Terug naar de blanke top der duinen

In het Noord-Hollands Duinreservaat, een van de grootste aaneengesloten natuurgebieden van Nederland, is het waterleidingbedrijf 'alleenheerser'. Het PWN bepaalt sinds enige tijd dat de natuur het voor het zeggen heeft, en dat de recreant zich daarnaar moet schikken....

JAAP HUISMAN

door Jaap Huisman

VOOR EEN seizoenplaats op de camping Bakkum betaalde J. Kat 22 jaar geleden minder dan 500 gulden. Intussen is dat bedrag gestegen tot bijna 2000 gulden en zijn de kampeerders met een kleine portemonnee afgehaakt. WAO'ers, AOW'ers: als ze geen auto hebben, kunnen ze het terrein in het Noord-Hollands duinreservaat buiten het hoogseizoen nauwelijks meer bereiken.

Terwijl de camping toch bedoeld was voor Amsterdammers 'zonder uitzicht op groen', stedelingen die zich een buitenlandse reis niet kunnen veroorloven. Uit een onderzoek in 1979 bleek dat 80 procent van de kampeerders een beneden-modaal inkomen had. Recente cijfers ontbreken, maar Kat denkt dat het beeld nu heel anders is.

Kat uitte haar klachten bij de beheerder, het Provinciale Waterleidingbedrijf Noord-Holland, tijdens de afgelopen jaarvergadering. Het zaaltje in Amsterdam-Noord zat vol, de stemming was geladen. Zozeer zelfs dat de discussieleiding het publiek herhaaldelijk maande: 'Heren, we houden het toch wel netjes, hè.' Drie plannen lagen er op tafel, van landschapsarchitecten, die het aanzien van de volkscamping ingrijpend zouden veranderen. Upgrading, dat was de achterliggende gedachte. Voor Kat en de leden van de kampeervereniging hoeft het niet: 'De ongedwongen sfeer verdwijnt daarmee, ik wil geen heggetjes, ik wil geen toeters en bellen, die het allemaal nog duurder zullen maken. Ik wil gewoon in de natuur zitten.'

Waarom, vraagt ze zich af, moet je zo'n camping moderniseren? Aan het verloop van de kampeerders kan het niet liggen. Dat is een te verwaarlozen aantal. En nu krijgt ze ook nog elektriciteit bij haar huisje. Ze begrijpt het niet. 'Als je de natuur wilt herstellen, maar stroom aanlegt waardoor mensen buitenverlichting en televisies installeren, verdwijnt toch helemaal het gevoel dat je in een bos zit? Het een klopt niet met het ander.'

Bakkum wordt net als twee andere campings beheerd door het PWN. Afgezien van de boswachterij Schoorl, die in handen is van Staatsbosbeheer, is het PWN monopolist in de kuststreek. Als iemand nu nog toestemming zou vragen een kampeerterrein te beginnen, was het antwoord duidelijk: nee. Maar Bakkum bood voor de oorlog soelaas aan Amsterdammers die lucht en licht nodig hadden en was in de oorlog een toevluchtsoord voor de hongerende mensen uit de stad.

Die geschiedenis poets je niet zomaar weg. Daarom besloten de Provinciale Staten van Noord-Holland enkele jaren geleden de campings ongemoeid te laten. Verplaatsing van die omvangrijke gemeenschap zou bovendien te kostbaar zijn. De nieuwe policy is: geen enclaves in het groen, maar de campings inpassen in het duinreservaat. Daar hoort dan ook een ander type kampeerder bij, stelt F. van der Vegte, directeur natuurbeheer van het PWN. Een toerist die is gericht op de natuur. Omdat er voor die groep geen aparte plek in de kwetsbare natuur kan worden ingericht, moeten de kampeerders aanschuiven op de bestaande campings.

