Terugkijkend lijkt mijn ontgroening nog het meest op een psychotische episode

Het plan was corpsbal te worden. Mijn vader en grootvader waren het geweest, mijn schoolvrienden waren het nu. Maar mijn reden was het krankzinnig romantische beeld dat ik had van het ballenleven

Thomas van Luyn
Thomas van Luyn Beeld Robin de Puy
Thomas van LuynBeeld Robin de Puy

Dat was voornamelijk gebaseerd op de tv-serie Brideshead Revisited, een hit in bepaalde kringen. Denk Oxford, mooie jongens in crickettruien, opwaaiende zomerjurken en glooiende gazons. Ik was 19 en wou iemand anders zijn, op een andere plek in een andere tijd. Oxford 1923 leek een uitstekende bestemming. De teletijdmachine stond in Leiden. Ik hoefde me alleen in te schrijven bij het Leidse studentencorps en ik zou in no time achter in een oude Aston Martin-cabriolet met wapperende sjaal proberen een fles champagne uit te schenken, op weg naar een feestje bij de Marquis de Granville.

Ik zou op dit punt graag suggereren dat ik hier overdrijf, maar ik vrees dat ik werkelijk zo dacht. Ik woonde nu eenmaal op flinke afstand van de realiteit, waarin de rest van de mensheid verbleef. Als mijn jeugd zich nu had afgespeeld, zou ik waarschijnlijk in King's Cross Station heel hard tegen pilaren aan rennen, in de volle overtuiging dat ik zo op perron 9 3/4 de trein naar Zweinstein zou kunnen pakken.

Dat is vragen om problemen en die kreeg ik dan ook. Terugkijkend lijkt mijn ontgroening nog het meest op een psychotische episode. Emotioneel was ik een jaar of 10 en volkomen onvoorbereid op grote mannen die tegen me schreeuwden, aan me trokken en duwden, me 's nachts uit bed haalden en in de gracht mieterden - het was alsof ik per ongeluk was ingedeeld in Zwadderich en niet mocht laten merken dat ik eigenlijk een Huffelpuf was (ik zal nu stoppen met de Harry Potter-metaforen). Ik herinner mij een keer dat ik flauwviel van angst. Nog jaren later kon ik midden in de nacht wakker worden, badend in het zweet en trillend van woede, en dan zag ik weer de kop van de 'Strafkoning' voor me, een of andere lul wiens taak het was feuten die te laat waren gekomen mee te nemen naar een kamertje en ze daar klein en machteloos te laten voelen.

Dat is allemaal grijs verleden. Ik werd iemand anders, de gebeurtenissen werden anekdotes. Alsof ik dat niet echt was geweest, maar een personage in een boek. Nauwelijks meer voor te stellen. Waarom was ik in godsnaam zo bang geweest de hele tijd? Als ik nu lees over excessen bij Vindicat, denk ik: ach, het zijn maar jongens. Heel eerlijk gezegd lijkt het me nu best leuk, zo'n ontgroening. Gezellig ook. Neemt niet weg dat ik nu, een aantal jaren en bokslessen verder, best even zou willen terugreizen om alsnog een paar neuzen plat te timmeren. Maar dat terzijde.

Ik was koppig genoeg om de hele kennismakingstijd, zoals de ontgroening officieel heet, helemaal uit te rijden. Niet lang daarna keek ik op een avond om me heen en zag ik niemand met wie ik snel even vrienden voor het leven kon worden. Ik wandelde de sociëteit uit, nam een nachttrein terug naar Utrecht, zag de maan met me meereizen en dacht: jou ken ik tenminste nog.

Er zijn veel verhalen over hoe wild het studentenleven is. Weinig over hoe eenzaam.

t.vanluyn@volkskrant.nl en @thomasvanluyn

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden