Terzijde gedacht

Geleerden zijn schaduwen achter namen boven artikelen en in boeken. Als schaduwen zijn ze eenzaam, in hun boekenvolle kamers, waar zij studeren en schrijven....

Kees Fens

Een heleboel denkers waren vorige week naar het Duitse Halle gekomen, Het was tweehonderdvijftig jaar geleden dat de Duitse verlichtingsfilosoof Christian Wolff stierf. Hij werd tijdens zijn leven als de grootste geleerde van zijn tijd beschouwd. Toen werd hij terzijde gedacht door Kant. Maar de geleerden laten zich niet ontmoedigen: ze blijven werken aan de uitgave van Wolffs verzamelde werken, die nu al honderdrieegentig delen telt (wird fortgesetzt) en ze hielden op het congres voor elkaar zo'n tachtig voordrachten over onderdelen van Wolffs denken, 'Zum Verhnis von Gegenstandsbewustsein und Selbewustbewustsein bei Wolff ud seinen Kritikern' bijvoorbeeld. Daarvoor was een geleerde helemaal uit Canberra gekomen.

Woensdagavond kreeg een Franse priester in de aula van de universiteit een eredoctoraat wegens zijn verdienste voor de Wolff-studie. Hij was er zelf niet, want hij was te oud voor de reis. Ik heb zelden een ernstiger plechtigheid meegemaakt. De geleerdheid gaat in het grijs gekleed. Ook het applaus voor de afwezige was grijs. Een vriend van de Fransman nam de bul in ontvangst uit handen van een uiterst nerveuze onbekende die de zieke decaan verving. Er waren weinig geleerden voor de plechtigheid opgekomen. Als ik het goed heb gezien, verveelde de helft zich.

Ik dacht maar aan Wolff, die een leuke vitale man moet zijn geweest: op alle portretten draagt hij zijn pruiken met plezier boven zijn denken en met grote ogen van verwondering kijkt hij ons nog altijd aan. Hij was professor in Halle en dacht in het openbaar de dichte deken van het geloof weg. Het licht kwam niet meer uit de hemel. De pisten die in Halle de gelovige en maatschappelijke macht hadden ik zag hun portretten, zure en saaie rechtgelovigen, maar ook een aandoenlijke filantroop wisten Wolff verwijderd te krijgen. Hij moest vertrekken. Hij ging elders in een vrije ruimte doceren. Maar de Frederik de Grote, die het werk van Wolff kende (hij las het overigens in het Frans) haalde hem terug. Hij stierf in het fraaie huis dat nu museum is, in 1754. De laatste jaren kwamen er geen studenten meer in de aandoenlijke collegezaal in zijn huis. Hij was een tijd met zijn laatste gedachten alleen. Zijn graf schijnt te liggen onder het universiteitsgebouw waar het congres werd gehouden. Ik vond dat een mooie gedachte voor alle aanwezigen.

Vrijdagochtend vertrokken de laatste geleerden naar het vliegveld of het station, terug naar de eenzaamheid van de studeerkamer, Wolffs 'Sapere aude', durf te denken, als sticker op hun koffer. Halle was weer alleen met zijn kaalheid en lelijkheid. Een koude wind blies elke troost van de metafysica uit de straten. Ik zocht geluk in een museum. Ik kwam er binnen en daar klonk een muziek die alle weemoed wegnam. Ik was in Hels geboortehuis. Door vele zalen werd ik langs zijn schitterende carri geleid. Zijn eerste noot was meteen een triomfklank. De overwinningen zullen elkaar blijven opvolgen. Een kunstenaarsleven als een vuurwerk waarbij voortdurend wordt geklapt. Hij is al vroeg uit Halle vertrokken; ik kijk door een raam naar buiten en begrijp het.

In 2079 is het volgende congres. Dan is het vierhonderd jaar geleden dat Wolff werd geboren. Alle nu aanwezige geleerden zijn dan dood en uitgedacht, zelfs die zeer jonge Ier die ik met een jonge Amerikaanse aan de bar over Leibniz hoorde spreken. Ik hoop dat het verzameld dan voltooid is en de wind minder grijs en koud.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden