TOETS

Buiten het klaslokaal ging de wereld gewoon door. Je hoorde een trampiepen in de bocht, een sirene van een rode brandweerauto verplaatste zichvan oost naar west, maar er was nergens rook te zien.

De eerste meerkeuzevraag was meteen al knap lastig: 'Waar ligtDenemarken?'

1. Nogal ver weg.

2. Dichterbij dan je denkt.

3. Wil het liever even over iets anders hebben.

Vanachter zijn tafel aan het hoofd van de klas knikte de meester zijnleerlingen bemoedigend toe. Van tevoren hadden ze afgesproken dat hij bijmoeilijke vragen zou kuchen. Eén keer als het antwoord 1 moest zijn, tweekeer voor antwoord 2, en zo door tot antwoord 3. Maar kennelijk was demeester de afspraak vergeten, of vond hij het bij nader nazien toch nieteerlijk, want hij zat maar een beetje dom te grijnzen. Op zeker momentdoorstak hij een kaart met de eerder op de grond gevallen speld, en barsttevervolgens los in een hoestbui waaruit het juiste antwoord onmogelijk tedistilleren viel.

'Is het in een democratie een voordeel dat wij wel iedereen mogenafbeelden? Denk hierbij aan Rita Verdonk, Geert Wilders en die mevrouw uitFrankrijk met dat 'nieuwe gezicht'.'

1. Misschien inderdaad soms beter van niet.

2. Alles van waarde is weerloos.

3. Ja hallo, zo weet ik er nog wel een paar.

Hoog in de lucht boven de basisschool trok een vliegtuig een wittestreep door de lucht. Onderweg naar een doel? Of naar een luchthaven? Detoekomst is onzeker en biedt weinig houvast. De meester hoestte in zijnzakdoek, zodat er weer niks te onderscheiden viel. Of was hij gewoon bangvoor de ruiten van het klaslokaal?

'Wie moet er nu weer weg?' begon vraag drie. 'En waar zijn deteddyberen, de waxinelichtjes en de zelfgenaaide kleren? Is deverontwaardiging over dit soort uitzettingen niet vaak van bovenafgeregisseerd door partijen en krachten die uit eigenbelang handelen?'

1. Gümüs.

2. Taïda Pasic.

3. Iemand anders over een half jaar.

Ergens in de stad werd nu duidelijk hoorbaar geschoten. Gelukkig leekde goede partij aan de winnende hand. De meester was gaan staan. Uit dematerialenkast haalde hij een AK-47 te voorschijn en controleerde hetmagazijn. Ga maar rustig door met de toets, zei hij. Dit hoort er gewoonbij. Op niets af hoestte hij twee keer.

Vraag vier was een makkie. 'Breng de volgende termen in verband meteen Nederlandse politieke partij: veegt de scherven bijeen; recalcitranter,minder Haags; de streep eronder; schone lei; David met de katapult;Lousewies moet de kar gaan trekken; ze zoenen alleen maar, maar ze menener niets van.'

1. ADHD66.

2. Wil het even niet weten.

3. Wil het even niet horen.

Buiten brak de zon door. Het eerste salvo van de meester was blijkbaarraak. Tsjakka! riep hij met gebalde vuist, terwijl hij snel moest wegduikenbij het raam omdat er toch nog werd teruggeschoten. Er ging een zucht vanverlichting door het lokaal. Het was oorlog. In tijden van oorlog wordtvaak het lesrooster aangepast, en tellen ook de resultaten van deCito-toets minder zwaar.