Tilt
'Wanneer? Dat mééééééén je niet!'..
'Half juli. De zestiende, geloof ik.'
'Dan zijn we er net!'
'Uhuh.'
'Maar dat wil ik niet hoor. Geen sprake van. Bel ze op! Het is onze vakantie.'
'Het zijn mijn ouders schat.'
'Ja. Dat weet ik ook wel. Daarom bel jij ze ook op. Of moet ik ze bellen? Wat denken ze wel niet?'
'Nou ja, je kan die mensen toch niet verbieden een huis te huren.'
'Bij mij om de hoek? Nou en of!'
'Lieverd, wind je nou niet zo op. Ze zitten aan de andere kant van het dorp.'
'Wie zegt dat? En wat kan mij dat schelen?!? Ik wil niet's ochtends vroeg bij de bakker tegen je moeder op lopen. En gezellig doen. En dan 's middags op het strand! Ik moet er niet aan denken.'
'Ze gaan niet naar het strand. Ze gaan golfen.'
'Je begrijpt het niet hè? Hoe groot is Frankrijk? Hoe lang duurt een jaar? Die mensen kunnen altijd overal heen, altijd, ze hebben niks te doen. En uitgerekend die twee weken dat wij daar zitten, zitten zij daar ook!'
'Tsja. Ik vind het ook niet zo. . .'
'Doe er dan wat aan!'
'Schatje, ik heb heus wel door laten schemeren dat ik het niet zo leuk vond, maar ja, je weet hoe ze is, mijn moeder had haar mond vol over privacy, en allebei je eigen dingen doen, en dat ze ons heus niet lastig zullen vallen, en dat ze het best wel begrijpt. . .'
'Allebei je eigen dingen doen! Laat me niet lachen! Hoe oud ben je nou? Wat hebben die oude mensen tegenwoordig? Waarom laten ze me niet met rust? En dan de hele vakantie dat gezever over een kleinkind aanhoren, dat ze nou al jaren wacht en straks maakt ze het niet meer mee. . .'
'Jouw moeder kan er anders ook wat van.'
'Ooh ja? Tegen mij niet hoor. Ik heb het haar verboden.'
'Als je je kont hebt gekeerd, begint ze tegen mij.'
'Ach man, we zien mijn ouders nooit. Die van jou blijven maar langskomen. En je moeder maar kwetteren. Ik ben doodmoe als ze een middagje zijn geweest. Je vader is een schat hoor, maar die zit maar in een hoek de krant te lezen en sigaren te paffen in z'n geruite golfbroek, daar heb je ook niks aan.'
'Liefje. . .'
'Ik kan me er over opwinden ja. Het is ons leven hoor. Bel ze nou op straks en zeg maar dat ik het niet wil hebben. Dat ik helemaal op tilt ben geslagen.'
'Ik denk echt dat we geen last van ze zullen hebben. . .'
'Hoe durven ze?!? Ik kan er niet over uit. We hadden nooit die foto's van die golfbaan moeten laten zien.'
'Jij hebt ze nog die folder gegeven, weet je nog?'
'Ja, nou?'