Nieuws
Taliban rukken op in Afghanistan sinds aankondiging vertrek VS, aantal slachtoffers ‘schrikbarend’
Het geweld in Afghanistan is sterk toegenomen sinds president Biden het definitieve vertrek van de Amerikaanse troepen heeft aangekondigd. De Taliban rukken steeds verder op.
Overheidsfunctionarissen meldden maandag dat er bij aanvallen van de Taliban binnen één dag 150 doden en gewonden zijn gevallen onder het Afghaanse leger en de politie.
In 26 van de 34 provincies van het land wordt nu gevochten tussen het regeringsleger en de streng islamitische Taliban. Die voelen zich gesterkt sinds Biden half april aankondigde dat alle Amerikaanse troepen uiterlijk op 11 september, precies twintig jaar na de aanslagen op de Twin Towers en het Pentagon, uit het land zullen zijn vertrokken. Ook de rest van de geallieerde troepen trekt zich terug.
In heel het land lanceren de Taliban het ene na het andere offensief tegen de regeringstroepen. Sinds de internationale troepen zijn begonnen met de terugtrekking hebben de Taliban volgens een woordvoerder van de Afghaanse nationale veiligheidsraad al bijna 1.500 aanvallen uitgevoerd.
Volgens een regeringsfunctionaris is het aantal slachtoffers ‘schrikbarend hoog’. Vooral het aantal vrouwen dat slachtoffer is geworden van het toenemende geweld is opvallend hoog. Volgens de Verenigde Naties is het aantal burgerslachtoffers onder vrouwen sinds het begin van dit jaar met bijna veertig procent toegenomen.
Zelfs in de provincie Wardak, slechts een uur rijden van de hoofdstad Kabul, moeten de regeringstroepen alles op alles zetten om niet onder de voet te worden gelopen door de Taliban.
De Taliban beheersen ook delen van de hoofdwegen die Kabul verbinden met belangrijke steden als Kandahar. Het passerende verkeer wordt gecontroleerd, er wordt belasting geheven en mensen die bij de politie of het leger hebben gediend lopen het risico dat ze worden meegenomen.
Overgave regeringstroepen
President Ashraf Ghani probeert de bevolking moed in te spreken met de verzekering dat de Taliban niet sterk genoeg zijn om het door de Amerikanen en hun bondgenoten getrainde regeringsleger te verslaan. Maar kennelijk hebben de geallieerden er zelf niet veel vertrouwen in – zij zijn al druk bezig om Afghaanse tolken en andere lokale inwoners die voor hen hebben gewerkt te evacueren.
Vanuit tal van provincies komen meldingen over politieagenten en soldaten die het bijltje erbij neergooien en met wapens en al de benen nemen. Sommigen van hen klagen dat zij al maanden niet zijn betaald en hun gezinnen niet kunnen onderhouden. Lokale commandanten klagen dat zij onvoldoende wapens en munitie krijgen om zich te weer te stellen tegen de Taliban.
Volgens The New York Times hebben alleen al in vier provincies 26 militaire posten zich vorige maand overgegeven aan de Taliban, omdat zij wel zagen dat ze niet op versterkingen hoefden te rekenen. Na bemiddeling van plaatselijke stamhoofden kregen zij een vrijgeleide van de Taliban.
Zeker nu het ernaar uitziet dat de Amerikaanse troepen al in juli vertrokken zullen zijn, neemt de vrees voor een verdere ineenstorting van de Afghaanse overheidstroepen steeds meer toe. Een slecht teken is dat het grondgebied dat de Taliban in handen hebben de afgelopen jaren is verdubbeld, ook toen de Amerikaanse en Navo-troepen nog actief waren.
In het akkoord tussen de VS en de Taliban over de terugtrekking van de Amerikaanse troepen was afgesproken dat de Taliban onderhandelingen zouden beginnen met de regering in Kabul, maar daar is tot nog toe vrijwel niets van gekomen. Beide partijen beschuldigen elkaar van provocaties en geweld tegen de burgerbevolking.