Stilletjes aan verandert het landschap aan de kust. Naaldbomen die hier in de vorige eeuw werden geplant om verstuivingen tegen te gaan, worden gekapt. Het bos wordt uitgedund om de natuurkrachten vrij spel te geven. De blanke top der duinen, een beeld dat we in Nederland hooguit kennen van de schilderijen van de Haagse School, keert terug.

Terwijl veel dennen sneuvelen komt loofhout op. De traditionele vegetatie aan de kust bestaat uit berken, eiken, mei- en esdoorns. De drinkwatervoorziening waarvan de halve noordelijke randstad afhankelijk was, heeft aan belang ingeboet: de putten bevatten alleen de noodvoorraad. De belangrijkste ingreep vinden we noordelijk, in de boswachterij Schoorl. Daar is vorig jaar een kerf, een snede, in de zeereep aangebracht, die met stormachtig weer volloopt. Zo'n heiligschennis van de kust, dat was lange tijd ondenkbaar.

Maar boswachter F. Nieuwenhuizen, 42 jaar in dienst bij Staatsbosbeheer in dit gebied, is opgetogen. Hij heeft laatst een nest bontbekplevieren naast het pad bij de kerf gesignaleerd, een vogelsoort die hier lang niet meer voorkwam omdat het te droog was. Nieuwenhuizen heeft met eigen ogen de omslag in het duinlandschap waargenomen, dat de duinen niet krampachtig met helmgras worden beplant, dat bosbeheer nu anders gaat. Er zijn collega's die daar nog steeds aan moeten wennen. 'Dan krijg je opmerkingen van het publiek: boswachter, wat is het toch een rotzooi bij je. Al die omgevallen bomen. Dan antwoord ik: het is geen park, het is een stuk natuur. En juist die omgevallen bomen barsten van het leven. Ze zijn een prachtige voedingsbodem voor paddestoelen en insecten.'

Het is duidelijk, de tijd van de houtvesters in de kuststreek is voorbij, de natuurbeschermers hebben het bij het PWN voor het zeggen. Illustratief voor die kentering in het beheer zijn de Wimmenummerduinen, een landgoed tussen Egmond en Bergen dat tot 1992 nog in handen van jonkheer Six was. Een belangwekkend gebied: hier loopt de scheidslijn tussen de kalkarme en kalkrijke grond, een breuk waarvoor geologen nog steeds geen sluitende verklaring hebben. Wie er rondwandelt, ziet de vegetatie veranderen, en met een andere plantengroei ook een andere fauna.

De 150 clandestiene huisjesbewoners op het landgoed zijn geconcentreerd in een duinvallei. Anderen mogen de Wimmenummerduinen alleen te voet in, om, zoals het PWN dat in een nota heeft geformuleerd, 'een wilderniservaring' te ondergaan. De natuur is de baas, de recreant wordt gedoogd. Voor de fietsers die graag het hele kustgebied willen doorkruisen, betekent het een hindernis op de route: ze worden, in afwachting van een speciaal pad, omgeleid over de drukke provinciale weg. Dat ergert de ambtenaar toerisme in de gemeente Egmond, A. de Jong. 'Je mag niks, je kan niks. Recreanten worden gezien als een noodzakelijk kwaad.' Wat haar stoort is het monopolisme, dat besluiten zonder veel overleg genereert. Alsof alleen de natuurbeschermers het voor het zeggen hebben.

Van der Vegte van het PWN: 'Er was zoveel weerstand van de groene groepen, dat we een keus moesten maken. En wij kiezen dan voor de natuur.' Maar hij erkent dat er dan wel een veilig fietspad nodig is, in dit geval over landbouwgrond ten oosten van het duingebied. De fietser mist daar 'de wilderniservaring', maar krijgt er een 'landschapsbeleving' voor in de plaats, aldus de nota. Dat betekent: ruim zicht op bollenvelden en kassen.

Tot de jaren vijftig en zestig waren de bossen bedoeld als werkverschaffing. De stammen van de naaldbomen deden nog dienst als stutten voor de mijnschachten in Limburg. Land-, tuin- en bosbouw zijn verdwenen, drinkwater komt nu grotendeels uit het IJsselmeer. Blijven over de natuur en de toenemende recreatie. Dat is het spanningsveld. De toerist is de grootste bedreiging voor het kwetsbare gebied geworden. De druk op de kust neemt getuige de cijfers hand over hand toe, 236 duizend kopers van toegangskaarten in 1997. Dat waren er 25 duizend meer dan in 1996. Van der Vegte prijst het beleid van de provincie. Die heeft dat bijtijds ingezien. En legde daarom grote recreatiegebieden in de polder aan, zoals Spaarnwoude, allemaal om de druk op het duin te verlichten.

En dat duin zelf? Toeristen klagen dat ze niks mogen, dat ze voor het eten van een appeltje in de berm al bekeurd worden. Het PWN, zo luidt de kritiek, houdt niet van struinnatuur, een landschap waar je buiten de paden kunt rondzwerven. Staatsbosbeheer zou zich soepeler opstellen. Boswachter Nieuwenhuizen vindt het verschil echter marginaal. 'Wij hebben iets minder prikkeldraad. Wij hebben een verdeling van 50 procent natuur, en 50 procent bezoekers. Dat ligt bij het PWN iets anders, denk ik. Ik houd graag de stelling van mijn baas aan, die zegt: je moet de natuur beschermen, niet afschermen. Mijn ervaring is dat men bewuster met de natuur omgaat. Bij het surveilleren hoeven we niet vaak te bekeuren, een knap verhaal werkt beter.'

In 1997 legde Staatsbosbeheer een mountainbike-trail aan. Frappant is dat juist de kerf op een kilometer afstand van deze trail ligt. Nieuwenhuizen: 'Het gebied is van ons allemaal. Dus waarom zou je zoiets niet doen?' Er was behoefte aan. De bikers verstoorden de wandelaars en de rustige fietsers. Nee, zo'n experiment zou het PWN niet opzetten. Van der Vegte herinnert zich als enige concessie aan de sportieve bezoeker de trimbaan.

Over de nota, het plan Voetspoor, dat ten grondslag ligt aan de Wimmenummerduinen: 'De natuurlijkheid, uitgestrektheid en rust van het duingebied vormen de essentiële factoren voor herstel van stress en vermoeidheid, en persoonlijke groei.' Oibibio in het duinreservaat? De omgeving moet natuurlijk zijn, zegt het PWN: 'Lang hebben we gedacht dat het ging om faciliteiten als bankjes en fietspaden, maar dat is het niet. Men wil zich lekker voelen. De bezoeker komt er om uit te rusten. Die emotionele waarde hadden we ons niet zo gerealiseerd.'

Dat betekent mulle paden in plaats van verharding, geen bordjes en vooral geen stromen recreanten die elkaar overlast bezorgen. Van der Vegte zou die zandpaden ook ten noorden van Wijk aan Zee terugwillen: verbreding van de fietspaden die in de zomer nu al dichtslibben, heeft volgens hem geen zin. 'Dat is net als met de snelweg. Het trekt alleen maar meer verkeer aan.'

Maar Van der Vegte realiseert zich dat je differentiatie moet toelaten. Hier vertier, daar rust, hier de mens, daar het dier. Waarbij de natuur de maat stelt. De campings van Bakkum en Geversduin kunnen aan die ontwikkeling niet ontkomen, ook al is de weerstand groot. Van der Vegte: 'De kampeerder is conservatief. Die wil zijn leefomgeving houden zoals die is. Er verandert al zoveel. Ik begrijp dat wel, maar beter is het om te integreren in het landschap. Vroeger konden we volstaan met een sociaal tarief, nu hebben we de opbrengsten nodig voor het natuurbehoud.'

De kampeerders kunnen vast aan die gedachte wennen.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden