Syrische luchtmacht valt Palmyra aan
De Syrische luchtmacht heeft vandaag de centraal gelegen stad Tadmur zeker vijftien keer aangevallen. De stad die de Romeinen Palmyra doopten, is woensdag in handen gevallen van de soennitische extremisten van Islamitische Staat (IS).
De waarnemers van het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten (SOHR) zeggen dat de strijders van IS burgers, onder wie kinderen, hebben geëxecuteerd in en rond de stad. De terroristen zouden er sinds 16 mei 217 mensen hebben geëxecuteerd. Naar schatting driehonderd militairen en militieleden zijn gedood bij de IS-aanval op Tadmur en de imposante ruïnes van Palmyra.
In Libanon heeft de leider van de sjiitische partij Hezbollah, Hassan Nasrallah (54), beklemtoond dat IS een bedreiging is voor de hele mensheid. Hij gaf daarbij toe dat de gewapende tak van Hezbollah in heel Syrië deelneemt aan de strijd tegen IS en andere rebellen.
De val van de stad Palmyra is de zoveelste in een reeks militaire tegenslagen voor het Syrische regime. President Bashar al-Assad heeft een glijvlucht omlaag ingezet, schreef Rob Vreeken vrijdag.
Museum
Vrijdagmiddag hebben IS-strijders zich ook al toegang verschaft tot het museum in Palmyra. Dat heeft Maamoun Abdulkarim, het hoofd van de Dienst Oudheden en Musea in Damascus, zaterdag gezegd. De IS-strijders hebben vooralsnog geen museumstukken beschadigd.