Tienduizenden Tunesiërs eisen vertrek regering
Tienduizenden Tunesiërs zijn zaterdag de straat opgegaan om het aftreden van de door islamisten geleide regering te eisen. Het protest viel samen met het einde van de rouwperiode van veertig dagen voor de vermoorde oppositiepoliticus Mohammed Brahmi. De oppositie vindt dat de regering niet voor veiligheid en economische voorspoed heeft gezorgd en dat ze daarom moet vertrekken.
De moord op Brahmi, die 25 juli in het bijzijn van zijn familie werd doodgeschoten, heeft de Tunesische politiek in een crisis gestort. Tientallen politici hebben zich teruggetrokken uit het parlement. Daarmee is het opstellen van een nieuwe grondwet voor het land stil komen te liggen. Brahmi is overigens niet de enige vermoorde oppositiepoliticus; in februari werd Chokri Belaid vermoord. De daders van beide moorden worden gezocht in kringen van ultraconservatieve moslims, die volgens de oppositie te veel ruimte krijgen van regeringspartij Ennahda.
Het protest van zaterdag was georganiseerd door het Nationaal Reddingsfront, een coalitie van oppositiepartijen. 'Na het bloed heeft Ennahda geen legitimiteit meer', scandeerden de betogers, die vanuit het hele land naar de hoofdstad Tunis waren gekomen.
De belangrijkste vakbond van Tunesië heeft de afgelopen week geprobeerd te bemiddelen tussen de regering en de oppositie, zonder resultaat. De oppositie wil dat de regering direct vertrekt. Ennahda heeft geopperd de regering na vier weken te ontbinden, nadat een nieuwe grondwet is opgesteld en de voorbereidingen voor de verkiezingen zijn afgerond.
Eind vorige week liet vakbond UGTT weten dat de gesprekken zijn vastgelopen. 'We kunnen niet zeggen dat ons initiatief is mislukt, maar we kunnen ook niet zeggen dat onze doelen zijn bereikt', zei Houcine Abbasi van de UGTT.