Tegenspraak op zijn CDA's

Je zou bijna denken dat het CDA de regie had in de klucht die zich deze week ontrolde in Wilders'        PVV. Dankzij Kamerlid Lucassen en consorten is het evaluatierapport over het eigen christendemocratische verkiezingsdrama fluks achter de rododendrons verdwenen. Toch loont lezen van het rapport Verder na de klap (van 41 naar 21 zetels) de moeite.

Martin Sommer

Hoofdconclusie: het ontbrak in het CDA primair aan debat en eigenwijze tegenspraak. Vooral partijvoorzitter Van Heeswijk krijgt ervan langs. Hij had zijn eigen ministers meer tegenspel moeten bieden. Eén functionaris wordt daarentegen opzichtig uit de wind gehouden. De partijleider. Jan Peter Balkenende wordt niets aangerekend.


Zelfs niet dat hij één keer teveel besloot CDA-lijsttrekker te worden. Achteraf desastreus, maar niet zijn fout. 'Van Balkenende zelf had het niet gehoeven.' Er waren volgens het rapport simpelweg geen andere kandidaten. Die stelling werd al op de dag van de presentatie ondergraven in het boek De val van Balkenende van journalist Wilco Boom. Hij vond uit dat kroonprins Camiel Eurlings helemaal niets was gevraagd.


Wie echt van de hoed en de rand wil weten, moet het boek Gepland toeval lezen, van journalist Rien Fraanje en bestuurskundige Jouke de Vries (vier sterren, Boeken van 18 september). Dat behandelt de komeetachtige opkomst van Balkenende in 2002, en verklaart bovendien het demasqué acht jaar later. De analyse van Fraanje en De Vries komt in grote lijnen overeen met het CDA-rapport. Met dit verschil dat zij ronduit schrijven dat Balkenende zélf geen eigenwijze voorzitter tolereerde, dat hij loyaliteit prefereerde boven tegenspraak, en dat hij louter bondgenoten op sleutelposities zette.


Begrijpelijk dat het CDA-rapport de pijlen niet op Balkenende richt. Dat is niet netjes na bewezen diensten. Misschien speelt een kleine rol dat de hoofdauteur Léon Frissen heet, de gouverneur van Limburg. Nu naar eigen zeggen voorstander van 'tegendenken, alternatieve geluiden en second opinions'. Laat dezelfde Frissen een cruciale rol hebben gespeeld bij het op het schild hijsen van Balkenende in 2002. We hebben te maken met een zelfkeurende slager.


Aan de verrassende opkomst van Balkenende ging een titanenstrijd vooraf tussen fractieleider Jaap de Hoop Scheffer en partijvoorzitter Marnix van Rij. Beiden wilden lijsttrekker worden, beiden raakten in het gevecht beschadigd. In de coulissen wachtte Pieter van Geel, succesvol bestuurder in Brabant. Hij werd de kandidaat van het partijbestuur.


Daar wilde de CDA-fractie in de Tweede Kamer niet aan. 'We geven ons niet prijs aan de amateurs van het partijbureau', zei Hans Hillen, nu minister van Defensie. Diezelfde mening was Kamerlid Joop Atsma toegedaan, nu staatssecretaris. Het moest fractiecollega Balkenende worden. Het was een klassiek conflict tussen de Haagse binnencirkel en de outsiders in het land.


De insiders wonnen, dank zij Léon Frissen, CDA-voorzitter van de provincie Limburg en burgemeester van Horst aan de Maas. Brabant zou vanzelfsprekend voor Van Geel zijn. Het lag voor de hand dat Limburg ook voor zuiderling Van Geel zou kiezen. Dan was alles voor Balkenende verloren. Alle ballen dus op Léon Frissen, die inderdaad voor Balkenende koos.


Drie jaar later werd hij benoemd tot gouverneur. Fraanje en De Vries: 'Een opmerkelijke carrièrestap voor een burgemeester van een gemeente met veertigduizend inwoners.'


Balkenende wilde vervolgens, met de strijd tussen Van Rij en De Hoop Scheffer net achter de rug, beslist geen sterke partijvoorzitter tegenover zich. Dat maakt de kritiek van het CDA-rapport op partijvoorzitter Van Heeswijk onheus. De aardige Van Heeswijk deed wat verwacht werd: hij verdween altijd zo snel mogelijk naar het torentje van Balkenende.


Léon Frissen, liefhebber van countervailing power, was het daarmee hartelijk eens. 'Zorg er in alle omstandigheden voor dat je niet komt aan de politiek leider', zei hij aan Van Heeswijk. Maar zoals dat gaat met partijvoorzitters: stank voor dank.


Balkenende is weg, het aantal zetels gehalveerd. Is er iets veranderd in het CDA? In het rapport geen woord over de formatie, niets over de intimidatie van de tegenstanders, of de second opinions van de mastodonten. Tegendenker, want partijvoorzitter a.i., Henk Bleker bleek vooral een geheime meedenker en ging naar het kabinet. Net als Hans Hillen en Joop Atsma, allebei uit het klasje van 2002. Het CDA blijft een machine die loyaliteit beloont. Volgende week is het partijcongres. Wie zijn er eigenlijk over voor dat hartstochtelijk aanbevolen tegengeluid?


Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden