Toelating verdelgers bekritiseerd
De vereniging van waterleidingbedrijven Vewin en de Unie van Waterschappen hebben ernstige kritiek op de toelating van bestrijdingsmiddelen. Ze hebben minister Van Aartsen van Landbouw gevraagd een recente beslissing om het middel bentrazin tot 1998 toe te laten, ongedaan te maken....
Van onze verslaggever
AMSTERDAM
De toorn van de Vewin en de waterschappen richt zich op het College Toelating Bestrijdingsmiddelen (CTB) in Wageningen. Dit college, waarvan de Wageningse toxicoloog J. Koeman voorzitter is, stond vroeger onder direct toezicht van vier ministeries, maar werkt sinds een paar jaar met een ruim mandaat. Het zal over ongeveer een jaar geheel zelfstandig worden.
Sinds het college meer armslag kreeg, volgt het een koers die in toenemende mate haaks staat op de doelstellingen van de rijksoverheid, zeggen Vewin en waterschappen. Daardoor blijven erkend schadelijke stoffen langer toegelaten dan nodig en wenselijk is.
Een voorbeeld is de toelating van het nieuwe middel bentrazin, een combinatie van twee oude middelen atrazin en bentazon. Deze middelen worden sinds vele jaren in het water aangetroffen. Bentazon is in het oosten van Gelderland op een diepte van 17 tot 32 meter in het grondwater aangetroffen in een concentratie van vier maal de waarde die volgens de EG-richtlijn voor drinkwater toegestaan is.
Atrazin komt veelvuldig in het oppervlaktewater voor, volgens de Vewin soms tot 140 keer de norm. In 1990 en 1991 bleken bij metingen van de waterschappen de twee middelen op 70 procent van de meetpunten in het oppervlaktewater voor te komen. In april 1993 drongen de waterschappen aan op gepaste maatregelen tegen deze twee middelen.
Volgens de Vewin kon er tot voor kort niet effectief opgetreden worden tegen deze middelen, omdat de Bestrijdingsmiddelenwet onvoldoende ruimte bood voor een verbod wegens milieu-effecten. Sinds 1 februari is die mogelijkheid er wel. Toen werden nieuwe toelatingseisen in de wet opgenomen.
Maar het CTB heeft na die datum bentrazin toch voor drie jaar toegelaten, in afwachting van nader onderzoek. Daarmee laat het college blijken dat het deze nieuwe wettelijke eisen niet wil hanteren, aldus de Vewin.
Volgens de woordvoerster van het CTB, A. van Helvoort, is de toelating van bentrazin het gevolg van een overgangsregeling.
Die houdt in dat aanvragen voor toelatingen waarvan het dossier voor 1 februari compleet was, nog onder de oude regeling beoordeeld worden. In 1998 zal op het middel wel de nieuwe wet van toepassing zijn.
Waterbeheerders en milieuorganisaties hebben al vele jaren kritiek op het beleid van het CTB. In 1991 werd in een rapport van de Universiteit van Amsterdam geconstateerd dat het toelatingsbeleid soms duidelijk in strijd is met de wet.
