NIEUWSHerstel cultuursector
Vaccin alleen redt cultuursector niet. Wederopbouw gaat zeker vijf jaar duren, zegt Raad voor Cultuur
De Raad voor Cultuur roept het kabinet op zeker vijf jaar uit te trekken voor het weer opbouwen van de cultuursector, die door het coronavirus grotendeels is platgelegd.
Voor een weer bloeiend cultureel leven is meer nodig dan sneltesten en een vaccin. De noodsteun van bijna 900 miljoen euro die het kabinet tot juli 2021 voor cultuur heeft uitgetrokken, moet daarna een vervolg krijgen.
Dat is de strekking van het advies ‘Onderweg naar overmorgen’, dat maandag aan de minister van Cultuur, Ingrid van Engelshoven (D66), is overhandigd. De Raad voor Cultuur is het wettelijk adviesorgaan van de regering en daarmee richtinggevend voor het kunst- en cultuurbeleid. Van Engelshoven had de raad gevraagd te onderzoeken hoe zij op langere termijn culturele en creatieve sector ‘weerbaarder’ kan maken.
Het coronavirus leidt tot acute financiële problemen bij musea, bioscopen, festivals, theater- en concertzalen: de geschatte omzetderving tot half 2021 is 4,5 miljard euro. Maar de pandemie haalt ook voor onbepaalde tijd een streep door het oude verdienmodel van zo veel mogelijk bezoekers trekken met een zo internationaal mogelijk programma.
Het wegvallen van zoveel zekerheden biedt volgens de Raad de mogelijkheid om bij het herstel tijd te nemen om bestaande knelpunten in de cultuursector aan te pakken. ‘Met behoud van de huidige systematiek’, schrijft de Raad, ‘kan de sector de crisis niet te boven komen.’ Het gaat om problemen als de structurele onderbetaling van kunstenaars en de honderdduizenden andere zzp’ers in de culturele wereld en het voor iedereen toegankelijk maken van het kunstbestel van de overheid. ‘Hbo-geschoolde kunstenaars uit traditioneler genres vinden eerder hun weg naar het bestel dan autodidactisch of anders opgeleid talent uit nieuwere genres.’
Een sleutel ligt, wat de Raad betreft, nu bij een periode van achttien maanden experimenteren in ‘field labs’. Kunstinstellingen moeten samen ervaring opdoen met digitale presentaties van voorstellingen en evenementen; ze moeten samen werken aan nieuwe virusveilige inrichting van zalen, zodat de publieksaantallen omhoog kunnen; en ervaringen delen om tot andere verdienmodellen te komen dan de oude aanpak van zo veel mogelijk kaartjes verkopen. Om de experimenten mogelijk te maken heeft de minister al 5 miljoen euro gereserveerd.
Moderner subsidiebestel
De experimenten zijn wat de Raad betreft het beginpunt voor de inrichting van een moderner subsidiebestel. Om genoeg tijd voor die verandering te hebben moet de vierjarige subsidieperiode die in 2021 begint eenmalig met een of twee jaar worden verlengd. Voor gesubsidieerde instellingen moeten de prestatiecriteria voor de komende jaren worden aangepast, omdat oude afspraken over aantallen voorstellingen niet realistisch meer zijn.
‘Het is belangrijk om te beseffen dat als er een vaccin komt, de culturele sector niet binnen een maand weer up and running is’, zegt voorzitter van de Raad voor Cultuur, Marijke van Hees (59). Ze licht het advies toe in een Zoom-gesprek met de Volkskrant daags voor de presentatie. Na een wettelijk vastgelegde termijn van vier jaar eindigt haar voorzitterschap deze week. Ze wordt opgevolgd door Kristel Baele, die eerder lid was van de Onderwijsraad.
‘Musea plannen tentoonstellingen met buitenlandse bruiklenen lang van tevoren, en zo’n voorbereiding geldt ook voor concertprogramma’s. Het idee dat je dan al die leuke muzikanten van overal in de wereld weer vandaan plukt en laat optreden is naïef.’
Probeert u de crisis als koevoet te gebruiken om veranderingen voor elkaar te krijgen die tot nu toe niet lukten?
‘Het woord koevoet gebruik ik niet, maar laten we wel de tijd nemen om goede dingen boven water te laten komen. Als we online-experimenten nu bijvoorbeeld alleen als korte noodgreep zien, dan is dat zonde.
