Tegenstanders vinden Schiphol-directeur Smits te fatsoenlijk 'Een potentaat was eenvoudiger geweest'
'Was hij maar een potentaat, zoals Den Besten, z'n voorganger. Dan zou alles een stuk eenvoudiger zijn. Had hij maar iets van de gewiekste zakenman of de sluwe politicus; dan zou je tegen zo'n man kunnen knokken....
Van onze verslaggever
Pierre Heijboer
AMSTERDAM
Het is een verholen klacht van de tegenstanders van de uitbreiding van Schiphol: die Smits is te netjes en te eerlijk om 'aantastbaar' te zijn. Glimlachend, geduldig, voorkomend, wat slungelig, en met een snor waar hij nodig iets aan moet doen - zo iemand valt moeilijk te afficheren als de man die de omgeving van de luchthaven gaat opzadelen met een ondraaglijke hoeveelheid geluidsoverlast en onveiligheid.
Een wolf in schaapskleren derhalve. Nee, vindt hij zelf: een directeur van een luchthaven, meer niet. En op 17 februari 1995 bovendien een ietwat gespannen directeur. Want die zeventiende februari is voor Smits' luchthaven de dag van de waarheid. Het kabinet zal laten weten wat Schiphol de komende jaren kàn, en màg, en wat de luchthaven niet kan, en niet mag.
De directeur van Schiphol heeft desondanks uitstekend geslapen. En om half zeven zit hij, zoals elke andere werkdag, aan het ontbijt. Ontbijt is ook: de kranten lezen. En dat levert deze ochtend een gesmoord 'verdorie' op. Met verbijstering neemt Smits kennis van het besluit van de provincie om huizen te gaan bouwen in de zogenoemde vrijwaringszone rond Schiphol. 'Die zetten ze willens en wetens in een gebied dat te lijden zal hebben onder geluidshinder. Dat mogen ze de mensen die er gaan wonen dan wel duidelijk vertellen.'
Aan zoon Ewout (7), die bij hem aan tafel zit, laat Smits weten dat hij niet op tijd thuis zal zijn om hem nog welterusten te zeggen.
'Die vijfde baan, hè', weet junior.
'Ja jongen, die vijfde baan.'
'Hoe gaan ze baan straks noemen, pa?' Smits senior zou het niet weten. 'Daar hebben we eigenlijk nog nooit over nagedacht. En nou je het zegt: dat zullen we toch eens moeten gaan doen.'
Om acht uur draaft Smits door de duinen van Meijendel. Hij wil per week twee keer 'duurlopen' en het was er deze week nog niet van gekomen. Vervolgens: douchen en richting Schiphol. Om kwart voor tien heeft hij daar, in zijn eigen werkkamer, de eerste afspraak.
Die heeft, zoals bijna alles op deze dag, niets van doen met het besluit dat in Den Haag zal vallen. De berichten van de afgelopen week, over een door het kabinet besloten 'grens' van veertig-miljoen-passagiers-en-niet-meer, hebben Smits niet echt verontrust. 'Dat moet niet meer zijn dan een politiek signaal', vertelt hij zichzelf. 'Men moet in Den Haag toch weten, dat zoiets niet praktisch is.' Nee, dat zal vanavond allemaal wel opgehelderd worden.
De eerste uren van Smits' werkdag zijn voor de Schipholkrant. Een gesprek met de Vervoersbond FNV. Dat moet een mooi artikel over banengroei opleveren. Om half elf loopt Leo Klinkers het kantoor van de Schiphol-directeur binnen. Smits noemt hem een consultant, maar wil hem ook wel aanduiden als 'gewoon een ouwe kennis'. Klinkers heeft plannen op de luchthaven van Jakarta en Schiphol wil daarin misschien wel participeren. 'Even bijpraten' dus. Al die tijd is 'Den Haag' nog ver weg.
Elf uur: burgemeester O. van Diepen van Amstelveen. Ook 'bijpraten'. Vervolgens is het tijd voor het Haarlems Dagblad. Inderdaad: de contacten met de media zijn belangrijk in deze dagen. Het gesprek loopt een kwartiertje uit. Kwart over één: over een kwartier zal een delegatie van de Volkskrant op de stoep staan: een lang geleden al gemaakte afspraak.
Voor Smits betekent het: geen tijd voor een rustige lunch. Die moet dan maar lopend. 'Goede middag heren, sorry voor m'n volle mond.' Vervolgens is het anderhalf uur praten tegen een nogal kritisch gezelschap. Smits trekt er zijn colbert voor uit en gaat in de weer met zijn sheets. Groeicijfers, geluidscontouren, statistieken, kaartjes.
Zijn voordracht wordt onderbroken door een telefoontje van de directeur van de Rijksluchtvaartdienst: 'Om half vijf persconferentie van het kabinet over Schiphol in Nieuwspoort.' Smits: 'Dan moeten wij er dus ook zijn.'
De dag is druk, maar er is - op weg naar Nieuwspoort - toch nog tijd voor iets persoonlijks. Een bezoek, in een Haags ziekenhuis, aan Smits' secretaresse uit de tijd dat hij nog op het ministerie van Verkeer en Waterstaat werkte.
In Nieuwspoort is wethouder E. Peer van Amsterdam de eerste die met een felicitatie komt: hij heeft het persbericht al gelezen. Volgens Peer zit voor Schiphol alles goed. Op de laatste rij stoelen in het zaaltje waar de ministers uitleg geven over hun Schiphol-besluit, leest Smits even later ook dat persbericht. Het zit inderdaad goed. Die 'absolute grens' van veertig miljoen passagiers is veranderd in een 'grens van circa veertig miljoen'. 'Wist ik toch', mompelt Smits.
Daarna begint voor hem het echte werk van deze dag. Interviews: RTL 4, TROS-radio, iemand die zijn commentaar in het Engels wil, het NOS-Journaal live, en vervolgens naar Hilversum, voor NOVA. Rond middernacht is Hans Smits weer thuis; te laat, inderdaad, voor een 'welterusten' aan zoon Ewout.