Analyse
Tweede Kamer verkeert in dubio over ‘bancaire sleepwet’
De anti-witwaswet van minister Kaag (Financiën) ligt klaar voor behandeling in de Tweede Kamer, maar het parlement zit nog vol twijfels. De wet moet de opsporing van crimineel geld vergemakkelijken, maar massale gegevensdeling door banken stuit op grote bezwaren.
De vaste Kamercommissie Financiën liet donderdagmiddag een stuk of tien deskundigen langskomen om te adviseren over het wetsvoorstel. De meningen over de nieuwe wet zijn zeer verdeeld. Banken en opsporingsdiensten zijn razend enthousiast over het kabinetsplan, maar de Raad van State en de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) hebben de wet afgekraakt. Zelfs de coalitiepartijen zetten nog veel vraagtekens bij het voorstel waar hun bewindspersonen zich al achter hebben geschaard.
Het kabinet wil witwassers en terroristen het leven zuurder maken. Het wetsvoorstel maakt het mogelijk dat zo’n vijftig tot zeventig banken gegevens over banktransacties gaan uitwisselen. Het gaat daarbij om alle bankoverschrijvingen van bedrijven en alle particuliere transacties vanaf 100 euro. Die gegevensuitwisseling moet banken en opsporingsdiensten een beter zicht bieden op verdachte banktransacties, waardoor de pakkans stijgt.
Onder de radar
Als het parlement de wet aanneemt, worden de transactiegegevens straks centraal opgeslagen bij Transactie Monitoring Nederland (TMNL), een database die vijf grote Nederlandse banken hebben opgericht. Nederlandse banken en buitenlandse banken met een Nederlands bijkantoor kunnen straks hun transactiegegevens via TMNL laten screenen.
Een deel van de criminele transacties blijft nu onder de radar, omdat banken tot nu toe alleen de transacties van hun eigen klanten screenen. Uit internationale onderzoeken is bekend dat criminelen vaak gebruikmaken van meerdere bankrekeningen en rekeninghouders om buiten beeld van de autoriteiten te blijven. Gegevensdeling door banken kan criminele financiële netwerken alsnog blootleggen. Bij een beperkte proef die TMNL in Nederland heeft uitgevoerd, bleek dat gegevensdeling door banken inderdaad verdachte betalingspatronen aan het licht brengt, die individuele banken niet kunnen traceren.
De banken zijn voorstander van de wet, omdat ze nu heel veel mankracht en geld kwijt zijn aan het (verplicht) monitoren van hun banktransacties. Banken zijn verplicht verdachte transacties te melden bij de Financial Intelligence Unit (FIU), die vervolgens bekijkt of er echt iets mis is met die betalingen. Is dat (vermoedelijk) het geval, dan leidt de FIU de klantgegevens door naar de politie en het Openbaar Ministerie. De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) vindt dit systeem niet effectief. Van alle meldingen bij de FIU is 95 tot 98 procent ‘vals-positief’, wat betekent dat er bij nadere inspectie niets aan de hand blijkt te zijn.
‘Ongekende massasurveillance’
Tegenstanders van de wet, waaronder de AP, vinden de maatschappelijke kosten van de grootschalige gegevensuitwisseling niet in verhouding staan tot de mogelijke opbrengst ervan. AP-voorzitter Aleid Wolfsen stelde donderdag in de Kamer dat de wet in deze vorm ‘onrechtmatig’ is. In een brandbrief sprak de AP vorig jaar van ‘ongekende massasurveillance’ door banken. De Raad van State kwam met soortgelijke kritiek.
Beide instellingen vrezen dat banken op grond van de gegevensuitwisselingen ‘zwarte lijsten’ zullen opstellen, waardoor sommige bedrijven en particulieren straks van het bankverkeer worden uitgesloten. Die angst is deels gestoeld op de ervaringen met de zwarte lijsten bij de Belastingdienst, waarop duizenden burgers stonden die tot fraudeverdachte waren bestempeld en daarom onder verscherpt toezicht stonden.
Het kabinet brengt daar tegenin dat de bankgegevens bij TMNL ‘gepseudonimiseerd’ worden. Het BSN-nummer van de rekeninghouder wordt in de TMNL-database omgezet in een anonieme code. TMNL rapporteert de verdachte codes terug aan de betrokken banken, die deze codes vervolgens aan een persoon kunnen koppelen. Maar de individuele bank ziet dus wel degelijk wie de verdachte persoon is. Dat is ook noodzakelijk voor de opsporing. NVB-voorzitter Medy van der Laan wijst erop dat banken nu ook al hun banktransacties monitoren, omdat dit wettelijk vereist is in de strijd tegen witwassen.
De Raad van State en de AP vinden het middel desondanks erger dan de kwaal. Ook omdat opsporingsdiensten en rechtbanken niet over de capaciteit beschikken om alle verdachte rekeninghouders te vervolgen. Bovendien zullen criminelen de wet gemakkelijk kunnen omzeilen door naar buitenlandse banken uit te wijken of alleen nog betalingen van 99 euro of lager te doen. De ondergrens van 100 euro voor particulieren is gekozen om aan de bezwaren van de AP en de Raad van State tegemoet te komen. Met die grens blijft 60 tot 70 procent van de particuliere banktransacties buiten het gezamenlijke databestand. Voor de AP is die concessie niet voldoende.