Symboolverbod
Een boerkaverbod is een te grof middel om een marginaal verschijnsel te bestrijden. Het is bedoeld voor de bühne.
Vooropgesteld: er zijn tal van situaties in het openbare leven waarin het dragen van een boerka ongewenst is. In het onderwijs is open communicatie vereist. Die is onmogelijk als een docent of leerling geheel achter een boerka schuilgaat. Een boerka is ook niet bevorderlijk voor de kansen op de arbeidsmarkt. Het is daarom niet onredelijk een bijstandsuitkering te korten voor wie vasthoudt aan fundamentalistische kledingvoorschriften.
Zo kan het dragen van een boerka in specifieke situaties worden verboden of ontmoedigd. Het algehele verbod dat het kabinet wil, is van een andere orde. Dat gaat om te beginnen voorbij aan het feit dat er heus ook vrouwen zijn die hun gezicht uit vrije wil bedekken, al dan niet als een rebelse uiting van godsvrucht. Daarmee zet het kabinet gemakshalve zomaar de vrijheid van godsdienst opzij. De herhaaldelijke waarschuwingen van de Raad van State dat het wetsvoorstel daarom een stap te ver gaat, worden simpelweg in de wind geslagen.
VVD, CDA en PVV zijn vóór, dus de Tweede Kamer zal de wet goedkeuren. Misschien dat de Eerste Kamer daarna wel op de rem trapt en de juiste conclusie trekt: een algeheel verbod is een te grof middel ter bestrijding van een marginaal verschijnsel. Het is een symboolverbod, bedoeld voor de bühne, om de PVV tevreden te houden, en slechts inspelend op het vage ongenoegen dat velen voelen bij het zien van een boerka. Voor het negeren van de vrijheid van godsdienst zijn betere argumenten vereist.
undefined