Vaccin blijkt geen oorzaak allergie

Er is veel ophef over het kinkhoestvaccin. Het zou onvoldoende beschermen tegen de ziekte en bovendien allerlei bijwerkingen hebben. In Nederland zit het kinkhoestvaccin in de inentingscocktail DKTP die ook de afweer tegen difterie, tetanus en polio moet verbeteren. Ouders mogen kiezen of ze hun kind wel of niet laten inenten. Als ze kiezen voor inenten, krijgt hun kind vijf keer een prik (als het 2, 3, 4 en 11 maanden en 4 jaar oud is). Er wordt zo jong begonnen om te zorgen dat de kwetsbaarste kinderen al weerstand opbouwen.

In het vaccin zitten dode kinkhoestbacterieën. Het afweersysteem herkent die als lichaamsvreemd, gaat antistoffen maken die de kinkhoest doden en leert zodoende hoe dat moet. Als zo'n kind later wordt besmet, worden de antistoffen razendsnel aangemaakt.

Helaas is het systeem niet waterdicht. Het geheugen van het afweersysteem tegen kinkhoestbacteriën neemt langzaam af. Mazelen kan een mens maar eens in zijn leven krijgen, kinkhoest vaker. Ingeënte kinderen krijgen de kinkhoest minder ernstig dan niet-ingeënte kinderen. Ook kunnen ze de bacterie moeilijker doorgeven, maar ze kunnen toch ziek worden. Een ander nadeel van het bacterievaccin is dat er ook stoffen in zitten die niet nodig zijn om afweer op te bouwen, maar die bijwerkingen hebben.

Na de DKTP-inenting zijn kinderen moe en hangerig. Eén op de honderd baby's huilt nog uren na de prik. Eén op de duizend valt flauw. Nadelige effecten op lange termijn van de inenting zijn nooit bewezen.

In april van dit jaar adviseerde de Gezondheidsraad de regering om een beter vaccin in het buitenland te kopen. In die vaccins zitten niet de hele kinkhoestbacterieën, maar slechts een beperkt aantal eiwitten ervan. Hierdoor maken kinderen wel antistoffen tegen de kinkhoesteiwitten en zijn ze net zo goed beschermd als bij een vaccin met de hele bacterie, maar hebben ze minder last van bijwerkingen.