Trakteer de fiscus op een voorlopige aanslag
De fiscus trakteert sommige belastingplichtigen dezer dagen op een soort..
1-aprilgrap met vertraagde ontsteking. Fluitend hebben ze nog net op tijd hun aangifte 1994 op de bus gedaan met uitzicht op een forse teruggaaf - legt de belastingdienst een paar dagen later over hetzelfde jaar een vele malen hogere voorlopige aanslag op!
Een echte 1-aprilgrap is het intussen niet, want voorlopige aanslagen moeten gewoon worden betaald, en wel binnen twee maanden. Recht hebben op tienduizend gulden teruggaaf, maar eerst dertigduizend gulden naar de belastingdienst brengen: dat lijkt niet erg rechtvaardig.
Financieel adviseur en onderzoeker Arnoud Bosch uit Hillegom meent hierop iets te hebben gevonden. Als de fiscus betaling binnen twee maanden mag eisen, mag de belastingbetaler dat ook, zo redeneert Bosch. Tenslotte speelt het zogeheten gelijkheidsbeginsel een belangrijke rol in het belastingrecht.
Bosch adviseert belastingbetalers die recht menen te hebben op teruggaaf, de fiscus per aangetekende brief te verzoeken om betaling binnen twee maanden. Het verdient aanbeveling in de brief te verwijzen naar artikel 13 lid 2 van de Algemene Wet Rijksbelastingen (AWR). Daar staat namelijk, dat de inspecteur ook een voorlopige negatieve aanslag kan vaststellen, mits aangifte is gedaan en er uitzicht is op teruggaaf.
