Tutoyeren
'Lieber Ron', telegrafeerde de Duitse bondskanselier Helmut Kohl op 6 februari aan de jarige Ronald Reagan (85). 'Ihnen und Nancy wünschen Hannelore und ich alles Gute.' Dus wel 'beste Ron', maar niet 'jou en Nancy'....
De omgangsvormen in het Duitse kabinet zijn kenmerkend voor de wijze waarop Duitsers het vraagstuk 'elkaar tutoyeren-of-niet' behandelen, duzen of siezen. Veel Nederlanders gaan er mee de fout in en denken dat het ook buiten eigen land erg vlot staat om direct met 'je' en 'jou' te beginnen. Hier geldt het als bijzonder ongemanierd, ofschoon het Nederlanders soms wordt vergeven, immers: 'Die Holländer ticken anders.'
Ik ken een vermaarde en naar Duitsland uitgeweken Nederlandse hartchirurg, die er nog steeds niet aan kan wennen. Hardnekkig blijft hij zijn mede-medici tutoyeren. Om de in zijn ogen stijve Duitse collega's te ergeren heeft hij de volgende grap bedacht. Telkens als de geneesheer-directeur een stafvergadering bijeenroept, zegt de specialist uit Holland: 'Vergadering op het Führerhauptquartier'
Helmut Kohl (65) - zo onthulde onlangs Mainhardt Graf Nayhauss, de columnist van Bild, die toegang heeft tot alle werkvertrekken in het regeringscentrum en niet alleen vanwege zijn adellijke titel - heeft besloten zijn minister van Sociale Zaken voortaan te 'duzen'. Kohls partijgenoot en nieuwe 'Duz-Freund' Norbert Blüm (60) zit al veertien jaar in het kabinet. Al die tijd was het over en weer: 'Herr Blüm, Sie. . .' en 'Herr Bundeskanzler, Sie. . .'
Omdat Norbert Blüm in de centrum-rechtse regering geldt als een beetje linksig, het sociale uithangbord van het kabinet, veroorloofde Kohl zich wel af toe een grapje: 'Na, Nobbi, Sie roter Feldwebel!' Vrij vertaald: 'En, Nobbi, U rooie sergeant'
Van de zeventien ministers zijn er thans twee die de regeringsleider mogen tutoyeren, Norbert Blühm en Theo Waigel van Financiën. (Men stelt zich het eens voor. Premier Kok, begin dit jaar tijdens de onderhandelingen met Dasa: 'Zeg meneer Wijers, hoe zit het met Fokker?' Wijers: 'Meneer de minister-president, dat moet u aan de heer professor doktor Maljers vragen.')
In het parlement liggen de verhoudingen nog scherper. Van alle 672 Bondsdagleden zijn er slechts zes die de regeringschef mogen tutoyeren. Hans-Dietrich Genscher, al vele jaren minister van Buitenlandse Zaken, en de man die Kohl in 1982 aan de macht hielp, is er een van.
Het wisselen van Sie naar Du behelst veel meer dan het taaltechnisch verkleinen van de sociale afstand. Uit eigen ervaring is me de Duitse vrees gebleken dat de Nederlander mèt het 'duzen' tevens verwacht dat zijn Duitse vrienden plotseling hun ijzeren rolluiken omhoog laten. Want het 's avonds ongegeneerd bij elkaar naar binnen laten kijken, is alweer zo'n typisch Nederlandse eigenaardigheid waarvan de gemiddelde Duitser niets begrijpt. Let eens op campers van Duitsers in het buitenland: alle rolluiken strak naar beneden.
Regelrecht gechoqueerd was een bevriend echtpaar uit Leipzig, dat kort na de Duitse vereniging Nederland bezocht en Volendam aandeed. Helga schrok zich een ongeluk toen de winkeletalage geen winkel bleek te zijn, maar een woonkamer. 'Ineens liep er een vrouw in badjas'
Het tutoyeren, of liever het zo lang mogelijk uitstellen daarvan, heeft vooral te maken met de heilige privacy en de nog steeds aanwezige neiging om alle verantwoordelijkheden af te schuiven op de chef, althans op iemand met wie je beslist niet op voet van gelijkheid verkeert. Voorbeeld: slechts een handjevol docenten van het lerarenkorps op het Bonner gymnasium tutoyeert elkaar; niemand haalt het in zijn hoofd 'jij' tegen de jeugdige directeur te zeggen. M'n dochter, tot m'n schrik, vindt het vanzelfsprekend: 'Die meneer is directeur'
Een ander voorbeeld, vermaard onder Nederlandse correspondenten. In een 'moderne straat', bewoond door overwegend jonge ouders, die elkaar regelmatig treffen op feestjes en schoolavonden, werd collectief besloten elkaar voortaan te tutoyeren. Eén echtpaar maakte bezwaar. Naar later bleek omdat de man en vrouw kampten met alcoholproblemen. Het 'duzen' zou ertoe hebben kunnen leiden dat de buren zich met hun drankgebruik hadden kunnen bemoeien.
Nòg een voorbeeld: mijn huiseigenaar wil liever niet 'duzen', omdat zij, zo weten haar broers en zuster (zij tutoyeren wel), gezeur vreest over het huurcontract dan wel andere problemen verwacht die haar alleen maar geld kunnen kosten. Er zit wat in, ook voor de huurder: klagen bij de verhuurder blijkt een stuk eenvoudiger als je niet hoeft te jijen en jouwen.
De proletariërs in de DDR weken in het 'duzen' en 'siezen' niet veel af van hun broeders en zusters in het Westen. Op de partijbijeenkomsten was het weliswaar 'Genosse, Du. . .', maar op straat gold en geldt: zo lang mogelijk afstand houden.
Gemeenzaamheid leidt tot verderf, zo lijken nog steeds veel Duitsers te denken. Hiërarchie biedt zekerheid, juist in het dagelijks taalgebruik. Des te merkwaardiger is de uitzondering die de regel bevestigt: tegen Hem, Onze Lieve Heer, zegt de gelovige Duitser Du.
De reiscolumns van Willem Beusekamp verschijnen om de veertien dagen.