Vanuit de OK hup door naar het schoolplein
'Dat gaan we niet op tijd redden', zegt anesthesiologe Anke Schuurhuis als zij operatiekamer 2 binnenloopt. Daar ligt een jonge vrouw van wie de dikke darm er bijna helemaal uit moet, waarna haar dunne darm weer aan de endeldarm wordt vastgemaakt....
Op het operatiecentrum van het UMC - een labyrinth van OK's, wasruimtes, voorbereidingskamers, holdings en 'vuile ruimtes' - werken sinds vorig jaar september negen assistentes en één specialist met een zogeheten moedercontract. Een radicale manier om nieuw personeel te lokken en bestaand personeel vast te houden door hen te helpen werk en privé te combineren.
De moeders beginnen om kwart over negen, anderhalf uur later, zodat zij eerst hun kinderen naar school kunnen brengen. Om kwart over drie staan zij gegarandeerd weer bij het hek als de bel gaat. Op woensdag werken de moeders niet, evenmin als 's avonds, in het weekeinde en de schoolvakanties. De moederteams bezetten operatiekamers die anders leeg hadden gestaan en verkorten zo de wachtlijsten.
'De proef is een groot succes', zegt projectleider Marjolein Schouten. Zij is speciaal aangesteld om de organisatie rijp te maken voor herintredende moeders. Volgens haar behandelen moederteams zeventig extra patiënten per maand en na de zomer wordt geprobeerd een derde team op te richten. Ook andere ziekenhuizen volgen dit voorbeeld.
Zij zullen echter merken, blijkt uit een dagje meelopen met twee teams, dat het concept niet zo makkelijk is uit te voeren. Zo hebben veel herintreders nascholing nodig omdat technieken zijn veranderd en operaties complexer worden. Slechts een kwart van de ingrepen in het UMC, schat Schouten, zijn geschikt voor moederteams. En er moet regelmatig aflossing worden georganiseerd.
In een zogeheten opdekruimte legt OK-assistente Anja Ophoff spullen klaar voor een operatie. Af en toe kijkt zij in een rode klapper met werkinstructies. 'Ik miste het werk in de OK', zegt de 44-jarige verpleegkundige. Ophoff haakte tien jaar geleden af toen haar eerste dochter werd geboren. Sindsdien werkte ze bij de thuiszorg. 'Mensen wassen en kleden in het weekeinde.' Nadat ook haar jongste naar school ging, viel haar oog op een advertentie voor moedercontractanten.
'Ik dacht, dit is mijn kans.' Het werk in de OK, stelt Ophoff, is technisch en afwisselend. 'Dat ligt mij toch beter dan het emotionele, het verzorgende.' Haar collega Adri van Vliet knikt. Ook zij keerde terug na een intermezzo in een verpleeghuis. Van Vliet legt de instrumenten één voor één op een zogeheten overschuiftafel: neusspreiders, mesheften, bajonet-pincetten, gehoekte scharen, hamer, beitels.
Die spullen zijn even later nodig in operatiekamer 15 waar drie specialisten een hypofyse-tumor gaan weghalen bij een zestigjarige vrouw. De KNO-arts tilt haar bovenlip op en baant zich met mes en beitel een weg door de schedel. Van Vliet staat ernaast, haar elleboog tegen zijn elleboog, en geeft de instrumenten aan. Zij moet daarbij anticiperen en bovendien ieder instrument en gaasje tellen, om te voorkomen dat spullen in de patiënt achterblijven.
In de koffiekamer tegenover OK 4 waren de nieuwkomers lange tijd gesprek van de dag. 'In het begin waren we heel sceptisch', erkent teamleidster Eefje Bor. 'Veel mensen waren bang dat wij dagelijks de boel achter hen konden opruimen.' Inmiddels, stelt zij, is de houding positief. 'Het zijn goede en zeer gemotiveerde collega's.' Een arts: 'Ze zijn wat beperkter, maar ik ben blij met de extra OK-tijd'.
De meeste moedercontractanten zijn veertigers met schoolgaande kinderen. Hun man is hoofdkostwinnaar, maar zij hebben geen zin thuis te zitten. Een parttime baan - inclusief nacht- en weekeinde-diensten - gaat hen weer te ver. Een moedercontracttant heeft een halve baan en dus ook een half salaris.
Moedercontracten lossen het tekort aan OK-assistentes maar deels op. Weliswaar zitten er veel moeders tussen de 70 duizend verpleegkundigen die momenteel hun vak niet uitoefenen, maar zij zijn beperkt inzetbaar. Het UMC denkt voorlopig voor drie teams werk te kunnen vinden. Gewone verpleegafdelingen zijn minder geschikt omdat die 24 uur per dag doordraaien. Ziekenhuizen vrezen arbeidsonrust als nacht- en weekeinde-diensten bij een kleine groep terecht komen.
In OK 2 wordt na vier uur opereren nog steeds koortsachtig doorgewerkt. Een hoogleraar en zijn arts-assistenten construeren een heel nieuw darmkanaal: vier, vijf handen houden spieren, bindweefsel en glibberige flapjes omhoog, terwijl de chirurg alle onderdelen voorzichtig aan elkaar naait. Uit speakers aan de muur klinkt zachtjes Skyradio. De operatie gaat waarschijnlijk uitlopen. 'Ik moet echt om kwart voor drie het gebouw uitlopen', zegt Magda Brussaard.
De 32-jarige anesthesie-medewerkster controleert bij het hoofdeinde de vitale functies van de patiënt en regelt onder meer het ingeademde mengsel zuurstof en lachgas. Een spaghetti van slangen, infuuslijnen en elektroden komt uit bij haar werkstation. 'Ik vind dit interessant en nuttig werk, maar ik wil ook mijn kinderen nog zien'.
Brussaard werkte jarenlang voor een ander ziekenhuis, waar zij haar twee zoontjes om zeven uur naar de crèche bracht. 'Toen mijn oudste naar school moest, ontstond een probleem. Mijn verzoek om andere werktijden werd afgewezen.' Als we daar aan beginnen, antwoordde de personeelsafdeling, wil de rest dat ook. Van het UMC kreeg Brussaard niet alleen een moedercontract, maar ook een eigen parkeerplek op het dak van de garage. 'Heel luxe allemaal. Daar komt moeders in haar oude Jetta!'
Om half drie verschijnt een nieuwe anesthesie-medewerker in de operatiekamer. 'Wat goed', zegt Brussaard, precies op tijd!' Zij legt hem de operatie uit en wijst op haar scherm allerlei statistieken aan. Als ze weggaat, kijken de chirurgen niet op van hun werk. Om tien over half drie staat Brussaard in de kleedkamer, om tien voor drie rijdt ze binnendoor richting Houten en om kwart over drie staat ze bij het hek van basisschool De Fontijn.