Tsjetsjeense terreuractie in zuiden Rusland

Van onze correspondent

Bert Lanting

MOSKOU

De strijders hebben gedreigd al hun gijzelaars te doden, als er geen einde komt aan de militaire operatie van het Russische leger in Tsjetsjenië. De overvallers hielden gisteravond nog zo'n 150 mensen in gijzeling.

De terreuractie heeft enorme paniek gezaaid onder de Russische bevolking. Veel Russen zijn bang dat de overval op Boedjonnovsk, waar ongeveer 100 duizend mensen wonen, het begin is van een terroristische campagne waarmee de aanhangers van de Tsjetsjeense president Doedajev zich willen wreken voor het optreden van het Russische leger. De Russische troepen hebben de afgelopen dagen vrijwel alle overgebleven Tsjetsjeense bolwerken ingenomen.

De Russische autoriteiten hebben alle troepen in de noordelijke Kaukasus in staat van hoogste paraatheid gebracht. Ook zijn alle vliegvelden in de regio gesloten. De minister van Binnenlandse Zaken Jerin en de chef van de geheime dienst FSB Stepasjin zijn naar Boedjonnovsk gevlogen.

Volgens het persbureau Itar-Tass hebben de autoriteiten een commando-eenheid van het front in Tsjetsjenië naar de stad gedirigeerd om de Tsjetsjeense strijders te verdrijven. Ook in Moskou zijn de politiecontroles verscherpt uit vrees voor aanslagen.

De Russische regering liet weten dat zij de situatie 'onder controle' heeft en dat speciale eenheden bezig waren met het bevrijden van de gijzelaars. Omon-troepen hebben de stad volledig afgegrendeld. Volgens Itar-Tass vinden onderhandelingen plaats met de bezetters. Zij willen zich pas overgeven als president Jeltsin directe onderhandelingen begint met Doedajev.

Moskou stelde het 'onmenselijke regime' van Doedajev verantwoordelijk voor de actie. Doedajev dreigde onlangs in een vraaggesprek vanuit zijn schuilplaats in de bergen van Tsjetsjenië met vergeldingsacties. Maar de vertegenwoordiger van Doedajev in Moskou, Chamad Koerbanov, ontkende dat het om een actie van Tsjetsjeense strijders ging. 'Tsjetsjenen zullen nooit het bloed van onschuldige mensen vergieten', aldus Koerbanov.

Volgens de Russische autoriteiten begon de aanval rond het middaguur, toen twee vrachtwagens met zo'n honderd zwaarbewapende en in gevechtspak gestoken strijders Boedjonnovsk binnenreden. De strijders bezetten een politiebureau en het gebouw van de telefoondienst.

De aanvallers schoten lukraak op mensen die op straat liepen. Ze overvielen enkele bussen en staken huizen in brand. De Tsjetsjeense strijders zouden ook hebben geprobeerd voorbijgangers dood te rijden met gekaapte auto's en bussen.

Op het dak van een van de brandende huizen plaatsten zij een zware mitrailleur waarmee zij de brandweer beschoten om te voorkomen dat die de branden zou blussen.

De politie heeft volgens Itar-Tass zeker acht overvallers opgepakt. Een deel van de overvallers zou gevlucht zijn in de richting van de Tsjetsjeense grens. Die ligt ongeveer zeventig kilometer van Boedjonnovsk verwijderd.

Een tweede groep hield gisteravond nog steeds stand in een ziekenhuis in de stad. Bovenop het gebouw hebben de overvallers volgens de politie een mitrailleur geplaatst, waarmee zij de omliggende straten beschieten.

De terreuractie in Boedjonnovsk is een lelijke tegenvaller voor de Russische regering, die juist hoopte dat de oorlog in Tsjetsjenië op zijn einde liep.

Russische troepen namen begin deze week de basis van president Doedajev in Sjatoj, hoog in de bergen van Tsjetsjenië in. Daarmee lijkt de militaire campagne, die een half jaar geleden begon, grotendeels voorbij.