaats van de martelaren. De Iraakse politie maakte vrijdagavond bekend heer en meester te zijn op de begraafplaats. Dat kon niet uit andere bronnen worden bevestigd.

Dat zelfde geldt overigens voor de Amerikaanse schatting van 300 doden. De gouverneur van Najaf zei dat er 400 militieleden waren gedood en duizend gevangengenomen. Een woordvoerder voor al-Sadr zei daarentegen dat er in totaal slechts 36 militieleden waren omgekomen bij de gevechten in verscheidene steden.

Donderdagavond liet al-Sadrs woordvoerder weten dat het Mahdi-leger bereid was het vuren te staken als de Amerikanen hetzelfde deden. Maar Amerikaanse commandanten ter plaatse zeiden dat ze niets wisten van een dergelijk aanbod en dat hun troepen nog steeds werden beschoten. In de vrijdagspreek die al-Sadr liet voorlezen, gaf hij als vanouds de Amerikanen de schuld van alle geweld in Irak.

Het staakt-het-vuren uit juni lijkt onherstelbaar geschonden. Want ook in Sadr-stad, de grote shi'itische wijk van Bagdad, speelden zich hevige gevechten af tussen Amerikaanse troepen en aanhangers van al-Sadr (naar wiens onder Saddam vermoorde vader de wijk is vernoemd). Volgens het Iraakse ministerie van Volksgezondheid zijn daar in de loop van donderdag en vrijdag 19 doden en 11 gewonden gevallen.

In Nasiriyah werden Italiaanse coalitietroepen aangevallen door het Mahdi-leger. Volgens een zegsman van de Iraakse regering zijn daar acht Irakezen gedood, onder wie vijf strijders. Even buiten Nasiriyah werd een Roemeense patrouille beschoten. En in Basra werden vrijdagavond Britse soldaten aangevallen door aanhangers van al-Sadr.

De radicale al-Sadr is vooral populair bij jonge, kansarme shi'ieten. De meeste shi'ieten zijn echter volgelingen van grootayatollah Ali al-Sistani, die heeft geprobeerd al-Sadr te matigen. Al-Sistani is momenteel echter niet in Najaf maar in Londen, waarschijnlijk voor een hartoperatie.