Nieuws
Van Nieuwenhuizen wilde aanblijven als minister toen ze baan had aanvaard als lobbyist, Rutte vond het goed
Cora van Nieuwenhuizen was vast van plan om door te gaan als demissionair minister van Infrastructuur en Waterstaat, ook al had ze in de zomer al een baan aanvaard in de lobbysector. Premier Mark Rutte keurde het aanblijven van zijn partijgenoot goed, maar bedacht zich op het allerlaatste moment.
Dit blijkt uit interne stukken die na een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) door een burger naar buiten zijn gekomen. Over de carrièrestap van Van Nieuwenhuizen ontstond afgelopen zomer commotie. De VVD-bewindsvrouw was in augustus nog betrokken bij begrotingsonderhandelingen in het kabinet, terwijl toen bij premier Rutte al duidelijk was dat ze in de toekomst zou lobbyen voor branchevereniging Energie Nederland.
Door de nu geopenbaarde stukken wordt helder hoe dat kon gebeuren: nadat Van Nieuwenhuizen hem op 23 juli informeerde over haar nieuwe baan, stemde hij ermee in dat zijn partijgenoot in functie zou blijven tot het aantreden van een nieuw kabinet. Hij had er geen probleem mee dat een toekomstig lobbyist aanbleef als demissionair bewindspersoon.
De Kamerbrief en interne mails om die beslissing publiek te maken stonden al klaar en waren goedgekeurd door het ministerie van Algemene Zaken. In een concept-Kamerbrief stond: ‘De minister-president heeft ermee ingestemd dat ik de functie van minister van Infrastructuur en Waterstaat tot het einde van de demissionaire fase blijf bekleden. Vanzelfsprekend moet daarbij worden geborgd dat elke mogelijke belangenverstrengeling in verband met mijn toekomstige functie wordt voorkomen.’
Aanvankelijk was de bedoeling om het aanblijven van Van Nieuwenhuizen eerder bekend te maken, maar dat werd uitgesteld omdat de Algemene Ledenvergadering van Energie Nederland de benoeming van Van Nieuwenhuizen formeel nog moest goedkeuren. Die stond voor 31 augustus gepland. Meteen daarna zouden de Kamerbrief en persberichten naar buiten gaan.
Wind op zee
Volgens Van Nieuwenhuizen was ze gewoon aangebleven als de ledenvergadering van Energie Nederland enkele dagen eerder had plaatsgevonden. Tot 26 augustus was Rutte het er mee eens dat ze kon doorgaan als demissionair minister. ‘Dat klopt’, laat de ex-bewindsvrouw via een woordvoerder weten.
Wel waren maatregelen genomen ‘om mogelijke belangenverstrengeling te voorkomen’. Zo zou ze het dossier Wind op zee, dat onder haar ministerie valt, overdragen aan de staatssecretaris. Ook zou ze de minister van Economische Zaken niet vervangen bij diens afwezigheid. Van Nieuwenhuizen had in januari vijf dagen Eric Wiebes vervangen, nadat die als reactie op het rapport over de toeslagenaffaire opstapte als minister van Economische Zaken (EZ). Juist die vervanging vergrootte de kritiek op haar overstap: energiebeleid valt onder het ministerie van Economische Zaken. Bij het tv-programma WNL op zondag zei Van Nieuwenhuizen vorige week dat dit een formaliteit was geweest, en dat de inwerkperiode haar duidelijk maakte hoe weinig ze van EZ wist. Ook zei ze niet te begrijpen waarom lobby op één lijn wordt geplaatst met omkoping en chantage.
De premier erkende in oktober naar aanleiding van Kamervragen dat hij pas laat tot het inzicht kwam dat een toekomstige lobbybaan moeilijk te combineren was met een demissionair ministerschap. ‘Op 26 augustus 2021 ben ik na nadere politieke weging tot het inzicht gekomen dat de benoeming niet goed samen gaat met het ambt van bewindspersoon’, zei de premier toen. Het is nog steeds niet duidelijk waarom Rutte opeens tot een ander besluit kwam, hoewel aan de omstandigheden niets veranderde.
‘De overstap naar Energie Nederland is een duidelijk geval van belangenverstrengeling’, zegt Arco Timmermans, hoogleraar public affairs in Leiden. ‘Dat besef had er bij de aankondiging van haar overstap naar Energie Nederland al moeten zijn. Dit tekent het denken over een overstap naar de lobbysector.’
Toekomstige werkgever
Uit de correspondentie blijkt ook dat er enige tijd verwarring was over haar toekomstige werkgever. In een conceptbrief aan de Tweede Kamer, gedateerd op 26 augustus 2021, staat dat ze ‘na de demissionaire fase van het huidige kabinet’, in dienst treedt van Engie, een wereldwijd opererende leverancier van groene energie. Die fout wordt later hersteld.
In de brief van 31 augustus waarin ze haar aftreden bekendmaakt aan de ambtenaren van haar ministerie, schrijft ze dat ‘de schijn van belangenverstrengeling niet (kan) worden vermeden bij een deel van de besluitvorming van het kabinet’. Op diezelfde dag grijpt de hoofddirectie Financiën en Bedrijfsvoering van haar ministerie naar het lobbyverbod, dat moet voorkomen dat oud-bewindspersonen lobby-activiteiten ondernemen bij hun voormalige ministerie. Op 5 oktober zal blijken dat dit lobbyverbod per abuis is ingetrokken. Op 29 november maakt minister Ollongren van Binnenlandse Zaken alsnog een aanscherping van het lobbyverbod voor bewindspersonen bekend.