Teruglezen: De dag dat Pijbes het nieuwe Rijks opende
Met de opening van zijn museum kwam er een einde aan tien jaar geouwehoer. Voor directeur Wim Pijbes van het Rijksmuseum laat 2013 zich samenvatten in één dag: 13 april.
Op de ochtend van de heropening van het Rijksmuseum werd Wim Pijbes (52) wakker in de linker torenkamer van het Conservatorium Hotel in Amsterdam. Hij stapte uit bed, om half zeven, en liep naar het raam om het gordijn opzij te schuiven. Het was het weer van alle mensen, onbestemd, geen zon en regen. Hij was geobsedeerd geweest door het weer, het enige element waarop hij in het lange, weerbarstige en soms zelfs krankzinnige voorspel naar deze dag, geen greep had.
Zijn Zegna-pak in Pruisisch blauw hing gereed, net als de oranjekleurige Hermès-stropdas en het witte overhemd. Aan alles had hij gedacht, de afgelopen jaren als hoofd-directeur van het Rijksmuseum. Hij had zich met alles en iedereen bemoeid en leek aan een never ending tour bezig te zijn geweest langs alle denkbare media om het woord te verkondigen, om iedereen te laten weten dat na tien jaar bakkeleien het Rijksmuseum weer echt openging.
Dus waar zou hij zich nog druk over maken, op de dag van de heropening. Daar was de Veendamse kruidenierszoon ook te nuchter voor, en te gefocust. Als je afdwaalt in gedachten, is dat in daden terug te zien. Mijmeren, dat kon hij zijn hele leven nog. Wandelend van het hotel naar het museum was niet het moment om zichzelf te beschouwen: zo van Wim, daar gaan je dan, dit is de dag van je leven, het hoogtepunt uit je bestaan, de dag die je later zou willen herbeleven, op je oude dag, met je kleinkinderen op schoot.
Geen tegenspraak
Er lag een draaiboek en daar stond alles in. Dat draaiboek zat in zijn hoofd, de volgorde althans, niet de details of de exacte tijdstippen. In combinatie met de adrenaline die door zijn lichaam gierde, zou het vanzelf gaan. Net als een sprinter die de honderd meter ging lopen; bij de start denk je niet meer na over hoe je hebt getraind, je kijkt alleen maar naar de finish.
Zijn speech zat opgevouwen in zijn binnenzak. Die speech was zeer belangrijk voor hem, zegt hij een half jaar later.
Voor wie het trouwens nog niet wist: hij duldt geen tegenspraak. Hij staat zich voor op zijn onbuigzame duidelijkheid. Als hij een prullenbak scheef ziet staan, wordt-ie rechtgezet. Een badge moet goed hangen. Ga niet in discussie met hem over een vlek op het overhemd. Zo van: ach, wat maakt het uit. Weg - weg met het hatsiekiedee van de Amsterdamse tofheid. De hele wereldpers was aanwezig, tientallen televisiecamera's, honderden gasten, en de koninklijke familie. Dus hup, een ander overhemd. Alle momenten hebben hun beslissingsdynamiek, dus nu geen tijd voor geouwehoer of van iedereen mag een mening hebben. Het democratisch gekkenhuis wat de realisatie van het nieuwe Rijksmuseum is geweest, was nu gesloten. Het idee dat hoe meer mensen, hoe beter het besluit wordt, was daarmee ten grave gedragen.
CV
1961 geboren 9 oktober in Veendam.
Loopbaan
1987 Kunstgeschiedenis. Theater Lantaren/ Venster in Rotterdam.
1994 Oprichting Art Support, organiseert designtentoonstellingen.
1996-2008 Chef Tentoonstellingen Kunsthal, Rotterdam, vanaf 2000 directeur.
2008-heden Hoofddirecteur Rijksmuseum.
Wim Pijbes is getrouwd en heeft twee zonen.
Een punt maken
Het ging zoals hij wilde, en hij wilde dat deze dag een vrolijke dag werd, voor alle mensen, voor alle Nederlanders. Vandaar ook Aaron Coplands Fanfare for the Common Man. Eerst door het Nederlands Blazers Ensemble en trompettist Eric Vloeimans, bij aankomst van koningin Beatrix, en daarna de opening aan de andere kant van het museum en het nummer gespeeld door dertien fanfare-orkesten, uit het hele land.
Dat heet een punt maken.