‘We moeten instellingen de tijd geven om zich vanuit deze crisis opnieuw neer te zetten. Als een theatergezelschap als Ita weer zoals vroeger mooie producties voor de schouwburg wil gaan maken, dan is dat super. Maar ze merken daarnaast dat hun internationale mogelijkheden zijn beperkt en daarom werken ze eraan voorstellingen op een bijzondere manier online te streamen zodat ze ook daar hoge kwaliteit hebben. Laten we dat dan vasthouden. Je kunt het aangrijpen om te zeggen voortaan online meer te zien van al die gesubsidieerde kunstproducties. Dat de publieke omroep daar al interesse voor heeft getoond, is heel mooi.’
U bepleit de subsidieperiode eenmalig te verlengen en prestatiecriteria aan te passen aan de nieuwe omstandigheden. Bedoelt u dan dat de culturele sector moet worden beschermd tegen de krachten van de markt?
‘Zover kunnen we niet gaan, want zoveel geld is er niet. Ondernemerschap houdt je ook scherp, dus ik pleit er niet voor om dat af te schaffen. Een overheid die alles betaalt, is niet wat wij zeggen.
‘Maar het is wel de vraag of de verhouding tussen eigen inkomsten en subsidie van voor de coronacrisis snel terugkeert. Het betekent dat je goed moet kijken naar de kosten, en dat gaat bij culturele organisaties in de regel over personeel. Dat is een kwetsbaar proces. Wij zeggen niet: maak maar minder kosten door mensen te ontslaan. Maar hoe het wel moet is nog een hele puzzel.
‘Uit het tweede steunpakket krijgen gemeenten bijvoorbeeld 150 miljoen euro voor hun culturele instellingen. Ik hoop dat ze dat niet gebruiken om het gat op te vullen van de uitgestelde huur van culturele instellingen. Als ze een goed vastgoedbedrijf hebben, kunnen gemeenten die best kwijtschelden en de verliezen over de komende jaren opvangen. Ik weet hoe dat werkt, want ik ben in Enschede wethouder van Financiën geweest. Dan kun je die 150 miljoen besteden aan het stimuleren aan culturele activiteiten, en kunstenaars en zzp’ers aan het werk houden.’
Heeft u de indruk dat het kabinet denkt dat de problemen in de cultuursector met twee specifieke steunpakketten wel zijn opgelost?
‘Dat zou natuurlijk kunnen. Maar ik verwacht eigenlijk dat de partijen in de Tweede Kamer goed naar dit advies kijken en het gebruiken als ze na de verkiezingen in maart bij de formatie over kunst en cultuur afspraken maken. Het is ongelooflijk belangrijk om de sector nog langer vertrouwen, tijd en steun te geven. Ik zou tegen kiezers willen zeggen: stem op die partijen waarvan je denkt dat ze dat gaan doen. Dat is democratie. Maar of die partijen een meerderheid halen is de vraag.
‘Veel mensen hebben in deze tijd gevoeld hoe belangrijk schoonheid is, en hoe fijn het is om bij elkaar te komen en samen van muziek te genieten. Voor dit interview zag ik op televisie de herhaling van een muziekprogramma ter gelegenheid van ‘75 jaar bevrijding’, waar onder meer het Nederlandse orkest Phion in speelde. Dat gaat door merg en been.’ Ze schiet een moment vol. ‘Sorry, ik pak even een zakdoek.’
Is de waardering voor cultuur sterker dan toen u vier jaar geleden als voorzitter van de Raad begon?
‘Ja, ik voel dat de maatschappij cultuur meer waardeert. Het is minder vijandig.’
Waar merkt u dat aan?
‘Alle optredens die je zag bij verpleeghuizen. Er liggen momenteel in de samenleving veel emoties aan de oppervlakte, en daar was heel zichtbaar hoe cultuur die kan kanaliseren. Mensen hebben daar altijd behoefte aan. Hoe primitief oude beschavingen ook waren, kunst was er altijd een onderdeel van. De indruk is wel gewekt dat kunst een luxe is, omdat het wordt gesubsidieerd. Maar het is geen luxe, het is essentieel.
‘Gevoelens in de samenleving kwamen aan het begin van de lockdown naar buiten in de solidariteit; de laatste tijd zie je de boosheid van mensen als ze de zin van maatregelen niet begrijpen. In onze beschaving hebben we cultuur om die emoties te verwerken in plaats van te negeren.’
Lees ook:
Met Prinsjesdag presenteerde minister Ingrid van Engelshoven een tweede noodpakket met coronasteun en de inrichting van de Culturele Basisinfrastructuur (BIS) voor de komende vier jaar. In dit interview kijkt ze terug op de turbulente zomer. ‘Dat ik de kop van Jut was, hoort een beetje bij mijn baan.’
Toen theatergezelschap Ita eind oktober voor het eerst een voorstelling livestreamde, was de Volkskrant daar bij. Een nieuwe tak van sport die vooraf de nodige nervositeit met zich meebracht.