'Typische terrorist zit in internetcafé'
Een notitieboek met wachtwoorden. Dat was misschien wel de mooiste vondst die RolandJaquard heeft gedaan, tijdens zijn speurtochten de afgelopen maanden in Afghanistan....
Sinds de Taliban in november werden verjaagd, heeft Jacquard in Kabul, Kandahar, Jalalabad en andere plaatsen naar materiaal gezocht in kantoren, huizen en kampen van Al Qa'ida en de Taliban. Hij vond dat in ruime mate: diskettes, video's, geluidsbanden, pamfletten, brieven, handleidingen.
Interessant was ook de Encyclopedie van de jihad, vele honderden pagina's dik, een soort cursus voor aspirant-terroristen. De lezer verneemt hoe je explosieven in een haarborstel stopt , hoe je een rat gebruikt om een bom te laten ontploffen.
Jacquard heeft zijn bevindingen en het vele materiaal dat hij van anderen kreeg toegespeeld, verwerkt in De geheime archieven van Al Qa'ida, een boek dat over drie weken in Frankrijk uitkomt. Zojuist verscheen de Nederlandse vertaling van zijn eerste boek over Al Qa'ida, In naam van Osama bin Laden. De Franse editie daarvan kwam uit kort vóór de aanslagen van 11 september.
De auteur is directeur van het Observatoire International de Terrorisme in Parijs en adviseerde de Franse regering en de VN-Veiligheidsraad over terrorisme. Behoefde zijn toch al doorwrochte beeld van Al Qa'ida aanpassing, door de vondsten in Afghanistan? Jacquard antwoordt bevestigend. Al Qa'ida blijkt een nog veel geraffineerder beweging te zijn dan hij al vermoedde.
'Veel mensen associëren Al Qa'ida met middeleeuws uitziende mannen op sandalen met een kalasjnikov', zegt hij. 'Dat is maar een klein deeltje van Al Qa'ida. Die lui in de grotten van Tora Bora waren onbelangrijk. De mannen die ertoe doen zijn hoog opgeleid. Ingenieurs, wetenschappers, computerdeskundigen. Al Qa'ida recruteert de beste experts op het gebied van informatietechnologie uit de Arabische wereld.'
De typische terrorist is anno 2002 niet langer een desperado die zich in de woestijn in granaatwerpen bekwaamt. Eerder kan men hem aantreffen in het internetcafé, zegt Jacquard, als deelnemer in een kwaadaardig informatieweb.
Al Qa'ida ten voeten uit: een vertaling in het Arabisch van het Schengen-verdrag, door de onderzoeker aangetroffen in het kamp Khalden, waar Al Qa'ida strijders uit Europese landen verbleven.
Sinds 1995 verbleven 30 duizend mensen enige tijd in de Al Qa'ida-kampen, schat Jacquard. Ongeveer 14 duizend buitenlandse strijders zaten permanent in Afghanistan, ruim vijf jaar lang, tot ze in november werden verdreven. 'Al die mensen kregen per maand 100 tot 500 dollar betaald. In vijf jaar heeft dat misschien wel 400 miljoen dollar gekost.'
Het was voor het onderhouden van dit netwerk dat Al Qa'ida het grote geld nodig had, zegt Jacquard. 'Als het over geld gaat denkt iedereen aan de aanslagen, maar die kostten bijna niets. Voor de aanslag op de USS Cole was maar 15 duizend dollar nodig: een bootje, explosieven en twee zelfmoordenaars. De aanslagen op de ambassades in Kenia en Tanzania kostten 50 duizend dollar.'
Het werd hem ook duidelijk dat de leiders van Al Qa'ida de onderdelen van de organisatie zorgvuldig van elkaar afschermen, naar het voorbeeld van de maffia. De takken genieten een aanzienlijke zelfstandigheid. Van de aanslagen die aan Al Qa'ida worden toegeschreven, zijn er volgens Jacquard maar drie geheel door Bin Laden en zijn naaste medewerkers georganiseerd: die op de USS Cole, de beide ambassades en het WTC.
'Bij andere aanslagen hebben ze waarschijnlijk hun goedkeuring gegeven wanneer nationale afdelingen met voorstellen kwamen. Dan zeiden ze: ga je gang maar.'