Dan kan je wel een ruige rock-'n-rollband neerzetten, om te shockeren. Maar hij houdt van gedoseerd drama. Je moet de balans vinden tussen wat mensen verwachten en wat mensen willen. Hij geeft de mensen wat ze willen maar niet wat ze verwachten.
Twee weken lang was hij al aan het heropenen. Twintigduizend mensen had hij de hand geschud, de afgelopen veertien dagen. Elke dag had zijn eigen gasten: internationale cultuurschrijvers, vips, collega museumdirecteuren, familie van het personeel, sponsors, Amsterdamse buren, Amsterdamse winkeliers, en noem het allemaal maar op. Eigenlijk was hij al aan het heropenen vanaf het moment dat de klok boven de Passage aan het aftellen was, of misschien wel vanaf het moment dat hij zijn vrouw op 1 januari gelukkig nieuwjaar wenste, 2013 was het jaar van de heropening.
In de schatkamer van het Rijksmuseum
Een depot zo groot als een voetbalveld, met kunst die de bezoeker vermoedelijk nooit te zien zal krijgen. Wim Hoeben, hoofd beheer en behoud, leidt ons rond door de opslag van het Rijksmuseum.
Vloek
De klok - o o hij herinnert zich opeens weer de paniek, want er was geen vergunning voor de klok aangevraagd. Gewoon laten hangen, zei hij.
Of ja de bouwwereld, die had ook een eigen openingsdag. O ja de bouwwereld, laten we het daar nog even hebben. Als je iets wilt bouwen, mag iedereen daar zijn zegje over doen, zo gaat dat in Nederland. De eerste aanbesteding mislukte, nog voordat hij in juli 2008 het voor het zeggen had. Alleen bouwbedrijf BAM dong mee, en kwam met een bedrag dat 88 miljoen euro hoger lag dan budgettair beschikbaar was. De minister en het land stonden op hun achterste poten.
De aanbesteding moest over, door de bouw in onderdelen op te knippen. Maar ook de tweede keer was er maar één bouwbedrijf voor het hoofdgebouw en werd het bijna 45 miljoen euro meer, bijna een verdubbeling van het beoogde bedrag, zo had de onderneming berekend.
Een vloek galmde door het in aanbouw zijnde museum.
Met de geldbuidel wapperen
In zijn directiekamer liep hij rondjes en dacht: hoe kan dat nou toch? Je hebt een gedetailleerde bouwtekening en waarom kom je dan uit bij een veel te hoog en eigenlijk onaanvaardbaar bedrag. Hij ging praten met de bouw-baronnen, van verschillende bedrijven, hij wilde precies weten wat de prijs zo opdrijft. Daarna begreep hij het wel, ongeveer: vooral het grote risico dat de bouwers namen, werd verrekend in de prijs.
Hij had geen keus, hij moest door met de onderneming J.P. van Eesteren, de enige kandidaat. Anders duurde het nog langer, en dat kon niet. Hij had zich voorgenomen bij zijn aanstelling de vaart er in te houden, besluiten te versnellen. Dan doen we het gewoon anders. De Rijksgebouwendienst nam delen van het risico over, zoals van het ondergrondse bouwen, waardoor de prijs kon worden aangepast.
Voor de rest moest de minister gewoon meer met zijn geldbuidel wapperen, er zat niks anders op. Ze hadden in ieder geval een deskundige en betrouwbare partij. Kijk maar naar hoe het met het Stedelijk Museum verliep, daar ging tijdens de verbouwing het bouwbedrijf failliet.
Dat wil je niet, als directeur van het Rijksmuseum.
Verontwaardigd
Hij wilde wel meer niet, waar hij toch niks aan kon doen. Anderhalf jaar heeft hij onder druk gezet, geprocedeerd en over het stucwerk in een van de kelderverdiepingen, vanwege bezwaren van de Amsterdamse afdeling van het Cuypersgenootschap. En dan die fietstunnel, nee zo noemt hij het zeker niet. Hij noemt het de Passage, de nieuwe hoofdentree van het museum waar je inderdaad ook doorheen kunt fietsen, en wandelen en straatmuziek beleven en waarover hij uiteindelijk niet ontevreden is.
Maar man man wat hem allemaal overkwam. Hij werd bedreigd, hij werd uitgemaakt voor leugenaar, en uiteindelijk hebben de fietsfanaten zijn Wikipedia-pagina laten crashen.
Verdomme, we zijn met iets moois bezig! Hoe vaak heeft hij het niet gezegd. Begrijp dat dan! Maanden na de heropening staat hij er weer bij stil, verontwaardigd wederom. Moet je toch eens kijken naar de enorme power van het nieuwe Rijksmuseum, over wat de heropening de stad aan dynamiek heeft gebracht. Meer dan twee miljoen mensen in een half jaar tijd! De stad vibreert, schoonheid en geschiedenis brengen de mensen in beweging, naar een exciting happening place.
Barbra Streisand was tijdens haar bezoek door het dolle, net als Stefano Gabbana van Dolce & Gabbana. Dat is toch niet niks.
Al die vragen
Inspraak heeft het museum niet beter gemaakt, laten we dat voorop stellen, zegt hij. Elk onderdeel in het Rijksmuseum had wel een comité voor iets of een comité tegen iets. Beide kanten waren even hardnekkig. De ene wel, de andere niet, hij is niet zo goed in al dat belangengedoe. Al dat gereutel en gedreutel. Los het op, maak een keuze, maar hou op.
Moet hij een voorbeeld noemen? Heb je even de tijd. Er is één plek waar hij nog niet is geweest, in die vijf jaren dat hij hier directeur is. In toren twee zit een carillon, gewoon een prachtig historisch carillon. Daar is inmiddels een comité voor, en ja hoor die zijn tegen: het zou te veel lawaai maken - jaha! Ga verhuizen!
Al die vragen steeds maar weer. Moeten we een kleine kaart in het restaurant? Ja, dan hou je de snelheid erin! Horeca in de tuin? Ja! Maar er is geen vergunning? Dat zien we dan wel weer. Moet er een monument in de vijver? Ja doen. Wat is de hoogte van de buxushaag? Doe maar kniehoogte. Maar wat vindt het Cuypersgenootschap daarvan? Pfff. Wat doen we met de krakers in de Tekenschool? Lekker laten zitten. Tramhalte Hobbema moet tramhalte Rijksmuseum worden. Het adres niet Jan Luyckenstraat, maar voortaan Museumstraat. Gaat dat niet? Doorzetten.
Weet je wat The Times schreef? The Rijksmuseum Rocks. Zo stond het er, in de kleurenbalk, boven de vouw op de voorpagina. Dat was wat hij wilde horen, dat was wat in zijn hoofd nagalmde, op deze 13 april.
Liefde aan de paradox
Hij liep op de oranjeloper, met rechts van zich de koningin. Twee minuten en twintig seconden duurde het schrijden over de loper, naar de gouden sleutel die zij zou omdraaien, als een van haar laatste daden als koningin. Even daarvoor had hij nog een museummedewerker gewezen op een vlek op diens overhemd.
Hij liep handenwrijvend heen en zou, groetend en knikkend als een staatshoofd op staatsbezoek, daarna de terugweg inzetten, terwijl het glorieuze vuurwerk nog walmde. Kijkend naar het gebouw dacht hij: alle inspanningen zijn onzichtbaar geworden.
In het atrium had hij deze dag zijn finest hour bedacht. Cultuurminister Jet Bussemaker zou eerst speechen, en daarna hij. In zijn binnenzak had hij zijn toespraak. Hij wilde daarmee zijn liefde aan de paradox exposeren. Hij had het van tevoren uitgetikt, lettergrootte 16, en flinke ruimte tussen de regels zodat hij zijn leesbril - uit ijdelheid - op zak kon houden.
YES-gevoel
En toen was daar dat moment, terwijl om hem heen vijftienduizend kindervoornamen uit een elektronische muurkrant voorbij schoten. Hij vouwde zijn briefje open, en zag de mensen wel kijken, nu ging het gebeuren, nu kwam de grote museumbaas met zijn verpletterend relaas, passend bij een bijkans surrealistische tienjarige wordingsgeschiedenis. Hij had het expres niet uit het hoofd geleerd, want dan was het effect er niet geweest. Hij las:
Welkom. (pauze) Open. (pauze) Dank u.
Alsof het een readymade was van de door hem bewonderde Rotterdamse dichter C.B. Vaandrager, wiens dochter Isis ooit in zijn Kunsthal exposeerde. Iedereen knipperde één keer met de ogen, en het was over. Klaar. Iedereen blij. Hij ook. Hè hè. Wat een bekroning, wat een opluchting. Zeg maar gerust: het grote YES-gevoel.
Ver na middernacht op de dag van de heropening van het Rijksmuseum, viel Wim Pijbes (52) samen met zijn vrouw in slaap in de linker torenkamer van het Conservatorium Hotel in Amsterdam. Weet je trouwens wie er in de rechter torenkamer sliep? Justin Bieber.